Zoeken - zoekresultaten
verfijn de resultaten
Kennis van ons taalsysteem
Je kunt taal op verschillende niveaus beschouwen. Die niveaus samen vormen ons taalsysteem. We kunnen de nadruk leggen op de klank (fonologie), op de betekenis (semantiek), op de woordvorming (morfologie), op het zinsverband (syntaxis), op het gebruik (pragmatiek) en op de spelling (orthografie). Bij taalbeschouwing bestuderen we dit taalsysteem. Kennis van ons taalsysteem is nodig om taalvaardig te worden in lezen, schrijven en mondelinge taal.
Taal als doel
In het dagelijks leven is taal meestal een middel. Om te communiceren, om uitdrukking te geven aan je gevoelens en om grip te krijgen op de wereld om ons heen. In het onderwijs is het belangrijk om een onderdeel van taal ook als doel op zich te beschouwen, bijvoorbeeld het spellingsysteem. Het is namelijk belangrijk dat leerlingen leren hoe het spellingsysteem in elkaar zit. Zo leg je in je spellingonderwijs de regels uit van de werkwoordspelling, omdat het begrip daarvan niet vanzelf komt. Daar stopt het echter niet. Het is belangrijk dat leerlingen de transfer kunnen maken en letten op hun spelling in betekenisvolle situaties. Bijvoorbeeld door een tekst die ze geschreven hebben in de reviseerfase te controleren op spel- en formuleerfouten. Taal is dan weer het middel geworden, waarbij leerlingen kennis en vaardigheden inzetten die ze in spellinglessen leren. Op die manier werk je aan de spellingattitude van je leerlingen en laat je hun zien dat spelling geen doel op zichzelf is.
Metaconceptueel grammaticaonderwijs: wat betekent dat voor les en toets?
Grammaticaonderwijs is vaak hoofdzakelijk gericht op grammaticale termen, ezelsbruggetjes en controlevragen. Uit onderzoek blijkt dat een didactiek die juist achterliggende grammaticale metaconcepten centraal stelt tot veel meer grammaticaal inzicht voor leerlingen leidt. In dit artikel uit wordt aan de hand van een voorbeeld besproken hoe metaconceptueel grammaticaonderwijs eruitziet en wat dat betekent voor het toetsen van grammatica.
Hieronder vind je concrete handreikingen over de verbinding tussen taalbeschouwing en taalverzorging en lezen, schrijven en mondelinge taalvaardigheid
po
Leren schrijven met peer response en instructie in genrekennis
Wil je in je schrijflessen aandacht besteden aan taalbeschouwing? In de lessen peer response krijgen leerlingen instructie in het schrijven van verschillende soorten teksten. Daarbij leren ze over het gebruik van taalmiddelen om de doelen van een tekst te behalen. Denk bijvoorbeeld aan het gebruik van opsommingswoorden, tijd- en plaatswoorden in beschrijvende en betogende teksten.
vo
Zeven tips voor spellingonderwijs in het vo
Het lijkt of steeds meer leerlingen moeite hebben met spellen en het formuleren van goede zinnen. Hoe kun je daar als docent Nederlands iets aan doen? Naast zeven tips vind je op deze pagina ook informatie en voorbeelden om het spellen en formuleren van leerlingen in de onderbouw van het voortgezet onderwijs te verbeteren.
po/vo
Leerlijn begrippen voor taalbeschouwing
Deze leerlijn bestaat uit een set geordende begrippen waarmee we kennis over taal uitdrukken. Hiermee kun je met je leerlingen praten over taal en taalgebruik. Met deze begrippenlijst kunnen we het domein taalbeschouwing beter afstemmen op de lees-, schrijf- en mondelinge taalvaardigheid. Meer informatie vind je op de themapagina Leerlijn begrippen voor taalbeschouwing.
Op de meeste scholen staat rekenen-wiskunde elke dag op het programma. Het gaat ten slotte over een basisvaardigheid waar veel aandacht voor nodig is in het onderwijs. Emoties kunnen daarbij veel invloed hebben op het leren van leerlingen. Waar rekenangst een serieus en belemmerend probleem kan zijn bij het leren rekenen, kan rekenplezier juist enorm helpen. Twee uitersten dus, om heel serieus te nemen bij het leren van basisvaardigheden rekenen-wiskunde.
Rekenangst en wiskundeangst
Er is en wordt veel onderzoek gedaan naar rekenangst en wiskundeangst. Inzichten daaruit laten zien dat angst de prestaties beïnvloedt, én andersom. Het werkgeheugen speelt hierin een grote rol. Om de cirkel te doorbreken zijn succeservaringen heel belangrijk. Als leerkracht kun je daarin een centrale rol spelen.
Rekenangst: je kan er wat tegen doen!
Lukt het jou om je rekenles steeds weer zo in te richten dat ook je rekenangstige leerlingen gemotiveerd en actief leren? Hoe creëer je perspectief zodat juist deze onzekere leerlingen open en onbevangen aan een rekenopdracht beginnen, hun rekenvaardigheden uitbreiden en weer plezier beleven? Hoe vermijd je rekenangst en op welke manier kun je deze angst reduceren of zelfs wegnemen? Lees het artikel Rekenangst: je kan er wat tegen doen! (pdf, 11 MB).
Reken- en wiskundeplezier
Als je ergens plezier in hebt, leer je makkelijker. Rekenen en wiskunde kennen veel verschillende onderdelen die geleerd moeten worden, die op het eerste gezicht niet allemaal even 'plezierig’ lijken. Oefenen is daarbij een belangrijk onderdeel waar veel tijd in gaat zitten. Toch zijn er veel mogelijkheden om rekenen en wiskunde op een leuke manier aan te bieden. We doen hieronder twee suggesties:
Grote Rekendag
Elk jaar wordt De Grote Rekendag georganiseerd, waarvoor speciaal thematisch materiaal wordt ontwikkeld. Rekenen-wiskunde wordt daarbij op een andere manier aangeboden. Onderzoekend en speels leren staan centraal. Uit ervaring blijkt dat leerlingen zo'n dag veel plezier hebben en vaak niet beseffen dat dit ook rekenen is. Vaker die koppeling leggen, kan leiden tot meer rekenplezier. Meer over De Grote Rekendag:
Met plezier oefenen via rekenspelletjes
Veel leerlingen beleven plezier aan het spelen van spelletjes. Spellen bieden de mogelijkheid om te werken aan basisvaardigheden van rekenen-wiskunde. Op verschillende manieren, niveaus en onderwerpen. Zo werk je met leerlingen zowel aan kennis, inzicht als vaardigheden.
Op onderstaande websites vind je informatie over hoe je rekenspelletjes kunt inzetten:
- Spel in de rekenles: beschrijving van spellen ter ondersteuning van het rekenen in het basisonderwijs
- Rondjerekenspel: inspiratie om rekenspellen in de lessen te gebruiken
Afgelopen maand kregen wij twee vragen binnen over bewegingsonderwijs, één vraag over het so en een vraag over het vso.
Informatie over het leergebied kunst & cultuur. Bestaande uit muziek, dans, drama, beeldende kunst, literatuur en cultureel erfgoed.
Dit informatieplein biedt een leerplankader en geeft houvast bij de invulling en borging van het leerplan (curriculum) voor het jonge kind (2 tot 7 jarigen) op voor- en vroegschoolse instellingen.
Met de komst van een nieuwe directeur kreeg P.C.B. de Kraanvogel een nieuwe impuls.