Zoeken - zoekresultaten
verfijn de resultaten
Woordtaal en beeldtaal zijn middelen om de objecten los van de context waarin je ze gebruikt weer te geven. Zinnen als "zesendertig is groter dan vierentwintig" of "Een vierkant kun je in twee driehoeken verdelen" kun je gebruiken om een wiskundige samenhang voor te stellen, zonder dat die een fysieke werkelijkheid beschrijft. Het gaat niet om de werkelijkheid, maar om de eigenschappen ("het zijn er 36") en de verbanden ("36 is groter dan 24", of: 36 > 24).
Havo
De kandidaat kan in contexten instructies voor onderzoek op basis van vraagstellingen uitvoeren en conclusies trekken uit de onderzoeksresultaten.De kandidaat maakt daarbij gebruik van consistente redeneringen en relevante rekenkundige en wiskundige vaardigheden.
Vwo
De kandidaat kan in contexten vraagstellingen analyseren, gebruikmakend van relevante begrippen en theorie, vertalen in een vakspecifiek onderzoek, dat onderzoek uitvoeren en uit de onderzoeksresultaten conclusies trekken. De kandidaat maakt daarbij gebruik van consistente redeneringen en relevante rekenkundige en wiskundige vaardigheden.
Havo
De kandidaat kan in contexten een probleem analyseren, een adequaat model selecteren en modeluitkomsten genereren en interpreteren. De kandidaat maakt daarbij gebruik van consistente redeneringen en relevante rekenkundige en wiskundige vaardigheden.
Vwo
De kandidaat kan in contexten een relevant probleem analyseren, inperken tot een hanteerbaar probleem, vertalen naar een model, modeluitkomsten genereren en interpreteren en het model toetsen en beoordelen. De kandidaat maakt daarbij gebruik van consistente redeneringen en relevante rekenkundige en wiskundige vaardigheden.
Bepaalde reken-wiskundige taken worden meer en meer overgenomen door ICT. Dit is van invloed op de reken-wiskundige vaardigheden die mensen nodig hebben om te functioneren in hun werk en in de samenleving. Het nadenken over welke rekenwiskundige bagage mensen nu en in de toekomst nodig hebben, is noodzakelijk om in het reken-wiskundeonderwijs de juiste doelen aan te bieden. Hierbij kun je denken aan manieren om problemen aan te pakken en op te lossen, en aan kritisch zijn bij informatie die gebaseerd is op cijfers.
Reken-wiskundige factchecking voor het basisonderwijs
SLO ontwikkelde samen met de Nederlandse Vereniging tot Ontwikkeling van het Reken-WiskundeOnderwijs (NVORWO) voorbeeldmatig lesmateriaal voor scholen en uitgevers. Hierin laten we zien wat kinderen al op de basisschool kunnen leren om beter voorbereid te zijn op de digitale maatschappij waarin nepnieuws een steeds grotere rol speelt. Voor alle groepen 3 tot en met 8 zijn lesactiviteiten ontwikkeld die flexibel kunnen worden ingezet in elke praktijk.
Wiskunde voor Morgen
Wiskunde voor Morgen is een website van de Nederlandse Vereniging van Wiskundeleraren (NVvW) en de Nederlandse Vereniging tot Ontwikkeling van het Reken-wiskundeonderwijs (NVORWO). De site biedt verschillende artikelen over actuele onderwijsthema’s en over reacties op recent beleid voor rekenen en wiskunde in het primair en voortgezet onderwijs. Bijvoorbeeld het artikel Welke reken-wiskundige bagage heb je nodig om volwaardig te kunnen participeren in de maatschappij?.
Bij het oplossen van praktische en wiskundige problemen zijn de volgende activiteiten belangrijk:
- Het betekenis geven aan, het inleven in en begrijpen van de probleemsituatie. En vervolgens het associëren: het leggen van verbanden met vergelijkbare of aanverwante problemen;
- Het vaststellen wat hoofd- en bijzaken in het probleem zijn, de essentie van het probleem ontdekken en het probleem structureren (modelleren);
- Het schematisch beschrijven van het probleem in een passende taal: bijvoorbeeld in modellen (zoals de getallenlijn), in tabellen of in formuletaal. En het verbeteren van deze beschrijvingen;
- Het zoeken naar al bekende oplossingen (vaak rekenprocedures) of het bedenken van nieuwe;
- Gevonden oplossingen onthouden en standaardiseren, het ontwikkelen van breed toepasbare procedures (aanpakken, zoals het rijg- en splitsstrategieën in het rekenen) en algoritmes (rekenwijzen, zoals het kolomsgewijs rekenen);
- Het beschrijven / onthouden van verworven wiskundige inzichten, zoals eigenschappen van bewerkingen;
- Het evalueren van oplossingen, het betekenis geven aan gevonden oplossingen en procedures, verbanden leggen met eerder onderzochte problemen en oplossingen daarvan.