TOS in de klas | 18 jan 2022

25 januari 2022

Op 18 januari vond de online themamiddag ‘TOS kinderen in de klas’ plaats. Stuurgroeplid Rianne de Wit schreef een impressie van de middag, met links naar aanvullende informatie.

Dwalen door Málaga
Impressie van de themamiddag TOS in de klas


Stel je voor dat een Nederlands sprekende gids een wandelroute uitlegt door het Spaanse stad Málaga. Hij spreekt de straatnamen uit in het Spaans, en vertelt tussendoor nog een aantal wetenswaardigheden. Voordat tot je is doorgedrongen welke straat je moet nemen, is hij in zijn verhaal al drie straten verder. Zó ongeveer moet het voelen voor een leerling met een taalontwikkelingsstoornis (TOS) die probeert om de instructie in de klas te volgen.
Tijdens de online themamiddag ‘TOS kinderen in de klas’ gingen vier sprekers dieper in op taalontwikkelingsstoornissen. De diverse achtergronden van de sprekers zorgden ervoor dat TOS van verschillende kanten werd belicht.

Wat is TOS?

Hanneke van der Meer, student taalwetenschap en stagiair bij SLO, legt uit dat TOS de meest voorkomende ontwikkelingsstoornis is. Maar liefst 7% van de leerlingen heeft een TOS. Zij hebben problemen met taal, zonder dat er sprake is van een aanwijsbare oorzaak zoals gehoorproblemen. Er is nog weinig bekend over de oorzaken van TOS, maar wel over de gevolgen: TOS heeft invloed op de algemene ontwikkeling, de communicatie, het leervermogen en het gedrag. Daarom is vroeg signaleren belangrijk. In de profielschets taalontwikkelingsstoornis (pdf, 971 kB) die Hanneke schreef voor SLO staan taalkenmerken per leeftijdscategorie, die kunnen wijzen op een mogelijke TOS. In ditzelfde document is ook veel andere informatie over TOS terug te vinden. Op dit moment is Hanneke bezig met het herzien van de maatwerkaanpassingen, dit zijn suggesties voor ondersteuning in de klas. De herziene maatwerkaanpassing staat binnenkort oline. Verder wijst Hanneke nog op de nieuwe website ‘Alles over TOS’ waar veel informatie te vinden is.

Praktische handvatten

Janneke de Waal-Bogers is bestuurslid van de NVLF en hoofdredacteur van het Nederlands Tijdschrift voor Logopedie. In 2021 verscheen onder haar leiding het boek Taaldiagnostiek bij kinderen, gericht op logopedisten. Kinderen met TOS volgen vaak logopedische therapie om hun taalontwikkeling te vergroten. Ook de leerkracht kan veel doen om de taal te stimuleren in de klas, daarvoor geeft Janneke tijdens haar lezing een aantal praktische tips. Het belangrijkste uitgangspunt is dat leerlingen de gelegenheid moeten krijgen om taal te gebruiken, in de omgang met anderen en tijdens gesprekken in de klas. Als een kind iets zegt, reageer dan op de inhoud van de boodschap (de communicatieve intentie) in plaats van op een eventuele taalfout. De taalfout kun je impliciet herstellen, door de boodschap in een goede zin te herhalen. Daarna kun je het gesprek verrijken door er bijvoorbeeld een nieuw woord aan toe te voegen of nieuwe relaties te leggen. Het is de taak van de leerkracht om te zorgen dat álle leerlingen voldoende spreekruimte krijgen, ook de taalzwakke leerlingen die zich meer op de achtergrond houden. Een manier om dat te bereiken is het voeren van een gesprek zonder vragen te stellen. De leerkracht kan tijdens zo’n gesprek een kind uitlokken tot spreken door bijvoorbeeld zelf te vertellen wat er gebeurt, en daarna te wachten op reactie. Meer informatie over het voeren van gesprekken zonder vragen is te vinden op de website TOS in beeld.

