Zoeken - zoekresultaten
verfijn de resultaten
Kerndoelen, leerdoelen, lesdoelen: wat bedoelen we er eigenlijk precies mee? En hoe verhouden die zich tot de inhoudslijnen voor de verschillende leergebieden?
Langs welke weg zijn de eindniveaus 1F en 1S/2F te bereiken? Hoe is de opbouw van de leerstof voor de verschillende domeinen over de groepen 1 tot en met 8? Op deze vraag geeft SLO een antwoord in een reeks van vier publicaties die steeds één van de vier taaldomeinen uit het referentiekader behandelen.
Van kind-ouder- en adviesgesprekken tot schoolbezoeken en informatieavonden...
Kerndoel 3
De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn woordenschat.
Kerndoel 4
De leerling leert strategieën te gebruiken bij het verwerven van informatie uit gesproken en geschreven teksten.
Kerndoel 5
De leerling leert in schriftelijke en digitale bronnen informatie te zoeken, te ordenen en te beoordelen op waarde voor hemzelf en anderen.
Kerndoel 6
De leerling leert deel te nemen aan overleg, planning, discussie in een groep.
Kerndoel 7
De leerling leert een mondelinge presentatie te geven.
Kerndoel 8
De leerling leert verhalen, gedichten en informatieve teksten te lezen die aan zijn belangstelling tegemoet komen en zijn belevingswereld uitbreiden.
Leerlingen ervaren vaak een drempel bij de overgang van po naar vo, van rekenen naar wiskunde. Voor een soepele doorstroom van po naar vo is het belangrijk om aandacht te hebben voor overeenkomsten en verschillen. Leerlingen hebben in groep 7 en 8 van het po inhouden aangeboden gekregen die in de onderbouw van het vo net anders en daarom soms niet herkenbaar zijn.
In onderstaande publicaties worden voorbeelden gegeven van de verschillen tussen po en vo.
Engels is sinds 1986 een verplicht vak in het basisonderwijs. Scholen bepalen zelf vanaf welke groep ze het aanbieden, het startmoment is niet wettelijk vastgelegd. Er zijn vier varianten.
Getallen zijn hanteerbaar als ze passen binnen de context en aansluiten bij de voorkennis van de gebruiker. Bij het doen van boodschappen bijvoorbeeld is het verstandig naar boven af te ronden om bij de kassa niet voor onaangename verrassingen te komen staan. Bij de supermarkt zal het afronden anders gebeuren dan in een kledingzaak. Of iemand dan in de supermarkt afrondt op hele euro's of ook halve euro's gebruikt, of in de kledingzaak de bedragen juist ordent in groepjes van ongeveer 50 of 10 euro, hangt (ook) af van de rekenvaardigheid.
Schattend rekenen gebeurt door de getallen waarmee gerekend wordt eerst te vervangen door 'handige' getallen. Vaak zijn dat ronde getallen, dat wil zeggen, veelvouden van 5,10, 100, 1000, enzovoort. Daarna wordt met die goed hanteerbare getallen gerekend.
- 2435 wordt afgerond op 2400, 2450, 2500 of "tussen 2000 en 3000";
- € 34,50 wordt op hele Euro's afgerond;
- 1.567.345 wordt op 1,5 miljoen afgerond;
- 6 x 27 is ongeveer 6 x 25 = 150, vooral als je dat van buiten weet.
Je vindt die getallen door:
- je kennis van (de structuur van) de getallen (kerndoel 26): 78 is bijna 80;
- je netwerk (Kerndoel 27) van rekenfeiten: Voor iemand die weet dat 8 x 125 = 1000, is 8 x 130 iets meer dan 1000'. Wie dat niet weet zal eerder afronden naar: tussen 8 x 100 en 8 x 150, dus tussen 800 en 1200.