Zoeken - zoekresultaten
verfijn de resultaten
Sinds augustus 2010 is het referentiekader taal (en rekenen) wettelijk van kracht. Binnen het referentiekader zijn vier referentieniveaus omschreven en het is daarmee van toepassing op po, vo en mbo.
Het referentiekader taal is ingevoerd om de aansluiting tussen de sectoren te verbeteren en het taalvaardigheidsniveau te verhogen.
In het Referentiekader doorlopende leerlijnen taal en rekenen is voor het hele onderwijs (van de basisschool tot het hoger onderwijs) vastgelegd wat leerlingen moeten kennen en kunnen als het gaat om Nederlandse taal en rekenen/wiskunde.
Voor het vmbo geldt dat de exameneenheid Schrijfvaardigheid vergeleken kan worden met de omschrijving van het referentiekader taal voor schrijven op 2F.
Voor het vmbo geldt dat de exameneenheid leesvaardigheid vergeleken kan worden met de omschrijving van het referentiekader taal voor lezen op 2F.
Voor het vmbo geldt dat de exameneenheid Gespreksvaardigheid vergeleken kan worden met de omschrijving van het referentiekader taal voor mondelinge taalvaardigheid, de onderdelen spreken en gesprekken voeren op 2F.
Voor het vmbo geldt dat de exameneenheid Fictie vergeleken kan worden met de omschrijving van het referentiekader taal voor het lezen van fictionele, narratieve en literaire teksten op 2F.
Vanaf 2011 wordt bij het examen Nederlands in het vmbo het referentiekader taal in acht genomen.
Iedereen die in Europa lesgeeft in een moderne vreemde taal, heeft ongetwijfeld al van het Europees Referentiekader gehoord. Het Europees Referentiekader (in Nederland vaak afgekort tot ERK) is de Nederlandse benaming voor het Common European Framework of Reference (CEFR, ook de afkorting CEF wordt gebruikt).
Voor het vmbo geldt dat de exameneenheden luister- en kijkvaardigheid vergeleken kunnen worden met de omschrijving van het referentiekader taal voor luisteren op 2F.
Ja, SLO is bezig met een advies over de toekomst van het Referentiekader voor het primair en voortgezet onderwijs.