TOS zelf ervaren

Janneke Hendriks is ambulant dienstverlener bij Taalbrug Junior, een school voor cluster 2 onderwijs. Door middel van een aantal oefeningen laat ze de deelnemers ervaren hoe het is om een TOS te hebben. Het voorbeeld hierboven van de routebeschrijving door Málaga komt uit haar presentatie. Daarnaast krijgen we de opdracht om in een hoog tempo onbekende woorden uit te spreken en om woordbetekenissen af te leiden uit een straattaaljournaal. Na elke oefening legt Janneke de link tussen de ervaring van de deelnemers en de beleving van kinderen met TOS. Het is heel verhelderend om zelf te ervaren tegen welke problemen leerlingen met TOS aan lopen, zoals terug te zien is in de reactie van de deelnemers: ‘frustrerend!’, ‘Het gaat te snel, ik geef het op’, ‘Je doet hard je best maar je weet dat het niet klopt wat je zegt’. Janneke geeft ook veel tips om als leerkracht rekening te houden met deze problemen, zoals het geven van extra tijd om vragen te beantwoorden, zelf een rustig spreektempo hanteren en het gebruiken van visuele ondersteuning. Voor vragen over de taalontwikkeling verwijst Janneke naar een logopedist. Een snelle check of er mogelijk sprake is van een TOS kan met behulp van de SNEL-test of met de TOS-check app van Kentalis.

Begeleiding van TOS kinderen

De laatste spreker is Sharon Martens, ambulant begeleider bij Koninklijke Kentalis (en voorzitter bij het Lerarencollectief). Sharon laat een aantal materialen en methodes zien die ze gebruikt bij haar werk met leerlingen in of buiten de klas. Bij de start van de ondersteuning werkt Sharon met een talenteninterview, dit hoort bij de blij met mij training. Tijdens deze werkvorm lokt ze de leerling uit om te vertellen wat hij leuk vindt en waar hij goed in is en dat wordt op papier gezet. Als een leerling weinig praat met andere kinderen gebruikt ze het kletsboek, in dat boek staan vragen en opdrachten om met elkaar over te praten. Op deze manier ervaart de leerling dat hij een gesprek kan voeren met een ander. Alle gesprekken die Sharon voert met een leerling schrijft of tekent ze mee. Het ondersteunend tekenen zorgt ervoor dat de leerling de taal beter begrijpt, bovendien vertraagt het de taal en het ontlast het werkgeheugen. Voor psycho-educatie maakt ze gebruik van de communicatiekaarten TOS. Aan de hand van deze kaarten bespreekt ze wat de leerlingen wel of niet lastig vinden. Bij de methode ‘interactie communicatie beeldcoachen’ bekijkt Sharon video-opnames van de leerling met haarzelf en met de leerkracht. Ze bespreken wat zijzelf of de leerkracht doet en hoe de leerling dat ervaart, bijvoorbeeld het meetekenen of het herhalen in goede zinnen. Hier komt een individueel profiel uit van de leerling.

Vragen van de deelnemers

Aan het einde van de themamiddag is er gelegenheid om vragen te stellen aan de sprekers. Vragen over de relatie tussen TOS en dyslexie en tussen TOS en meertaligheid kwamen meerdere keren terug. Hieronder staan de antwoorden van de sprekers op deze vragen.

Hoe kun je TOS onderscheiden van leesproblemen?
Janneke Hendriks: Bij leesproblemen hebben leerlingen vooral moeite met de technische kant van het lezen, bij TOS vooral met begrip. Dit kun je checken door de tekst voor te lezen en dan de leerling te bevragen. Een leerling met een leesprobleem is hiermee geholpen, een leerling met TOS niet. Janneke de Waal-Bogers: De logopedist kan beoordelen of de TOS de het technisch leesproces kan belemmeren. Als de fonologie verstoord is kan dat leiden tot leesproblemen, als het taalbegrip beperkt is kan dat ervoor zorgen dat de leerling de instructie van de leerkracht niet begrijpt. Als de TOS vooral aan de expressieve kant zit, de zinsbouw of woordvorming, dan is er geen relatie met leren lezen.

Hoe kun je NT2 leerlingen met en zonder bijkomende TOS het beste ondersteunen?
Janneke Hendriks: In ieder geval veel werken met concrete materialen en concrete taal gebruiken. Laat die taal ook steeds weer terugkomen, bouw veel herhaling in. De beslisboom van Simea helpt bij het diagnosticeren van TOS bij meertalige of anderstalige kinderen. Voor de diagnose TOS moet een leerling ook in zijn moedertaal een probleem met de taalontwikkeling hebben. Janneke de Waal-Bogers: Als er geen sprake is van TOS maar wel van taalproblemen in het Nederlands, dan kan het heel lastig zijn om de juiste plek voor vervolgonderwijs te vinden. Sommige VO-scholen hebben taalgroepjes, maar dit is regiogebonden. Een cluster 2 school in de regio kan daar vaak wel in meedenken.

De materialen en ppts van deze middag zijn terug te vinden op de eventspagina.