Zoeken - zoekresultaten
verfijn de resultaten
Bij rekenen-wiskunde gaat het om basisvaardigheden die bijdragen aan de gecijferdheid van leerlingen.
Werken vanuit hoge verwachtingen bij rekenen en wiskunde
SLO geeft je in zes uitgaves handvatten om de aanbevelingen uit de leidraad van de NRO toe te passen op je reken- en wiskundeonderwijs. Zo zorg je voor uitdagende reken- en wiskundelessen voor elke leerling. De eerste twee uitgaves zijn nu gepubliceerd.
Schattend tellen en rekenen doen mensen binnen hun werk of thuis om verschillende redenen:
- Om te weten hoeveel ongeveer goed genoeg is om een beslissing te kunnen nemen. Bijvoorbeeld: een aannemer hoeft niet te weten hoeveel stenen er precies nodig zijn, maar hoeveel pallets stenen besteld moeten (tenzij de stenen erg duur zijn);
- Als opstapje naar een precieze berekening (handig rekenen door te werken met compensaties). Bijvoorbeeld: 5 x € 2,95 is ongeveer 5 x € 3,00 = € 15,00. (maar in werkelijkheid 5 x € 0,05 minder);
- Om een berekening te controleren: Het gaat dan om het bepalen van de orde van grootte: bij grote getallen (cijferend of op de rekenmachine), of om de komma te kunnen plaatsen bij een berekening met kommagetallen; in zulke gevallen volstaat een grove schatting (met de hele getallen);
- Bij gebrek aan precieze gegevens of als een grote nauwkeurigheid niet noodzakelijk is. Bijvoorbeeld: het bepalen van de hoogte van een boom of een flatgebouw, de lengte van een file of de afstand naar je vakantiebestemming.
In dagelijkse betaalsituaties kun je meestal volstaan met schattingen.
Bijvoorbeeld: Ik heb 3 pakken koffie van € 3,78, 1 doos wasmiddel van € 7,98 en 4 pakken lucifers van € 1,18 in mijn mandje liggen. Heb ik aan € 10,- genoeg om te betalen? Het gebruik van pinnen maakt deze toepassing echter steeds minder noodzakelijk. Daardoor verschuift het schatten naar het begroten van uitgaven in relatie tot inkomsten, zodat (te veel) rood staan wordt voorkomen.
Als je moet controleren of een berekening met de rekenmachine klopt, hoef je bijna nooit precies te rekenen:
- 1250 + 16, moet iets meer dan 1250 zijn;
- 4516 + 375, moet iets minder dan 4900 zijn;
- 391,36 - 16,752 zal ongeveer 375 zijn.
Leerlingen krijgen te maken met de rekentoets. Tegelijkertijd is in het examenprogramma van wiskunde A havo subdomein B1 Rekenen opgenomen.
De producten van Passende perspectieven rekenen helpen scholen om een passend onderwijsaanbod vorm te geven voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften op het gebied van rekenen. Zo kunnen zij werken aan landelijke, hoge doelen, maar daarbij keuzes maken die passen bij het perspectief van de leerlingen.