Zoeken - zoekresultaten
verfijn de resultaten
In het Referentiekader doorlopende leerlijnen taal en rekenen is voor het hele onderwijs (van de basisschool tot het hoger onderwijs) vastgelegd wat leerlingen moeten kennen en kunnen als het gaat om Nederlandse taal en rekenen/wiskunde.
Op deze pagina's vind je informatie over het vak Frans en de laatste ontwikkelingen in het vakgebied.
Informatie over de periodieke peilingsonderzoeken in het primair onderwijs naar het taalonderwijs door de Inspectie. Hoe staat het met de taalvaardigheid aan het einde het primair onderwijs?
De leraar die Engels geeft, voldoet aan het volgende profiel:
Bij CLIL:
- De leraar heeft een zeer goede beheersing van het Engels;
Zij is bij voorkeur een (near) native speaker of een non-native speaker met een zeer goede beheersing van het Engels (B2/C1 van het ERK). - Zij heeft kennis van en inzicht in vakdidactiek vvto/CLIL;
- Zij heeft een professionele houding;
- Zij is bereid tot bij-/nascholing taalvaardigheid en vakdidactiek;
- Zij is bereid tot samenwerking en collegiale consultatie/intervisie met collega's;
- Zij is in staat om te differentiëren.
Voor (Vervoegd) Eibo:
- De leraar is niet noodzakelijkerwijs een native speaker maar beheerst het Engels redelijk tot goed;
Zij beheerst het Engels minimaal op B2. - Zij heeft kennis van en inzicht in vakdidactiek Eibo (vierfasenmodel) vanaf groep 5 t/m groep 8;
- Zij heeft kennis van en inzicht in Engels in de voorgaande en volgende leerjaren en in de onderbouw van het voortgezet onderwijs;
- Zij heeft een professionele houding;
- Zij is bereid tot bij-/nascholing taalvaardigheid en vakdidactiek;
- Zij is bereid tot samenwerking en collegiale consultatie/intervisie met collega's;
- Zij is in staat om te differentiëren.
Leervaardigheden, motivatie, werkhouding, thuisomgeving en leeropbrengsten: ze doen er allemaal toe bij de totstandkoming van het schooladvies. Hoe breng je ze goed in kaart? En hoe weeg je ze?
Toelichting: ERK
ERK = Europees Referentiekader voor talen:
een gemeenschappelijk raamwerk waarin op verschillende niveaus de vijf vaardigheden - luister, lezen, spreken, gesprekken voeren, schrijven - van de leerder zijn uitgewerkt.
Toelichting: Vierfasenmodel
Vierfasenmodel = vakdidactisch model voor Engels in het basisonderwijs waar bij het leerproces via vier fasen verloopt om het rendement van de lessen te waarborgen:
- Introductiefase: startfase van een nieuw onderwerp waarin de leerkracht voorkennis inventariseert, de leerlingen motiveert voor het nieuwe onderwerp en aangeeft wat ze straks kunnen doen.
- Inputfase: fase waarin de leerlingen luisterfragmenten beluisteren over het onderwerp en waarin nieuwe stof wordt gepresenteerd. De input wordt verwerkt naar vorm en inhoud met behulp van richtvragen.
- Oefenfase: fase waarin de kinderen de nieuwe gepresenteerde stof oefenen in schriftelijke en mondelinge oefeningen, oplopend van receptief naar (re-)productief en van gesloten naar minder gesloten.
- Transferfase: fase waarin de leerlingen laten zien hoe ze het geleerde toepassen in verschillende situaties. Ze gebruiken ook voorkennis en buiten school geleerd Engels.
Deze fasen komen niet in één les maar in een lessenserie voor.