Zoeken - zoekresultaten
verfijn de resultaten
De individuele verschillen tussen kleuters zijn groot: sommigen zijn al in staat zelf te lezen, anderen ontdekken nog maar net. Kleuters ontwikkelen in groep 1-2 kennis over zakelijke teksten en fictie en ze leren die kennis te benutten bij het luisteren naar en het zelf bekijken/lezen van teksten.
Tijdens het intepreteren van teksten koppelen leerlingen hun eigen kennis (‘kennis van de wereld’) en ervaringen aan de inhoud van de tekst. Bij verhalen en gedichten gaat het bijvoorbeeld om eigen gevoelens, ideeën, angsten, dromen of wensen.
In groep 1-2 maken leerlingen maken kennis met de schoolbibliotheek en de openbare bibliotheek. Leerlingen leren boeken te zoeken en te kiezen om te lezen/bekijken. Zo bekijken ze bijvoorbeeld de buitenkant en een paar platen van het boek om te beslissen of ze dit boek willen.
In groep 3-4 is het belangrijk dat de leraar leerlingen leert om hun eigen kennis en ervaringen aan de inhoud van de tekst te koppelen. Hij stelt vragen en lokt reacties uit. Met die eigen kennis en ervaringen leren leerlingen om voorspellingen over de inhoud te maken, om inferenties te maken, om eigen ervaringen te vergelijken en om nieuwe informatie op te doen.
De activiteiten in groep 3/4 bouwen voort op die in groep 1/2: leerlingen breiden hun kennis (wat is waar te vinden) en hun vaardigheden (je weg vinden in het aanbod en bronnen) uit. Leerlingen maken kennis met de functie en opzet van verschillende informatiebronnen zoals een woordenboek of een tijdschrift.