Zoeken - zoekresultaten
verfijn de resultaten
Ieder team krijgt een advieskring, die bestaat uit een vertegenwoordiging van de onderwijspraktijk. De advieskring geeft het team feedback en reflecteert op de conceptkerndoelen. Het team kan de advieskring ook inzetten als zij extra expertise nodig hebben voor de ontwikkeling van de kerndoelen. Zo zorgen we ervoor dat er uiteindelijk conceptkerndoelen worden opgeleverd die gedragen worden door het onderwijsveld. Daarnaast kan het team gebruikmaken van de expertise van (vak)deskundigen.
Vakverenigingen hebben een actieve rol bij de actualisatie van de kerndoelen. Bij de werving en selectie van leden van de teams, als onderdeel van de advieskring van elk leergebied en bij de toetsing van conceptenproducten. Omdat er een groot beroep wordt gedaan op de inzet van vakverenigingen stelt het ministerie van OCW een subsidie beschikbaar om dit te kunnen organiseren.
De actualisatie van de kerndoelen start met een fase van ontwikkelen. Hierin worden geactualiseerde en nieuwe kerndoelen ontwikkeld. Dit duurt ongeveer 12 maanden. Daarna komt de actualisatie in een nieuwe fase, waarin we met scholen in gesprek gaan over de bruikbaarheid van de conceptkerndoelen in de onderwijspraktijk. Deze fase duurt 12 tot 18 maanden. Daarna worden de kerndoelen wettelijk vastgesteld door de minister.
Er is veel aandacht voor het versterken van basisvaardigheden van leerlingen. Als leerlingen de basisvaardigheden onvoldoende beheersen, worden ze geconfronteerd met problemen in het (vervolg)onderwijs en het functioneren in de maatschappij. Basisvaardigheden moeten ook structureel goed omschreven staan in het curriculum. Daarom zijn eerst de kerndoelen geactualiseerd van leergebieden die een duidelijke relatie hebben met de basisvaardigheden. Het gaat om de bestaande leergebieden Nederlands en rekenen en wiskunde, burgerschap en digitale geletterdheid, waar op dit moment nog geen samenhangende sets kerndoelen voor zijn.
Kerndoelen worden vastgesteld voor het primair onderwijs op het niveau van eind groep 8 en voor het voortgezet onderwijs op het niveau van einde onderbouw. Er is een verbijzondering van reguliere kerndoelen voor het speciaal onderwijs (so). Kerndoelen zijn vastgelegd in wet- en regelgeving (AMvB). Kerndoelen zijn de formele opdracht van de overheid aan de school en zijn bedoeld als instrument voor curriculum- en onderwijsontwikkeling. De geactualiseerde kerndoelen beschrijven waar leerlingen mee in aanraking moeten komen, welke inspanning er van hen wordt verwacht met het oog op kennis en ervaringen en wat ze uiteindelijk moeten beheersen. Kerndoelen beschrijven geen leerstof per schooljaar en schrijven geen vorm van pedagogiek, didactiek of onderwijstijd voor.
Vakverenigingen hebben een actieve rol bij de actualisatie van examenprogramma’s. Bij de werving en selectie van leden van de vakvernieuwingscommissies, als onderdeel van de advieskring van elk vakgebied en bij de toetsing van de conceptexamenprogramma’s. Omdat er een groot beroep wordt gedaan op de inzet van vakverenigingen stelt het ministerie van OCW een subsidie beschikbaar om dit te kunnen organiseren.
Elke vakvernieuwingscommissie heeft maximaal 24 maanden om de nieuwe conceptexamenprogramma’s voor het betreffende vak of cluster van vakken op te leveren. De conceptexamenprogramma’s voor de vakken Nederlands, moderne vreemde talen, wiskunde, natuurwetenschappelijke vakken en maatschappijleer zullen in maart 2024 gereed zijn. Daarna worden deze conceptexamenprogramma’s beproefd op bruikbaarheid en effectiviteit in de praktijk.
In de bovenbouw van het voortgezet onderwijs zijn digitale geletterdheid en burgerschap geen bestaande vakken. Daarom worden burgerschap en digitale geletterdheid in eerste instantie ondergebracht bij de verschillende vakgebieden. De vakvernieuwingscommissies krijgen hier gerichte werkinstructies voor aangeboden, zodat het totaal dekkend is voor de inhouden van deze nieuwe leergebieden. Zie Startnotitie digitale geletterdheid en Startnotitie burgerschap. Ook zal er vakspecifieke expertise beschikbaar worden gesteld, zodat de inhouden geborgd zijn binnen het landelijke curriculum.
Door een rijk taalaanbod aan te bieden, ontwikkelen leerlingen een sterke taalbasis. Een rijk taalaanbod bestaat uit verschillende soorten fictionele, literaire en zakelijke teksten met een uitdagende inhoud en een goede taalkwaliteit. Teksten waar je met leerlingen in kunt duiken. Bied teksten aan rondom een thema die oplopen in complexiteit waaraan je langere tijd werkt met de leerlingen. Verdiep je samen met de leerlingen in persoonsvormende, wereldoriënterende en mondiale thema’s. Leerlingen leren vanuit diverse kanten de onderwerpen te benaderen, hierover in gesprek te gaan en hun eigen meningen en standpunten mondeling en schriftelijk te uiten en te bevragen.
