Zoeken - zoekresultaten
verfijn de resultaten
Engels is sinds 1986 een verplicht vak in het basisonderwijs. Scholen bepalen zelf vanaf welke groep ze het aanbieden, het startmoment is niet wettelijk vastgelegd. Er zijn vier varianten.
Taalvaardigheden versterken elkaar. De ontwikkeling van mondelinge en schriftelijke taalvaardigheid is namelijk nauw met elkaar verweven. Mondelinge taalvaardigheid vormt de basis voor schriftelijke taalvaardigheid. De lees- en schrijfvaardigheid van leerlingen vergroot je dus door ook een koppeling te maken met mondelinge taalvaardigheid.
Ook lees- en schrijfvaardigheid versterken elkaar. Zo vergroot schrijven de leesvaardigheid van leerlingen, bijvoorbeeld door te schrijven over de teksten die je leest. Andersom vergroot lezen de schrijfvaardigheid, bijvoorbeeld door leerlingen een instructieve tekst te laten bestuderen en ze vervolgens zelf een instructie te laten schrijven.
Hieronder vind je concrete handreikingen voor samenhang tussen lezen, schrijven en mondelinge taalvaardigheid
po
Leren schrijven met peer response en instructie in genrekennis
In deze leerlijn schrijven voor de basisschool komen ook de taaldomeinen lezen en mondelinge taal aan bod. Met deze concreet uitgewerkte lessenseries voor de midden- en bovenbouw (groep 4-8) werken je leerlingen dus niet alleen aan hun schrijfvaardigheid, maar ook aan hun lees- en mondelinge taalvaardigheid.
Meer informatie over hoe je taaldomeinen expliciet met elkaar kunt verbinden in het basisonderwijs vind je hier. Taaldomeinen in samenhang
vo
Wil je weten hoe je je schrijfonderwijs betekenisvoller en uitdagender kunt maken voor je leerlingen? Zoek je voorbeelden van geïntegreerde lees- en schrijfopdrachten? Bekijk dan deze special schrijfonderwijs en toetsing bij Engels en Nederlands voor informatie, praktische handvatten en inspirerende praktijkvoorbeelden.
Een mooi voorbeeld (pdf, 356 kB) van een geïntegreerde lees- en schrijfopdracht voor de bovenbouw vmbo. De leerlingen lezen en gebruiken bronnen voor een zakelijke e-mail. Op deze pagina vind je voor de onderbouw vo meer lesideeën en uitgewerkte voorbeelden.
Een schoolbibliotheek vol hippe jeugdboeken. Gezellige leeshoekjes in de klassen. Leerlingen die elkaar boeken aanraden. En enthousiaste leerkrachten die zorgen dat alles op school lezen ademt. Dat is CKC Het Stroomdal in Zuidlaren. Het team stopte drie jaar geleden met haar methode voor begrijpend lezen, taal en spelling en gooide het leesonderwijs over een heel andere boeg.
Artikel uit SLO Context PO, nr. 20
Kennis van ons taalsysteem
Je kunt taal op verschillende niveaus beschouwen. Die niveaus samen vormen ons taalsysteem. We kunnen de nadruk leggen op de klank (fonologie), op de betekenis (semantiek), op de woordvorming (morfologie), op het zinsverband (syntaxis), op het gebruik (pragmatiek) en op de spelling (orthografie). Bij taalbeschouwing bestuderen we dit taalsysteem. Kennis van ons taalsysteem is nodig om taalvaardig te worden in lezen, schrijven en mondelinge taal.
Taal als doel
In het dagelijks leven is taal meestal een middel. Om te communiceren, om uitdrukking te geven aan je gevoelens en om grip te krijgen op de wereld om ons heen. In het onderwijs is het belangrijk om een onderdeel van taal ook als doel op zich te beschouwen, bijvoorbeeld het spellingsysteem. Het is namelijk belangrijk dat leerlingen leren hoe het spellingsysteem in elkaar zit. Zo leg je in je spellingonderwijs de regels uit van de werkwoordspelling, omdat het begrip daarvan niet vanzelf komt. Daar stopt het echter niet. Het is belangrijk dat leerlingen de transfer kunnen maken en letten op hun spelling in betekenisvolle situaties. Bijvoorbeeld door een tekst die ze geschreven hebben in de reviseerfase te controleren op spel- en formuleerfouten. Taal is dan weer het middel geworden, waarbij leerlingen kennis en vaardigheden inzetten die ze in spellinglessen leren. Op die manier werk je aan de spellingattitude van je leerlingen en laat je hun zien dat spelling geen doel op zichzelf is.
Metaconceptueel grammaticaonderwijs: wat betekent dat voor les en toets?
Grammaticaonderwijs is vaak hoofdzakelijk gericht op grammaticale termen, ezelsbruggetjes en controlevragen. Uit onderzoek blijkt dat een didactiek die juist achterliggende grammaticale metaconcepten centraal stelt tot veel meer grammaticaal inzicht voor leerlingen leidt. In dit artikel uit wordt aan de hand van een voorbeeld besproken hoe metaconceptueel grammaticaonderwijs eruitziet en wat dat betekent voor het toetsen van grammatica.
Hieronder vind je concrete handreikingen over de verbinding tussen taalbeschouwing en taalverzorging en lezen, schrijven en mondelinge taalvaardigheid
po
Leren schrijven met peer response en instructie in genrekennis
Wil je in je schrijflessen aandacht besteden aan taalbeschouwing? In de lessen peer response krijgen leerlingen instructie in het schrijven van verschillende soorten teksten. Daarbij leren ze over het gebruik van taalmiddelen om de doelen van een tekst te behalen. Denk bijvoorbeeld aan het gebruik van opsommingswoorden, tijd- en plaatswoorden in beschrijvende en betogende teksten.
vo
Zeven tips voor spellingonderwijs in het vo
Het lijkt of steeds meer leerlingen moeite hebben met spellen en het formuleren van goede zinnen. Hoe kun je daar als docent Nederlands iets aan doen? Naast zeven tips vind je op deze pagina ook informatie en voorbeelden om het spellen en formuleren van leerlingen in de onderbouw van het voortgezet onderwijs te verbeteren.
po/vo
Leerlijn begrippen voor taalbeschouwing
Deze leerlijn bestaat uit een set geordende begrippen waarmee we kennis over taal uitdrukken. Hiermee kun je met je leerlingen praten over taal en taalgebruik. Met deze begrippenlijst kunnen we het domein taalbeschouwing beter afstemmen op de lees-, schrijf- en mondelinge taalvaardigheid. Meer informatie vind je op de themapagina Leerlijn begrippen voor taalbeschouwing.
Goede afstemming tussen het vo en het vervolgonderwijs is een gedeelde verantwoordelijkheid. Het gaat hierbij om afstemming van taalbeheersingsniveaus en taaldidactiek.
Onze leerlingen lezen meer (elke dag gemiddeld 4 uur op hun telefoon) maar ze lezen ook zeker minder: gemiddeld 8 minuten per dag uit een papieren boek. Hoe krijgen we ze geïnspireerd om boeken te lezen? En hoe zorgen we er voor dat ze beter begrijpen wat ze lezen. Want we weten: wie goed kan lezen, leest meer en wordt steeds beter!
Er is geen definitie van het begrip 'taalzwakke leerling'. Doorgaans duiden we met deze term op leerlingen die achterblijven ten opzichte van het niveau dat van hen verwacht wordt.