Zoeken
verfijn de resultaten
Er is een digitale handreiking die gedurende de doorontwikkeling van zowel de kleine als de grote variant wordt aangevuld met ervaringen vanuit de pilotscholen.
Je mag het praktijkgerichte programma als schooleigen vak aanbieden aan je leerlingen. Als schooleigen vak telt het niet mee als een examenvak. Je kunt je ook aanmelden voor de nieuwe ronde van het doorontwikkeltraject praktijkgerichte havo, dan krijg je toestemming om het als examenvak in het curriculum op te nemen.
De bevoegdheid volgt op het examenprogramma. Deze zijn nog niet gereed. Het bevoegdhedenvraagstuk is onderwerp van gesprek tussen OCW en de lerarenopleidingen. In het doorontwikkeltraject wordt onderzocht welke bevoegdheden nodig zijn. Als er een aanvullende bevoegdheid behaald moet worden, krijgen docenten voldoende tijd om die ook te behalen.
Nee, voor leerlingen in de onderbouw verandert er niets. Al hebben scholen uiteraard wel de mogelijkheid om al in de onderbouw te starten met een praktijkgericht programma. Of om leerlingen kennis te laten maken met meerdere praktijkgerichte programma’s, voordat ze een keuze moeten maken.
Een examenprogramma bestaat uit een combinatie van kennis en vaardigheden, waaronder praktische vaardigheden, werken aan praktische en realistische opdrachten, LOB, werkvelden, programma-specifieke kennis en vaardigheden. Binnen het programma kun je contexten en opdrachten zelf bepalen. Je hebt dus veel ruimte om het examenprogramma te vertalen naar een onderwijsprogramma.
In dit sterk loopbaanoriënterende programma is het belangrijk dat leerlingen ook kennismaken met het hbo. De eerste ervaringen vanuit de pilot laten zien dat havo- scholen en hbo-opleidingen elkaar steeds beter weten te vinden. Dit leidt onder meer tot een aanbod van meeloopdagen waarin leerlingen en studenten samen werken aan opdrachten of modules en de verzorging van gastlessen door hbo-docenten. De ervaringen gaan we te zijner tijd delen via de digitale handreiking.
Voor het vormgeven van een praktijkgericht programma is samenwerking met het hbo en het bedrijfsleven van groot belang. Tijdige opzet en intensiveren van deze samenwerking is daarbij onmisbaar. Te denken valt aan het opstarten van samenwerking op het gebied van:
- levensechte opdrachten (inzet van hbo/bedrijven als opdrachtgever en/of als beoordelaar);
- het bieden van (onderdelen van) het praktijkgerichte programma op de locatie van het hbo/bedrijf;
- het geven van (onderdelen van) het praktijkgerichte programma door hbo-docenten/-studenten;
- het gezamenlijk inrichten van LOB, stage-activiteiten of het profielwerkstuk.
Samenwerken in de regio kan ook inhouden dat scholen samenwerken in het benaderen van bedrijven en het verwerven van opdrachten. Afstemming daarover lijkt, zeker waar meerdere scholen in een regio zijn, aan te bevelen.
In de pilots voor gl-tl en het havo wordt gekeken of dit haalbaar is. Dat lijkt realistisch te zijn, zeker wanneer scholen in de regio onderling samenwerken. Ook kan worden samengewerkt met het vervolgonderwijs in de regio. Scholen die praktijkgerichte programma’s aanbieden wordt geadviseerd vroeg te starten met het opbouwen van een netwerk en/of aansluiting te zoeken bij bestaande netwerken in de regio. Samenwerken met bedrijven is een groeiproces waarbij scholen klein kunnen beginnen en langzaam stappen zetten naar meer levensechte opdrachten.
Dat kan zeker en de betrokkenheid verschilt per regio. Regionale overheden kunnen een rol spelen in het stimuleren van de samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven. Gemeenten kunnen zelf levensechte opdracht leveren voor scholen.