Hieronder vind je concrete handreikingen over rijk taalaanbod.
po
Rijke Teksten | Taalunie
Op deze website vind je informatie over wat rijke teksten zijn, hoe je ze herkent en waarom het zo belangrijk is ermee te werken. Daarnaast vind je hier ook voorbeelden van rijke teksten voor leerlingen van 6 tot 18 jaar om jouw taal- en zaakvaklessen mee te verrijken.
Rijke teksten motiveren het lezen: Nieuwe inzichten leesonderwijs landen in de klas
Een artikel over het belang van rijke teksten voor je leesonderwijs. Ook lees je over andere aspecten die belangrijk zijn om de leesvaardigheid van je leerlingen te versterken, zoals een doorlopende leerlijn van po naar vo.
Rijke leesstof stimuleert: andere teksten maken je leesonderwijs betekenisvol
Teksten in schoolboeken zijn vaak best arm: weinig variatie in woorden, slechte verbanden tussen zinnen, compact en vol school- en vaktaal. Vaak zijn die tekstjes precies afgestemd op de vragen die altijd bij zo’n tekst moeten worden beantwoord. In dit artikel beschrijven Dolf Janson en Joanneke Prenger waarom je beter zelf teksten kunt selecteren en waar je die kunt vinden.
Lezen in het PO
Met rijke thema’s, boeken en teksten kun je je leesonderwijs een impuls geven. Door de inhoud van teksten centraal te zetten zorg je voor een motiverende aanpak en werk je bovendien aan kennisopbouw. De website is ontwikkeld door Stichting Lezen in samenwerking met SLO en de Taalunie.
vo
Homepage | Lezen in het vmbo
Op deze website vind je praktische aan-de-slag-informatie gekoppeld aan recent lees- en taalonderzoek gericht op het vmbo.
Kennis van ons taalsysteem
Je kunt taal op verschillende niveaus beschouwen. Die niveaus samen vormen ons taalsysteem. We kunnen de nadruk leggen op de klank (fonologie), op de betekenis (semantiek), op de woordvorming (morfologie), op het zinsverband (syntaxis), op het gebruik (pragmatiek) en op de spelling (orthografie). Bij taalbeschouwing bestuderen we dit taalsysteem. Kennis van ons taalsysteem is nodig om taalvaardig te worden in lezen, schrijven en mondelinge taal.
Taal als doel
In het dagelijks leven is taal meestal een middel. Om te communiceren, om uitdrukking te geven aan je gevoelens en om grip te krijgen op de wereld om ons heen. In het onderwijs is het belangrijk om een onderdeel van taal ook als doel op zich te beschouwen, bijvoorbeeld het spellingsysteem. Het is namelijk belangrijk dat leerlingen leren hoe het spellingsysteem in elkaar zit. Zo leg je in je spellingonderwijs de regels uit van de werkwoordspelling, omdat het begrip daarvan niet vanzelf komt. Daar stopt het echter niet. Het is belangrijk dat leerlingen de transfer kunnen maken en letten op hun spelling in betekenisvolle situaties. Bijvoorbeeld door een tekst die ze geschreven hebben in de reviseerfase te controleren op spel- en formuleerfouten. Taal is dan weer het middel geworden, waarbij leerlingen kennis en vaardigheden inzetten die ze in spellinglessen leren. Op die manier werk je aan de spellingattitude van je leerlingen en laat je hun zien dat spelling geen doel op zichzelf is.
Metaconceptueel grammaticaonderwijs: wat betekent dat voor les en toets?
Grammaticaonderwijs is vaak hoofdzakelijk gericht op grammaticale termen, ezelsbruggetjes en controlevragen. Uit onderzoek blijkt dat een didactiek die juist achterliggende grammaticale metaconcepten centraal stelt tot veel meer grammaticaal inzicht voor leerlingen leidt. In dit artikel uit wordt aan de hand van een voorbeeld besproken hoe metaconceptueel grammaticaonderwijs eruitziet en wat dat betekent voor het toetsen van grammatica.
Hieronder vind je concrete handreikingen over de verbinding tussen taalbeschouwing en taalverzorging en lezen, schrijven en mondelinge taalvaardigheid
po
Leren schrijven met peer response en instructie in genrekennis
Wil je in je schrijflessen aandacht besteden aan taalbeschouwing? In de lessen peer response krijgen leerlingen instructie in het schrijven van verschillende soorten teksten. Daarbij leren ze over het gebruik van taalmiddelen om de doelen van een tekst te behalen. Denk bijvoorbeeld aan het gebruik van opsommingswoorden, tijd- en plaatswoorden in beschrijvende en betogende teksten.
vo
Zeven tips voor spellingonderwijs in het vo
Het lijkt of steeds meer leerlingen moeite hebben met spellen en het formuleren van goede zinnen. Hoe kun je daar als docent Nederlands iets aan doen? Naast zeven tips vind je op deze pagina ook informatie en voorbeelden om het spellen en formuleren van leerlingen in de onderbouw van het voortgezet onderwijs te verbeteren.
po/vo
Leerlijn begrippen voor taalbeschouwing
Deze leerlijn bestaat uit een set geordende begrippen waarmee we kennis over taal uitdrukken. Hiermee kun je met je leerlingen praten over taal en taalgebruik. Met deze begrippenlijst kunnen we het domein taalbeschouwing beter afstemmen op de lees-, schrijf- en mondelinge taalvaardigheid. Meer informatie vind je op de themapagina Leerlijn begrippen voor taalbeschouwing.