Zoeken - zoekresultaten
verfijn de resultaten
Introductie en algemene informatie over het schoolexamen bedrijfseconomie havo/vwo.
Deze handreiking is bedoeld voor alle scholen in het funderend onderwijs die aan de slag willen met hun burgerschapsonderwijs volgens de aangescherpte wetgeving.
Basisvaardigheden taal zijn de taalvaardigheden die leerlingen als basis nodig hebben om te functioneren in het (vervolg)onderwijs en de samenleving. Het gaat om lezen, schrijven en mondelinge taalvaardigheid.
Een derde ontwerpprincipe om vakinhoudelijke samenhang in je in je taalles te creeëren, is door taaltaken in het ene domein te laten voorbereiden in het andere domein.
Voor een goede afstemming van het onderwijs en de toetsing van onderdelen van het schoolexamen die inhoudelijk in elkaars verlengde liggen en elkaar zelfs kunnen overlappen, is overleg wenselijk tussen de vaksectie wiskunde en andere vakken. Initiatief hiervoor hoeft niet alleen uit te gaan van de vaksectie wiskunde, ook andere vaksecties zullen het belang van een goede afstemming onderstrepen.
Wiskundig inzicht en handelen
Kerndoel 23
De leerlingen leren wiskundetaal gebruiken.
Kerndoel 24
De leerlingen leren praktische en formele reken-wiskundige problemen op te lossen en redeneringen helder weer te geven.
Kerndoel 25
De leerlingen leren aanpakken bij het oplossen van reken wiskundeproblemen te onderbouwen en leren oplossingen te beoordelen.
Getallen en bewerkingen
Kerndoel 26
De leerlingen leren structuur en samenhang van aantallen, gehele getallen, kommagetallen, breuken, procenten en verhoudingen op hoofdlijnen te doorzien en er in praktische situaties mee te rekenen.
Kerndoel 27
De leerlingen leren de basisbewerkingen met gehele getallen in elk geval tot 100 snel uit het hoofd uitvoeren, waarbij optellen en aftrekken tot 20 en de tafels van buiten gekend zijn.
Kerndoel 28
De leerlingen leren schattend tellen en rekenen.
Kerndoel 29
De leerlingen leren handig optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen.
Kerndoel 30
De leerlingen leren schriftelijk optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen volgens meer of minder verkorte standaardprocedures.
Kerndoel 31
De leerlingen leren de rekenmachine met inzicht te gebruiken.
Meten en meetkunde
Kerndoel 32
De leerlingen leren eenvoudige meetkundige problemen op te lossen.
Kerndoel 33
De leerlingen leren meten en leren te rekenen met eenheden en maten, zoals bij tijd, geld, lengte, omtrek, oppervlakte, inhoud, gewicht, snelheid en temperatuur.