Zoeken - zoekresultaten
verfijn de resultaten
Binnen tekenen en handvaardigheid wordt ook aandacht besteed aan beeldende kunst. De aandacht voor dit onderwerp verandert in de loop van de jaren. Zo worden binnen een thema dieren in de onderbouw ook afbeeldingen van dieren in beeldende kunst getoond, terwijl in de bovenbouw het onderwerp 'dieren in de beeldende kunst' expliciet aan de orde kan komen.
Het werken op basis van gericht waarnemen krijgt gedurende de gehele basisschoolperiode aandacht. Dit kan het best duidelijk gemaakt worden aan de hand van het voorbeeld hieronder.
Tijdens de inleiding van de les bekijken de kinderen een levend dier: muis, kip, haan, konijn, leguaan, kikker. Ze praten over het karakteristieke uiterlijk van het dier en proberen daarbij een relatie te leggen tussen het uiterlijk en zijn leefwijze. Daarna proberen ze dit dier te tekenen, te schilderen, of te boetseren.
Bij jonge kinderen gaat het gericht waarnemen deels terloops. De beleving van bijvoorbeeld het echte dier in de klas staat voorop. Dat bevordert het expressiekarakter van het werk. Door het kijken naar en het praten over het dier zullen ze in hun werk meer karakteristieke details van het dier laten zien. Details die op hen het meeste indruk hebben gemaakt. Dat kan bijvoorbeeld de snavel zijn, of een heel groot oog, dat kan per kind heel verschillend zijn. Jonge kinderen zullen nooit een heel getrouwe kopie van de werkelijkheid maken.
Oudere kinderen vanaf een jaar of negen streven in hun werk meer naar gelijkenis met de werkelijkheid. Dat kan hen soms frustreren bij het werken naar directe waarneming. Daarom is het belangrijk de opdracht zo te stellen, dat dit streven naar perfectie niet een struikelblok gaat vormen. Vaak hebben kinderen vanaf een jaar of negen bij het verbeelden van hun ideeën even behoefte aan een afbeelding. 'Hoe ziet een pandabeer er uit of hoe staat een giraf op zijn poten?'. Een afbeelding van zo'n dier kan dan even helpen om het innerlijke beeld dat een kind heeft aan te scherpen. Beschouwen en vormgeven gaan dan hand in hand.
SLO heeft een verkenning uitgevoerd naar de ERK-niveaus van de moderne vreemde talen.
Op 25 en 26 januari vond de nationale eindronde van de European Olympiad of Experimental Science (EOES) plaats aan HAN University of Applied Sciences in Nijmegen.
Beleid werkt als het breed wordt gedragen. Om te komen tot breed gedragen beleid, met gedeelde prioriteiten, is het goed om als team uitgebreid met elkaar in gesprek te gaan over het reken- en wiskundeonderwijs.
SLO en de Universiteit van Amsterdam hebben onlangs de samenwerking bezegeld met het ondertekenen van de leerstoelovereenkomst.
Voor de ontwikkelaars van het nieuwe curriculum voor de bovenbouw van het vo is een tijdsbegrenzing per vak nodig om overladenheid te voorkomen.
Een mijlpaal in de afstemming tussen po, vo en de kennisbases van de lerarenopleidingen: de samenwerking tussen SLO en 10voordeleraar.
Op 25 maart hebben we de definitieve examenprogramma’s van 13 praktijkgerichte programma's voor het vmbo (gl en tl) overhandigd aan Mariëlle Paul.