Zoeken - zoekresultaten
verfijn de resultaten
Scholen mogen zelf bepalen hoe ze het examenprogramma omzetten in een onderwijsprogramma. Dat betekent dat scholen ook zelf bepalen in welke volgorde het profielvak en de keuzevakken aangeboden worden: na elkaar, naast elkaar of in elkaar ofwel op een geïntegreerde wijze.
Het examenprogramma Nederlands bestaat uit acht exameneenheden die voor alle leerwegen gelden (de kerndelen, bijvoorbeeld leesvaardigheid) en drie exameneenheden uitsluitend voor de gemengde en theoretische leerweg (de verrijkingsdelen, bijvoorbeeld schrijven op basis van documentatie).
De leerlingen moeten voor deze exameneenheid dus laten zien dat ze mondelinge taal als communicatiemiddel (in monoloog en in interactie) kunnen gebruiken en dat ze rekening kunnen houden met taalvariaties.