Zoeken - zoekresultaten
verfijn de resultaten
Kerndoel 1
De leerling leert zich mondeling en schriftelijk begrijpelijk uit te drukken.
Kerndoel 2
De leerling leert zich te houden aan conventies (spelling, grammaticaal correcte zinnen, woordgebruik) en leert het belang van die conventies te zien.
Kerndoel 9
De leerling leert taalactiviteiten (spreken, luisteren, schrijven en lezen) planmatig voor te bereiden en uit te voeren.
Kerndoel 10
De leerling leert te reflecteren op de manier waarop hij zijn taalactiviteiten uitvoert en leert, op grond daarvan en van reacties van anderen, conclusies te trekken voor het uitvoeren van nieuwe taalactiviteiten.
Kerndoel 3
De leerlingen leren strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van hun woordenschat.
Kerndoel 4
De leerlingen leren strategieën te gebruiken bij het verwerven van informatie uit gesproken en geschreven teksten.
Kerndoel 5
De leerlingen leren in schriftelijke en digitale bronnen informatie te zoeken, te ordenen en te beoordelen op waarde voor henzelf en anderen.
Kerndoel 8
De leerlingen leren verhalen, gedichten en informatieve teksten te lezen die aan hun belangstelling tegemoet komen en hun belevingswereld uitbreiden.
Kerndoel 9
De leerlingen leren taalactiviteiten (spreken, luisteren, schrijven en lezen) planmatig voor te bereiden en uit te voeren.
Kerndoel 10
De leerlingen leren te reflecteren op de manier waarop zij hun taalactiviteiten uitvoeren en leren, op grond daarvan en van reacties van anderen, conclusies te trekken voor het uitvoeren van nieuwe taalactiviteiten.
Kerndoel 10:
De leerlingen leren bij de doelen onder 'mondeling taalonderwijs' en 'schriftelijk taalonderwijs' strategieën te herkennen, te verwoorden, te gebruiken en te beoordelen.
Kerndoel 11:
De leerlingen leren een aantal taalkundige principes en regels. Zij kunnen in een zin het onderwerp, het werkwoordelijk gezegde en delen van dat gezegde onderscheiden. De leerlingen kennen:
- regels voor het spellen van werkwoorden;
- regels voor het spellen van andere woorden dan werkwoorden;
- regels voor het gebruik van leestekens.
Kerndoel 12:
De leerlingen verwerven een adequate woordenschat en strategieën voor het begrijpen van voor hen onbekende woorden. Onder 'woordenschat' vallen ook begrippen die het leerlingen mogelijk maken over taal te denken en te spreken.
Is de verwachte uitstroombestemming van de leerling vmbo-t of hoger? En heeft hij moeite met het behalen van referentieniveau 1F? Laat de leerling dan leerroute 1 volgen. Verwacht je dat je leerling naar vmbo bb/kb uitstroomt, dan kan leerroute 2 goed ingezet worden voor de leerling. En is de verwachte uitstroombestemming praktijkonderwijs of vso, dan biedt het plaatsen van de leerling in leerroute 3 een goed kader om te komen tot een passend taalaanbod.
Deze leerroutes zijn er ook voor lezen, luisteren, spreken en gesprekken.
De doelen mondelinge taalvaardigheid – luisteren, spreken en gesprekken voeren – komen er in de onderwijspraktijk veelal bekaaid van af. Zo blijkt uit de peiling van de Inspectie van het Onderwijs in het basisonderwijs dat expliciete leerdoelen mondelinge taalvaardigheid relatief onbekend en niet leidend zijn. Een doordacht curriculum mondelinge taalvaardigheid biedt kansen om leerlingen te motiveren voor het schoolvak Nederlands.
Artikel uit Levende Talen Magazine 2021, nummer 1
Meertaligheid is de talige diversiteit van de leerlingen die thuis een andere taal, dialect, spreektaal of gebarentaal spreken. Maar meertaligheid is ook een kenmerk van onze samenleving. "Jij, ik, jouw leerlingen, wij zijn allemaal meertalig. Het benutten van deze rijkdom biedt kansen voor de les", zeggen Inge Jansen, curriculumontwikkelaar Nederlands, en Daniela Fasoglio, curriculumontwikkelaar moderne vreemde talen (MVT) van SLO.
Artikel uit Van Twaalf tot Achttien september 2021