Zoeken - zoekresultaten
verfijn de resultaten
aantal resultaten: 153
De referentieniveaus zijn ook voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften het uitgangspunt. Er zijn echter leerlingen die, ondanks de inspanningen van de school, de referentieniveaus niet halen op het moment dat het van hen wordt verwacht. Dan kan het nodig zijn om (inhoudelijke) keuzes te maken, zodat deze leerlingen een onderwijsaanbod krijgen dat past bij hun ontwikkelingsperspectief. Het project Passende perspectieven heeft ter ondersteuning van dit proces de referentieniveaus voor taal uitgewerkt, waarbij werd uitgegaan van drie verschillende groepen met elk een specifieke beperking. De opbrengsten van de eerste fase van het project bevat de volgende onderdelen: wegwijzer, leerroutes bij de doelenlijsten, en profielschetsen van de drie doelgroepen.
26 januari 2015
Het project Passende perspectieven heeft ter ondersteuning van het kiezen van een passend onderwijsaanbod voor elke leerlinge de referentieniveaus voor taal uitgewerkt
26 januari 2015
In augustus 2010 is de Wet referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen van kracht geworden. In het Referentiekader taal en rekenen staan taal- en rekendoelen geformuleerd die leerlingen in principe moeten beheersen op overgangsmomenten in hun onderwijsloopbaan. Leerlingen die het vmbo afsluiten, dienen in principe referentieniveau 2F te beheersen. Een deel van de leerlingen heeft moeite om dit beoogde fundamentele niveau te behalen. Deze publicatie bevat leerroutes die bedoeld zijn om scholen te ondersteunen bij het aanbieden van een passend onderwijsaanbod voor vmbo-leerlingen. De ontwikkelde leerroutes hebben als doel vmbo-leerlingen met achterstand op het gebied van taal een optimale weg te laten afleggen om niveau 2F te bereiken.
9 maart 2017
Bij de herziening van de examenprogramma’s havo/vwo in 2007 publiceerde SLO de Handreiking schoolexamen Nederlands havo/vwo. Het doel van de handreikingen is om leraren en scholen op weg te helpen bij de vormgeving van het schoolexamen. In 2011 is het examenprogramma Nederlands voor havo/vwo opnieuw gewijzigd in verband met de invoering van het referentiekader taal en rekenen. Deel I van de publicatie werkt de wijzigingen die hiermee samenhangen uit. In deel II is de Handreiking schoolexamen Nederlands havo/vwo uit 2007 integraal opgenomen.
23 januari 2015
De resultaten van PISA in de periode 2003-2009 laten een dalende lijn zien - zowel absoluut (gemiddelde scores) als relatief (positie op de internationale ranglijst) - in prestaties van Nederlandse leerlingen voor wiskunde en deels ook voor leesvaardigheid en natuurwetenschappen. Naar aanleiding hiervan heeft de directie Voortgezet Onderwijs van OCW SLO gevraagd een analyse van de PISA-uitkomsten uit te voeren waarin deze daling vanuit leerplankundig perspectief verklaard wordt. Bij deze analyse is als kapstok gehanteerd de indeling in leerplankundige verschijningsvormen: beoogd, uitgevoerd en bereikt curriculum. Met name ging het daarbij om de vraag hoe dat wat gevraagd en getoetst wordt bij PISA zich verhoudt tot de kerndoelen, de meest gebruikte methoden en de lespraktijk op basis van die methoden. Daarbij is niet alleen gekeken naar de onderbouw van het voortgezet onderwijs, maar naar de hele fase van het funderend onderwijs (4 - 15) en daarnaast ook naar de tweede fase.
21 april 2010
Het eindexamenprogramma moderne vreemde talen (MVT) voor havo en vwo bevat examendomeinen voor de taalvaardigheden lezen, luisteren, gesprekken voeren / spreken en schrijven. Alle vaardigheden dienen te worden opgenomen in de lesprogramma's en te worden getoetst als onderdeel van het eindexamen. Daarbij krijgt leesvaardigheid de zwaarste weging, doordat deze vaardigheid in het centraal examen wordt getoetst en daarmee vijftig procent van het eindcijfer bepaalt. De overige vaardigheden worden in het schoolexamen getoetst. Het toetsen van de schoolexamenonderdelen gebeurt onder verantwoordelijkheid van de vaksectie, die toetsvorm en -inhoud en weging zelf kan bepalen. Voor gespreksvaardigheid resulteert dit in een grote variatie aan keuzes. Mede daarom zijn er geen landelijke gegevens bekend over hoe leerlingen daadwerkelijk voor deze vaardigheid presteren. De indruk bestaat echter dat de productieve vaardigheden, vooral de mondelinge, vaak weinig aandacht krijgen. Om hier meer inzicht in te krijgen is in de zomer van 2013 onderzoek gedaan naar doelstellingen en toetsing van gespreksvaardigheid Engels, Duits en Frans in het havo en vwo. Dit rapport beschrijft de onderzoeksopzet en de resultaten van de digitale enquête. Het sluit af met de conclusies die uit de resultaten van de enquête kunnen worden getrokken.
9 december 2015