Zoeken - zoekresultaten
verfijn de resultaten
Ook in groep 3-4 gaan teksten over onderwerpen die dichtbij de kinderen staan, maar anders dan bij groep 1-2 kunnen ze ook over de nabije toekomst of een nabij verleden gaan. De zakelijke teksten hebben een herkenbare structuur. Ze bestaan bijvoorbeeld uit een heldere opsomming, een herkenbare chronologische beschrijving of een duidelijke beschrijving met kenmerken.
De essentie van een functionele leestaak is dat de leerling echt belang heeft bij het lezen, bij het verwerven van informatie uit de tekst. Ga uit van bestaande teksten en zoek binnen de context van het onderwerp naar een realistische opdracht waarbij de informatie uit de tekst(en) onmisbaar is. Of ga uit van een (actueel) thema of probleem dat leerlingen interesseert en zoek daar teksten en een passende opdracht bij.
Eigen voorkennis koppelen aan de inhoud van de tekst is iets wat leerlingen in groep 7/8 steeds meer automatisch, uit zichzelf leren doen. Het gaat om kennis van het onderwerp en (bij verhalen en gedichten) ook om eigen gevoelens, ideeën, angsten, dromen, wensen, verlangens, normen en waarden.
Bij de verschillende fragmenten op deze website staat steeds eenonderwijsbehoefte benoemd. Deze suggesties voor de onderwijsbehoefte zijn niet voorgekomen uit een totaal analyse van de leesontwikkeling van het kind, maar gebaseerd op de inhoud van het fragment van het leesgesprek.
Leerlingen moeten dus de opbouw van een tekst doorzien, het schrijfdoel van de auteur kunnen noemen, het hoofdonderwerp en de hoofdgedachte van een tekst kunnen aangeven of een globale samenvatting kunnen maken en een oordeel kunnen geven over de tekst. Het samenvatten van teksten wordt niet gevraagd van leerlingen in de basisberoepsgerichte leerweg.
Het vergroten van samenhang binnen het taalonderwijs op de basisschool door taaldomeinen expliciet met elkaar te verbinden.
Geïntegreerd lees- en schrijfonderwijs is uiteindelijk gericht op tekstvaardigheid, op het effectief leren hanteren van verschillende genres in verschillende contexten. Voor de didactische vormgeving van dit onderwijs maken we gebruik van een zogeheten onderwijsleercyclus (Burns & Joyce, 1991).