Zoeken
verfijn de resultaten
Het kiezen van een nieuw kindvolgsysteem voor het jonge kind is sinds de afschaffing van schoolse toetsen voor kleuters meer en meer een fundamentele keuze geworden. Het kindvolgsysteem is de enige vorm van monitoring om de doorgaande lijn te volgen en aan de hand van verkregen gegevens een passend beredeneerd aanbod samen te stellen.
Er zijn inmiddels zoveel volgsystemen voor het jonge kind. Hoe weet je welk kindvolgsysteem het beste is voor jouw kinderen en voor jouw groep?
Uit een onderzoek van Hattie (2015) blijkt dat je als leraar meer leerrendement uit je lessen kunt halen wanneer leerlingen weten waar ze naar toe werken, waarom ze iets moeten leren en hoe ver ze zijn in het behalen van die doelen.
In een praktijkgericht programma doen leerlingen ervaring op in en buiten de school op basis van opdrachten van opdrachtgevers uit bedrijven en instellingen. Loopbaanoriëntatie is onderdeel van het examenprogramma. Met deze vakken sluiten we aan bij de behoefte van leerlingen om praktisch bezig te zijn en de relevantie van hetgeen ze leren te ervaren. Dit rust leerlingen beter uit op een keuze en daadwerkelijke overstap naar het vervolgonderwijs. Momenteel zijn er twee schoolexamenvakken in ontwikkeling in het havo: Technologie en Maatschappij.
Ja, leerlingen ontwikkelen vaardigheden die van belang zijn voor de daadwerkelijke overstap naar het vervolgonderwijs. Voor leerlingen helpt het daarnaast om vroegtijdig kennis te maken met beroepscontexten in werkvelden, om te kunnen kiezen voor een opleidingsrichting en vervolgopleiding. Leerlingen ervaren hierdoor beter wat ze willen, waar ze goed in zijn en krijgen een brede oriëntatie mee.
LOB is geïntegreerd in de examenprogramma’s. Het praktijkgerichte karakter van de programma’s maakt dat scholen de mogelijkheid hebben LOB op natuurlijke wijze te integreren. Leerlingen voeren praktische en realistische opdrachten uit voor verschillende externe opdrachtgevers en oriënteren zich zodoende op hun toekomstige loopbaan en opleiding. Daarnaast kunnen leerlingen op deze manier ervaren waar ze goed in zijn, komen ze erachter wat belangrijk voor hen is en kunnen ze bouwen aan een netwerk.
De praktijkgerichte programma’s zijn brede programma’s. De kennis en vaardigheden die leerlingen leren worden uitgevoerd in de context van werkvelden. De werkvelden zijn gebaseerd op de diverse vervolgrichtingen. Dat betekent dat de leerlingen afhankelijk van het aanbod van de school in de gelegenheid gesteld kunnen worden een aantal werkvelden te verkennen en te ervaren.
Het idee van het praktijkgerichte programma’s is dat de school op basis van het examenprogramma zelf invulling geeft aan het onderwijsprogramma. Het praktijkgerichte programma krijgt kleur in de context van de school, de mogelijkheden in de regio en de vraag van de externe opdrachtgevers. Met een schoolexamen kan worden aangesloten bij de specifieke behoeften die spelen.
Het uitgangspunt van beide trajecten is vergelijkbaar: leerlingen meer realistische en praktijkgerichte ervaringen bieden om beroepsoriëntatie te stimuleren en doorstroom naar het vervolgonderwijs te verbeteren. Havo en vmbo hanteren daarbij dezelfde kaders en uitgangspunten. De kennis en vaardigheden in het vmbo zorgen voor aansluiting op mbo en havo. Havo richt zich met de kennis en vaardigheden vooral op de aansluiting naar het hbo.