Zoeken - zoekresultaten
verfijn de resultaten
De leerlingen leren informatie te verwerven uit eenvoudige gesproken en geschreven Engelse teksten.
De hoofdgroepen in het dierenrijk zijn als volgt in te delen.
Er is sprake van gewervelde en ongewervelde dieren.
De gewervelde dieren hebben een inwendig skelet en zijn in te delen in:
- zoogdieren (haren, vier ledematen);
- vogels (veren, vier ledematen: twee poten, twee vleugels);
- reptielen (schubben, vier ledematen, longen);
- amfibieën (kale huid, vier ledematen, kieuwen als jong, later longen);
- vissen (schubben, vinnen, kieuwen).
De ongewervelde dieren hebben geen inwendig skelet, maar soms een uitwendig skelet.
De kleine diertjes in de schoolomgeving horen doorgaans tot de volgende groepen:
- geleedpotigen, waaronder de spinnen (4 paar poten), de insecten (3 paar poten), de kreeftachtigen (5 paar poten) en de duizendpoten (2 paar poten per segment);
- wormen;
- weekdieren (slakken, schelpen).
SLO heeft een werkvorm ontwikkeld om met je collega’s over natuurwetenschappen in gesprek te gaan. De werkvorm is gebaseerd op de typologie van de Canadese onderzoeker Douglas Roberts.
Tiener College in Gorinchem biedt een doorlopende leerlijn voor kinderen van 10 tot 14 jaar.
Het bewust, systematisch en cyclisch werken aan het verhogen van de opbrengsten: leerresultaten, sociaal-emotionele resultaten en tevredenheid van leerlingen, ouders en vervolgonderwijs.