Zoeken - zoekresultaten
verfijn de resultaten
De leerlingen leren een aantal taalkundige principes en regels. Zij kunnen in een zin het onderwerp, het werkwoordelijk gezegde en delen van dat gezegde onderscheiden. De leerlingen kennen:
regels voor het spellen van werkwoorden; regels voor het spellen van andere woorden dan werkwoorden; regels voor het gebruik van leestekens.
Voor de beschrijving van de stand van zaken van het schoolvak Nederlands maken we gebruik van de drieslag Beoogd-Uitgevoerd-Gerealiseerd curriculum
De leerlingen in een brugklas hebben verschillende achtergronden en komen doorgaans van verschillende basisscholen. De taalvaardigheid die ze meebrengen loopt dan ook uiteen.
Laat leerlingen een tekst navertellen (in plaats van samenvatten of tekstvragen erover beantwoorden).
In het Referentiekader doorlopende leerlijnen taal en rekenen is voor het hele onderwijs (van de basisschool tot het hoger onderwijs) vastgelegd wat leerlingen moeten kennen en kunnen als het gaat om Nederlandse taal en rekenen/wiskunde.
In dit model bevindt een quantumdeeltje zich in een asymmetrische 1-dimensionaleput met eindige diepte.
De voorkomende facilitaire werkzaamheden in en rondom het gastenverblijf en de accommodatie voorbereiden en uitvoeren.