Zoeken - zoekresultaten
verfijn de resultaten
Hier beschrijven we een leerlijn modelleren ontleend aan het onderzoek van Onne van Buuren.1 Deze leerlijn modelleren kan gezien worden als een goed geplande opeenvolging van model-leercycli gekoppeld aan specifieke onderwerpen en verschijnselen. Het globale leerdoel is te voldoen aan de eindtermen van het schoolcurriculum.
Een model is een benadering van de werkelijkheid, waarbij door aannames het begrip van die werkelijkheid ‘vergroot’ moet worden.
In de algemene economie worden verschillende macro-economische modellen gebruikt.
Het examenprogramma natuurkunde vwo omvat het nieuwe domein quantumwereld.1 Deze wereld wordt bevolkt door een groot aantal modellen: het Bohr model van het atoom, het fotonmodel van licht, het quantummodel van een deeltje. In de natuurwetenschap hebben deze modellen een stevige basis, maar bij eerste kennismaking zijn deze modellen abstract en vreemd.
Verschillen in het gebruik van het begrip modelleren in de vakken natuurkunde en wiskunde.
Een leerlijn modelleren kan gestructureerd worden in de tijd door een keuze van modelleeropdrachten met een oplopende moeilijkheidsgraad. Er kunnen vier modelleerniveaus worden onderscheiden die op elkaar voortbouwen
Op deze pagina en op de pagina Denken in modellen wordt de Didactiek van modelleren uitgewerkt in leselementen die binnen het kader van een modelleeropdracht in volgorde aan de orde kunnen komen.
Modelleren is een kernactiviteit van de (natuur)wetenschap. Binnen het kader van het modelleeronderwijs in het VO zijn de leerdoelen:1,2 het leren herkennen van situaties waar bekende modellen een rol spelen, het leren opstellen van modellen (alleen vwo) en het interpreteren van modeluitkomsten in het licht van het gestelde probleem.
Parallel aan de leerlijn van de modelleeropdrachten in het curriculum moeten een aantal ondersteunende leeractiviteiten geprogrammeerd worden om noodzakelijke kennis en vaardigheden voor modelleren te ontwikkelen.