Zoeken - zoekresultaten
verfijn de resultaten
Getallen zijn hanteerbaar als ze passen binnen de context en aansluiten bij de voorkennis van de gebruiker. Bij het doen van boodschappen bijvoorbeeld is het verstandig naar boven af te ronden om bij de kassa niet voor onaangename verrassingen te komen staan. Bij de supermarkt zal het afronden anders gebeuren dan in een kledingzaak. Of iemand dan in de supermarkt afrondt op hele euro's of ook halve euro's gebruikt, of in de kledingzaak de bedragen juist ordent in groepjes van ongeveer 50 of 10 euro, hangt (ook) af van de rekenvaardigheid.
Schattend rekenen gebeurt door de getallen waarmee gerekend wordt eerst te vervangen door 'handige' getallen. Vaak zijn dat ronde getallen, dat wil zeggen, veelvouden van 5,10, 100, 1000, enzovoort. Daarna wordt met die goed hanteerbare getallen gerekend.
- 2435 wordt afgerond op 2400, 2450, 2500 of "tussen 2000 en 3000";
- € 34,50 wordt op hele Euro's afgerond;
- 1.567.345 wordt op 1,5 miljoen afgerond;
- 6 x 27 is ongeveer 6 x 25 = 150, vooral als je dat van buiten weet.
Je vindt die getallen door:
- je kennis van (de structuur van) de getallen (kerndoel 26): 78 is bijna 80;
- je netwerk (Kerndoel 27) van rekenfeiten: Voor iemand die weet dat 8 x 125 = 1000, is 8 x 130 iets meer dan 1000'. Wie dat niet weet zal eerder afronden naar: tussen 8 x 100 en 8 x 150, dus tussen 800 en 1200.
In het Referentiekader doorlopende leerlijnen taal en rekenen is voor het hele onderwijs (van de basisschool tot het hoger onderwijs) vastgelegd wat leerlingen moeten kennen en kunnen als het gaat om Nederlandse taal en rekenen/wiskunde.
Op deze pagina's vind je informatie over het vak Frans en de laatste ontwikkelingen in het vakgebied.
Informatie over de periodieke peilingsonderzoeken in het primair onderwijs naar het taalonderwijs door de Inspectie. Hoe staat het met de taalvaardigheid aan het einde het primair onderwijs?
De leraar die Engels geeft, voldoet aan het volgende profiel:
Bij CLIL:
- De leraar heeft een zeer goede beheersing van het Engels;
Zij is bij voorkeur een (near) native speaker of een non-native speaker met een zeer goede beheersing van het Engels (B2/C1 van het ERK). - Zij heeft kennis van en inzicht in vakdidactiek vvto/CLIL;
- Zij heeft een professionele houding;
- Zij is bereid tot bij-/nascholing taalvaardigheid en vakdidactiek;
- Zij is bereid tot samenwerking en collegiale consultatie/intervisie met collega's;
- Zij is in staat om te differentiëren.
Voor (Vervoegd) Eibo:
- De leraar is niet noodzakelijkerwijs een native speaker maar beheerst het Engels redelijk tot goed;
Zij beheerst het Engels minimaal op B2. - Zij heeft kennis van en inzicht in vakdidactiek Eibo (vierfasenmodel) vanaf groep 5 t/m groep 8;
- Zij heeft kennis van en inzicht in Engels in de voorgaande en volgende leerjaren en in de onderbouw van het voortgezet onderwijs;
- Zij heeft een professionele houding;
- Zij is bereid tot bij-/nascholing taalvaardigheid en vakdidactiek;
- Zij is bereid tot samenwerking en collegiale consultatie/intervisie met collega's;
- Zij is in staat om te differentiëren.
Toelichting: ERK
ERK = Europees Referentiekader voor talen:
een gemeenschappelijk raamwerk waarin op verschillende niveaus de vijf vaardigheden - luister, lezen, spreken, gesprekken voeren, schrijven - van de leerder zijn uitgewerkt.
Toelichting: Vierfasenmodel
Vierfasenmodel = vakdidactisch model voor Engels in het basisonderwijs waar bij het leerproces via vier fasen verloopt om het rendement van de lessen te waarborgen:
- Introductiefase: startfase van een nieuw onderwerp waarin de leerkracht voorkennis inventariseert, de leerlingen motiveert voor het nieuwe onderwerp en aangeeft wat ze straks kunnen doen.
- Inputfase: fase waarin de leerlingen luisterfragmenten beluisteren over het onderwerp en waarin nieuwe stof wordt gepresenteerd. De input wordt verwerkt naar vorm en inhoud met behulp van richtvragen.
- Oefenfase: fase waarin de kinderen de nieuwe gepresenteerde stof oefenen in schriftelijke en mondelinge oefeningen, oplopend van receptief naar (re-)productief en van gesloten naar minder gesloten.
- Transferfase: fase waarin de leerlingen laten zien hoe ze het geleerde toepassen in verschillende situaties. Ze gebruiken ook voorkennis en buiten school geleerd Engels.
Deze fasen komen niet in één les maar in een lessenserie voor.