Zoeken - zoekresultaten
verfijn de resultaten
In dit artikel bespreekt oud-SLO'er Marc den Elzen het beoogde doel van de vernieuwing van het vak M&O in bedrijfseconomie, ondernemerschap en financiële zelfredzaamheid. Daarbij neemt hij het rapport van de vakvernieuwingscommissie als basis. Wat was en is de missie van de vakvernieuwing? Of wel:
wat is met de vernieuwing beoogd? En wanneer is deze missie geslaagd?
Vanaf schooljaar 2018/2019 maakt het havo- en vwo-vak Management & organisatie (M&O) plaats voor het landelijke examenprogramma Bedrijfseconomie, ondernemerschap en financiële zelfredzaamheid. Het nieuwe vak is concreter en zorgt voor een duidelijke link tussen bedrijven en particulieren.
In het nieuwe examenprogramma bedrijfseconomie, ondernemerschap en financiële zelfredzaamheid is domein H: keuzeonderwerpen toegevoegd. Dit onderdeel van het programma hoort bij het schoolexamen. Bij havo is hier twintig uur voor gereserveerd, bij vwo veertig uur. In dit artikel licht oud-SLO'er Marc den Elzen het domein H verder toe.
Wat moeten kinderen per leergebied kennen en kunnen? Deze vraag staat centraal in het landelijke programma Curriculum.nu. Negen ontwikkelteams met leraren en schoolleiders ontwikkelen voor negen leergebieden een visie op deze vraag, waarbij ze onder meer worden ondersteund door experts van SLO. Per leergebied geven geselecteerde ontwikkelscholen feedback op de tussenresultaten van de teams en werken ze aan het ontwikkelen van een schooleigen curriculum. Eén van die scholen is Kindcentrum Het Talent in Asten, dat ondernemerschap en thematisch werken hoog in het vaandel heeft staan.
Het programma bedrijfseconomie, ondernemerschap en financiële zelfredzaamheid (hierna: bedrijfseconomie) start in augustus 2018. Veel leerlingen zullen dit vak naast het vak economie volgen. Hoe kun je als docent/vaksectie deze twee vakken zo op elkaar afstemmen dat ze daar maximaal profijt van hebben? Hoe kunnen de twee vakken vanuit onderlinge afstemming het economisch bewustzijn van leerlingen gezamenlijk versterken, zodat ze aan het einde van het voortgezet onderwijs een duidelijk economisch cv hebben. En wat betekent dat dan voor de leerling die slechts één van de twee vakken volgt?
Artikel uit het Tijdschrift voor het Economisch Onderwijs