Zoeken - zoekresultaten
verfijn de resultaten
De leerlingen leren praktische en formele rekenwiskundige problemen op te lossen en redeneringen helder weer te geven.
De leerlingen leren de basisbewerkingen met gehele getallen in elk geval tot 100 snel uit het hoofd uitvoeren, waarbij optellen en aftrekken tot 20 en de tafels van buiten gekend zijn.
De vakvernieuwingscommissies Nederlands en wiskunde havo-vwo verkennen hoe het Referentiekader Taal en Rekenen zich verhoudt tot de conceptexamenprogramma's. De commissies adviseren vervolgens over de functie en bruikbaarheid van het Referentiekader voor de bovenbouw van het voortgezet onderwijs. De examenprogramma's wiskunde vmbo die in najaar 2022 worden opgeleverd, zullen in deze verkenning worden meegenomen.
Leerlingen ervaren vaak een drempel bij de overgang van po naar vo, van rekenen naar wiskunde. Voor een soepele doorstroom van po naar vo is het belangrijk om aandacht te hebben voor overeenkomsten en verschillen. Leerlingen hebben in groep 7 en 8 van het po inhouden aangeboden gekregen die in de onderbouw van het vo net anders en daarom soms niet herkenbaar zijn.
In onderstaande publicaties worden voorbeelden gegeven van de verschillen tussen po en vo.
De leerlingen leren schriftelijk optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen volgens meer of minder verkorte standaardprocedures.
De leerlingen leren meten en leren te rekenen met eenheden en maten, zoals bij tijd, geld, lengte, omtrek, oppervlakte, inhoud, gewicht, snelheid en temperatuur.