Zoeken - zoekresultaten
verfijn de resultaten
De rekencoördinator en/of wiskundesectie heeft kennis van en informatie over mogelijkheden in het reken-wiskundeonderwijs. Bij het werken aan het versterken van basisvaardigheden rekenen-wiskunde is het verstandig om afstemming en coördinatie van de inhoud via hen te organiseren.
Reflectiewijzer Rekenen-Wiskunde
Eén van de thema's in de Reflectiewijzer Rekenen-Wiskunde is ‘Faciliteren van het team'. De richtinggevende vragen helpen een schoolteam na te denken over onder meer de inzet en rol van een rekencoördinator en het rekenbeleid op de school.
Netwerk rekencoördinatoren
De Nederlandse Vereniging voor de Ontwikkeling van RekenWiskundeOnderwijs (NVORWO) heeft netwerken voor en door rekencoördinatoren als één van haar speerpunten.
Sinds augustus 2010 is het referentiekader taal (en rekenen) wettelijk van kracht. Binnen het referentiekader zijn vier referentieniveaus omschreven en het is daarmee van toepassing op po, vo en mbo.
Het referentiekader taal is ingevoerd om de aansluiting tussen de sectoren te verbeteren en het taalvaardigheidsniveau te verhogen.
Rekenen doe je precies of ongeveer, schriftelijk of uit het hoofd. In het algemeen zijn de volgende vier rekenvormen te onderscheiden:
- precies: uit het hoofd, dat wil zeggen op basis van kennis van rekenfeiten (zoals tafels) of onder gebruikmaking van een hoofdrekenstrategie (zoals wanneer 8x25 via 4x100 wordt uitgerekend). In dat laatste geval kan ook gebruik worden gemaakt van passende tussennotaties. Zie verder kerndoel 28.
- precies: schriftelijk, dat wil zeggen op basis van vaste rekenprocedures die stap voor stap schriftelijk worden uitgevoerd. Dit betreft behalve de cijferprocedures waarbij met cijfers of positiewaarden gewerkt wordt, ook de kolomsgewijze procedures waarbij met getalwaarden wordt gewerkt. Zie verder kerndoel 30.
- ongeveer, dat wil zeggen door de getallen in een situatie af te ronden tot makkelijk hanteerbare getallen die gebruikt kunnen worden om via een eenvoudige hoofdrekenstrategie tot een benadering van de uitkomst te komen. Al naar gelang de situatie kan sprake zijn van tussennotaties. Zie verder kerndoel 29.
- precies: op de rekenmachine, hierbij wordt een oplossingsstrategie bedacht die vervolgens met behulp van de rekenmachine wordt uitgevoerd. Soms worden alle rekenhandelingen op de machine gedaan, soms gebeurt dit slechts ten dele, namelijk voor de meest bewerkelijke handelingen.
Wanneer wordt welke rekenvorm aangeboden?
Precies leren rekenen staat in ons leerplan voorop. In eerste instantie gaat de aandacht volledig uit naar hoofdrekenen. Aanvankelijk betreft dit helemaal uit het hoofd rekenen (zoals bij het optellen en aftrekken tot 20 en bij de tafels), naderhand wordt veel aandacht besteed aan het gebruik van passende tussennotaties bij hoofdrekenen. Geleidelijk aan leren de leerlingen zulke notaties steeds verkorter te gebruiken, totdat de tussennotaties uiteindelijk grotendeels verdwijnen.
In tweede instantie gaat de aandacht uit naar de tweede vorm van precies rekenen, dat wil zeggen het schriftelijk rekenen waarbij gebruik wordt gemaakt van standaardprocedures. Deze komen grotendeels voort uit de hoofdrekenstrategieën die eerder aan de orde zijn gesteld.
Naast het schriftelijk rekenen gaat het schattend rekenen vervolgens steeds meer een rol spelen. De uitkomsten van het precies rekenen kunnen er mee gecontroleerd worden. Maar ook speelt schattend rekenen een belangrijke rol in situaties waarin een precieze uitkomst niet nodig of niet mogelijk is.
Bijvoorbeeld: je koopt 4 broden van € 2,48. Heb je genoeg aan een tientje om te betalen? En: hoeveel auto's staan er ongeveer in een file van 3 kilometer?
Wordt het precies en ongeveer rekenen grotendeels beheerst, dan wordt de rekenmachine geïntroduceerd. Hiermee ontstaat de mogelijkheid om allerlei omslachtige berekeningen snel, efficiënt en foutloos uit te voeren. Wel is het belangrijk dat leerlingen uitkomsten kunnen controleren met behulp van een schatstrategie.
Rekenen is geen apart vak in het voortgezet onderwijs, maar scholen verwachten wel dat er aandacht is voor het onderhouden van rekenvaardigheden.
Uit (inter)nationaal onderzoek blijkt dat een groot deel van de leerlingen in het reguliere basisonderwijs het fundamentele 1F-niveau behaalt. Te weinig leerlingen halen het 1S-niveau. De S, die staat voor streefniveau, zou het standaardniveau moeten zijn.
Verschillende publicaties geven aanvullende informatie over de scores op de F- en S-niveaus uit het referentiekader. Bijvoorbeeld het rapport Peil.Rekenen-Wiskunde einde (speciaal) onderwijs van de Inspectie van het Onderwijs. En het rapport Taal en rekenen in het vizier van de Onderwijsraad.
Reflectiewijzer Rekenen-Wiskunde
De Reflectiewijzer Rekenen-Wiskunde is verspreid op alle scholen in het (speciaal) basisonderwijs in Nederland. Het instrument helpt schoolteams om in gesprek te gaan over de kwaliteit van het reken-wiskundeonderwijs. In de reflectiewijzer staan ook richtinggevende vragen over het F- en S-niveau.
De expertpoule bestaat uit inhoudelijke SLO-curriculumontwikkelaars met expertise op het gebied van de vakoverstijgende aspecten, zoals taal en rekenen in de andere vakken, samenhang en diversiteit. De expertpoule is beschikbaar voor de teams en vakvernieuwingscommissies om vakoverstijgende aspecten goed te beleggen. Ook werkt de expertpoule samen met het monitorteam bij het uitvoeren van de inhoudelijke analyses.