Zoeken - zoekresultaten
verfijn de resultaten
Wat leerlingen lezen, kunnen we niet los zien van de omgeving waarin ze lezen. Lezen vindt altijd ergens plaats en de omgeving waar je leest heeft invloed op je manier van lezen.
Zowel aan de Rijksuniversiteit Groningen als aan de CHE hebben studenten onderzoek gedaan naar leesgesprekken. In collegejaar 2013-2014 zijn binnen een onderzoekscollege aan de Faculteit der Letteren, Rijksuniversiteit Groningen, onder begeleiding van Prof. Dr. Kees de Glopper de leesgesprekken onderzocht.
In groep 3 en 4 leren kinderen te reageren op de inhoud van teksten en leren deze te waarderen. Het accent ligt op het waarderen van de inhoud. Aanvankelijk gaat het net als in groep 1 en 2 om emotionele reacties. Vanaf groep 4 wordt er een begin gemaakt met praten over tekstkenmerken.
De activiteiten in groep 5/6 bouwen voort op groep 3/4: leerlingen breiden hun kennis (wat is waar te vinden) en hun vaardigheden (je weg vinden in aanbod en bronnen) uit. Ze worden wegwijs gemaakt in bibliotheek, documentatiecentrum/mediatheek, en in naslagwerken, boeken, kranten en tijdschriften.
De fragmenten van gesprekken waarin leerlingen iets vertellen over de materiële leesomgeving thuis laten zien dat dergelijke informatie waardevol inzicht kan geven in hoe er thuis gelezen wordt en of kinderen daarin gestimuleerd worden.
Door in leesgesprekken te vragen naar het leesonderwijs en het boekenaanbod op school, krijgen leerlingen zelf de gelegenheid aan te geven wat ze waarderen of juist missen. Dit levert waardevolle inzichten op voor het leeronderwijs op school.