Zoeken - zoekresultaten
verfijn de resultaten
Dit model helpt je onderscheiden, hoe op verschillende niveaus aan curriculumontwikkeling wordt gedaan. Een curriculum is kortweg ‘een plan voor het leren van leerlingen’. Op verschillende niveaus wordt nagedacht over zulke plannen.
Dit model helpt bij het verduidelijken wat je bedoelt als je praat over het curriculum.
De centrale vraag bij curriculumontwikkeling is: welke doelen en inhouden hebben prioriteit in het onderwijs, en waarom? Om overladenheid te voorkomen en richting te hebben voor het ontwikkelproces, is een heldere visie op onderwijs noodzakelijk. Vanuit de visie maakt een school keuzes over doelen en inhouden, en de andere onderdelen van het curriculaire spinnenweb.
Om curriculumontwikkeling (wat willen we?) op school te laten slagen, is het belangrijk tegelijk te werken aan professionele ontwikkeling van het team (wat kunnen we?) en schoolorganisatieontwikkeling (waar staan we?).
Een goed curriculum voldoet aan vier kwaliteitscriteria. Deze kwaliteitscriteria bouwen op elkaar voort. De effectiviteit hangt af van de bruikbaarheid (kan het worden uitgevoerd zoals bedoeld?) en van de relevantie en consistentie van het curriculum.
Dit model laat zien hoe je anderen bewust kunt betrekken bij curriculumontwikkeling. Om een groter draagvlak te krijgen voor de curriculumontwikkeling is het belangrijk om anderen al in een vroeg stadium mee te nemen in de plannen. Dit biedt tegelijkertijd input voor het ontwikkelproces.
Evaluatie heeft een centrale plek in het ontwikkelproces. Evalueren doe je om de kwaliteit van het curriculum-in-wording te achterhalen en (via een volgende cyclus) te vergroten. Er zijn vijf evaluatiemethoden tijdens een curriculumontwikkeling.
op-down, bottom-up en van opzij
Bij curriculumontwikkeling is een combinatie van bouwen van onderop, houvast van bovenaf en steun van opzij nodig.
Met deze werkvorm ga je na welke eisen je stelt aan de door jou te ontwikkelen les(senreeks). Deze eisen helpen je bij het ontwikkelen van het materiaal, en bij het achteraf bepalen of je ook doet wat je aanvankelijk voor ogen had.
Met dit instrument breng de context van de school in kaart om zodoende te kijken welke ambities de school aankan wat betreft schooleigen curriculumontwikkeling.