Zoeken - zoekresultaten
verfijn de resultaten
In het conceptexamenprogramma Maatschappij (pgp-M) ligt het de focus op het werken met en voor mensen in de brede zin van het woord. Denk bij het werken met mensen bijvoorbeeld aan activiteiten in de gezondheidszorg en het onderwijs. Werken voor mensen zal vooral tot uiting komen in de brede economische sector, de juridische sector, in taal en cultuur of de sector die zich richt op gedrag en maatschappij. De kern van een praktijkgericht programma is dat leerlingen aan de slag gaan met praktische en realistische opdrachten voor externe opdrachtgevers Dit kan binnen en buiten school. Het doel daarvan is de beroepsoriëntatie op hbo-niveau te stimuleren en de aansluiting naar het vervolgonderwijs te verbeteren.
Leerlingpanels reflecteren op de (tussentijdse) plannen en producten van de teams en vakvernieuwingscommissies. Hierin wordt samengewerkt met het LAKS. In de uiteindelijke conceptkerndoelen en -examenprogramma’s wordt toegelicht hoe de input van leerlingen is verwerkt.
Ieder team krijgt een advieskring, die bestaat uit een vertegenwoordiging van de onderwijspraktijk. De advieskring geeft het team feedback en reflecteert op de conceptkerndoelen. Het team kan de advieskring ook inzetten als zij extra expertise nodig hebben voor de ontwikkeling van de kerndoelen. Zo zorgen we ervoor dat er uiteindelijk conceptkerndoelen worden opgeleverd die gedragen worden door het onderwijsveld. Daarnaast kan het team gebruikmaken van de expertise van (vak)deskundigen.
Vakverenigingen hebben een actieve rol bij de actualisatie van de kerndoelen. Bij de werving en selectie van leden van de teams, als onderdeel van de advieskring van elk leergebied en bij de toetsing van conceptenproducten. Omdat er een groot beroep wordt gedaan op de inzet van vakverenigingen stelt het ministerie van OCW een subsidie beschikbaar om dit te kunnen organiseren.
De actualisatie van de kerndoelen start met een fase van ontwikkelen. Hierin worden geactualiseerde en nieuwe kerndoelen ontwikkeld. Dit duurt ongeveer 12 maanden. Daarna komt de actualisatie in een nieuwe fase, waarin we met scholen in gesprek gaan over de bruikbaarheid van de conceptkerndoelen in de onderwijspraktijk. Deze fase duurt 12 tot 18 maanden. Daarna worden de kerndoelen wettelijk vastgesteld door de minister.
De teams Nederlands en rekenen en wiskunde verkennen hoe het Referentiekader Taal en Rekenen zich verhoudt tot de conceptkerndoelen. Er volgt een advies over de toekomst van het Referentiekader voor het primair en voortgezet onderwijs.
SLO vindt het belangrijk dat de actualisatie van de kerndoelen voor het primair onderwijs, de onderbouw van het voortgezet onderwijs en het (voortgezet) speciaal onderwijs op een verantwoorde wijze gebeurt. Per leergebied wordt daarom een team samengesteld. Deze teams bestaan uit leraren po, leraren onderbouw vo, vakexperts en curriculumexperts. Stap voor stap werken zij samen toe naar conceptkerndoelen.
In 2022 is SLO gestart met de actualisatie van de kerndoelen voor Nederlands, rekenen en wiskunde, burgerschap en digitale geletterdheid. In september 2023 zijn de conceptkerndoelen voor Nederlands en rekenen en wiskunde opgeleverd aan het ministerie van OCW. Eind 2023 volgen ook de conceptkerndoelen burgerschap en digitale geletterdheid.
De minister van po en vo gaf SLO in het voorjaar van 2023 de opdracht om ook te starten met de actualisatie van de kerndoelen van de vijf andere leergebieden: mens en natuur, mens en maatschappij, kunst en cultuur, bewegen en sport en moderne vreemde talen. Deze kerndoelenteams zijn na de zomer van 2023 hiermee gestart.
In april 2022 heeft SLO de opdracht van de minister gekregen om de kerndoelen Nederlands, rekenen en wiskunde, burgerschap en digitale geletterdheid te actualiseren. Begin 2023 maakte de minister de tussenbalans op van de voortgang van de conceptkerndoelen van de vier leergebieden. Op basis daarvan gaf de minister SLO de opdracht om ook de kerndoelen van de andere vijf leergebieden te actualiseren: mens en natuur, mens en maatschappij, kunst en cultuur, bewegen en sport en moderne vreemde talen.
De advieskring geeft feedback en reflecteert op de (tussen-)producten. De advieskring bestaat per vak uit:
- Vertegenwoordigers van organisaties, instellingen en netwerken relevant voor het vak. Zij reflecteren op vaste momenten op tussenproducten en halen feedback op in hun achterban. Dit zijn bijvoorbeeld vakverenigingen, lerarenopleidingen, vervolgopleidingen en maatschappelijke organisaties.
- Experts met toetsexpertise van het College voor Toetsen en Examens en Stichting Cito vanuit hun specifieke en wettelijke taak in de keten. Zij geven advies over de toetsbaarheid van de inhouden en eventuele toetsvormen binnen het conceptexamenprogramma.
Daarnaast raadplegen de vakvernieuwingscommissies experts op persoonlijke titel. Per vak zijn een aantal experts hier vooraf voor gevraagd en gedurende het vernieuwingstraject kunnen de commissies aanvullend ook andere experts bevragen.