Zoeken
verfijn de resultaten
Het dynamisch basismodel voor de aan- en afvoer van energie (warmte, arbeid) berust op de 'wet van arbeid en energie' geschreven in termen van het aan-en afgevoerde vermogen Pin en Puit.
In dit model wordt een hoeveelheid stof opgewarmd met een constant vermogen Pin; denk hierbij aan een ideale waterkoker. In dit ideale model wordt de opgenomen warmte gelijk gesteld aan de toegevoerde energie.
De aarde ontvangt straling van de zon maar zendt zelf ook straling uit. Het effect op de oppervlaktetemperatuur van de aarde wordt met een simpel model berekend.
Warmteverlies is een alledaags verschijnsel, bijvoorbeeld de afkoeling van hete koffie/thee in een gesloten to-go beker. Hiervoor kan een eenvoudig model worden opgesteld op grond van het feit dat de belangrijkste bijdrage aan de afkoeling wordt geleverd door de warmtegeleiding door de isolerende wand van de beker.
In dit model wordt de 'wet van arbeid en energie' ΔEk=Wtot gebruikt om de snelheid en verplaatsing te berekenen van een voorwerp, bijvoorbeeld de Buckeye Bullet, een elektrische auto speciaal gebouwd om snelheidsrecords te breken.
De snelheid van een sprinter wordt berekend uit de energiebalans tussen de kinetische energie Ek, het door de spieren geleverde stuwvermogen Ps en het interne weerstandsvermogen van de sprinter Pw leidend tot warmteproductie. De luchtweerstand tijdens de sprint wordt verwaarloosd.
Het examenprogramma natuurkunde vwo omvat het domein quantumwereld.1 Deze wereld is gebouwd op twee fundamentele modellen: het fotonmodel van licht en het quantummodel van deeltjes.
De golf die een quantumdeeltje beschrijft wordt de 'golffunctie' genoemd. In het geval van een quantumdeeltje-in-een-doosje wordt stilzwijgend aangenomen dat deze golffunctie gegeven wordt door een sinusfunctie ψ(x)=A⋅sin(k⋅x) met amplitude A en golfgetal k=2π/λ.
Beschouwd wordt een quantumdeeltje opgesloten in een 1-dimensionale diepe put met potentiaal V(x)=∞
voor x < 0,x> L. In de put is de potentiële energie V(x)=0. Daar is de oplossing van de 1-dim Schrödingervergelijking een sinus-functie.
In dit model bevindt een quantumdeeltje zich in een asymmetrische 1-dimensionaleput met eindige diepte.