Zoeken - zoekresultaten
verfijn de resultaten
Voor het vmbo geldt dat de exameneenheid Fictie vergeleken kan worden met de omschrijving van het referentiekader taal voor het lezen van fictionele, narratieve en literaire teksten op 2F.
Een toetsmatrijs is een tabel waarin wordt aangegeven hoe de opgaven van een toets worden verdeeld.
Richtlijnen voor het afnemen en evaluatie van het examen onderdeel fictie in het vmbo examen Nederlands.
introductie en algemene informatie over het schoolexamen bedrijfseconomie havo/vwo
De eindtermen die in het schoolexamen zeker aan bod moeten komen, zijn van een toelichting en suggesties voorzien. Belangrijk: deze suggesties zijn niet bindend. Inspiratie is onder andere gehaald uit materiaal dat docenten, methodeschrijvers, uitgevers, toetsontwikkelaars, vakdidactici en vakinhoudelijke verenigingen hebben ontwikkeld.
Met het aantal studielasturen (SLU) wordt aangegeven hoe zwaar een vak weegt in het vakkenpakket van de leerling. Dit aantal uren (géén lesuren) omvat alle activiteiten die nodig zijn om je in dit vak te bekwamen, dus lessen, huiswerk, practica, excursies, praktische opdrachten, het lezen van literatuur, etc. De totale studielast voor een leerling is ingezet op 40 (weken) x 40 (uur per week): dus ca. 1600 uur. Een havoleerling heeft dan totaal 3200 slu, een vwo-leerling 4800 slu, verspreid over de bovenbouwjaren.
Sinds 2003 wordt gewerkt aan de vernieuwing van de exacte vakken in de tweede fase. De aanleiding voor deze vernieuwing van de bètavakken werd gevormd door enerzijds maatschappelijke ontwikkelingen en anderzijds knelpunten in het vo-onderwijs in de bètavakken. Hoewel de details per vak verschillen, worden de volgende aspecten als aanleiding voor de vernieuwing door de diverse commissies, verenigd in β5, onderschreven: