Zoeken - zoekresultaten
verfijn de resultaten
aantal resultaten: 7502
In opdracht van het ministerie van OCW heeft SLO een kennisbasis ontwikkeld voor de natuurwetenschappelijke vakken en technologie in de onderbouw: natuurkunde, scheikunde, biologie, fysische geografie en technologie. De kennisbasis is bedoeld als een richtinggevend leerplankader, naast de wettelijk vastgestelde kerndoelen, met alle ruimte voor curriculaire uitwerkingen op schoolniveau. Bij de vakinhouden wordt op vier beheersingsniveaus (vmbo-b, vmbo-k/g/t, havo en vwo) aangegeven wat als basisstof verondersteld wordt (in een doorlopende leerlijn) en waar keuzemogelijkheden liggen. De werkwijzen en denkwijzen die karakteristiek zijn voor alle bètavakken, zijn per vakgebied beschreven en bieden de mogelijkheid tot samenhangend en toekomstgericht onderwijs. Ook biedt de kennisbasis vele kansen om talentontwikkeling te stimuleren: ze biedt een basis voor complexe vraagstukken die om creativiteit en denkkracht vragen, een uitdaging voor leerlingen, zowel in het vmbo als het havo/vwo.
21 januari 2015
Vanaf 2004 zijn er in samenwerking met de overheid begaafdheidsprofielscholen gerealiseerd. Deze scholen bieden structureel een programma aan aan meerbegaafde leerlingen. De veronderstelling is dat wanneer het curriculum beneden het niveau van de leerling ligt, het brein niet geneigd is actief te reageren. Het leerplan moet dan ook aangepast worden aan de behoeften van deze groep leerlingen. Dit kan bijvoorbeeld door een breder en meer verdiepend aanbod vanuit de bètavakken, waarbij aandacht is voor een uitdagende inhoud en voor natuurwetenschappelijke vaardigheden als onderzoeken, ontwerpen en waarderen en oordelen. Dit aanbod kan worden vormgegeven onder de paraplu van Life & Science en kan ook onder deze naam ingeroosterd worden. Het voorliggende leerplankader is bedoeld is om coördinatoren en docenten te helpen met het inrichten van de lessen Life & Science in de onderbouw.
21 januari 2015
Het ministerie van OCW heeft SLO opdracht gegeven tot een brede verkenning van de stand van zaken van Engels in het basisonderwijs. Het betreft een vervolgonderzoek op het vakdossier Engels (SLO, 2003). Het doel van het onderzoek is om zicht te krijgen op de intensiteit en kwaliteit van Engels in het basisonderwijs. Onderzocht is hoeveel tijd aan Engels wordt besteed, hoe de lespraktijk wordt ingevuld, en in welke mate leerkrachten zijn toegerust voor het geven van Engels.
22 januari 2015
22 januari 2015
Dit vakdossier bevat een beschrijving van de stand van zaken van Engels in het basisonderwijs (Eibo).Hoofdstuk 1 geeft een overzicht van de beleidsontwikkelingen en gaat in op de verschillende generaties kerndoelen. In hoofdstuk 2 wordt de lespraktijk beschreven. Wanneer starten scholen met Engels, hoeveel tijd wordt er wekelijks aan besteed, hoe wordt Engels gegeven, met welk materiaal en welke toetsen? Hoofdstuk 3 gaat in op de opleiding en toerusting van leerkrachten, zowel wat de didactische als de linguïstische vaardigheden betreft waarover huidige en toekomstige leerkrachten bij voorkeur zouden moeten beschikken.Hoofdstuk 4 belicht de tendens om eerder dan in groep 7 met Engels te starten en wat dit betekent, onder andere met het oog op doorstroming naar het voortgezet onderwijs.Hoofdstuk 5, ten slotte, plaatst de stand van zaken wat betreft Eibo in internationaal perspectief en doet enkele aanbevelingen om de kwaliteit van de praktijk van Eibo te verbeteren.
22 januari 2015