Zoeken
verfijn de resultaten
In een touw met verschillende knopen omhoog klimmen om op één van de twee kasten van verschillende hoogte naast het touw te komen.
Pre-productieve stadium = nog niet zelf produceren van taal maar herkennen en naspreken, meezingen.
Early production = het nazeggen van vaak herhaalde woorden; vragen beantwoorden met yes of no; het uitvoeren van eenvoudige opdrachten.
De leraar Engels voldoet aan het volgende profiel:
- Zij is vakleraar (Engels) en zo mogelijk ook groepsleraar;
- Zij is native of near-native English Speaking Teacher (EST);
De native speaker heeft een goede beheersing van het Nederlands op niveau B1/B2 van het ERK en kennis van het Nederlandse schoolsysteem;
De near-native leraar beheerst het Engels op C1/B2 van het ERK. - Zij gebruikt de doeltaal als voertaal in de klas;
- Zij heeft een professionele houding;
- Zij is bekend met vakdidactiek vreemdetaalverwerving van jonge kinderen, m.n. vvto;
- Zij is bereid tot bij- en nascholing in taalvaardigheid en vakdidactiek;
- Zij is bereid tot samenwerking en collegiale consultatie/intervisie met collega's;
- Zij is in staat om te differentiëren.
De groepsleraar die Engels geeft, voldoet aan het volgende profiel:
- Zij is geïnteresseerd in en gemotiveerd voor vvto;
- Zij is bereid om bij- en na te scholen;
- Zij is bereid en in staat om samen te werken met de Engelstalige leraar;
- Zij is bereid tot intervisie en collegiale consultatie t.b.v. vvto;
- Zij heeft een redelijke beheersing van het Engels (B1/B2 van het ERK).
Pre-productieve stadium = nog niet zelf produceren van taal maar herkennen en naspreken, meezingen.
Early production = het nazeggen van vaak herhaalde woorden; vragen beantwoorden met yes of no; het uitvoeren van eenvoudige opdrachten.
Speech emergence = beginnende spreekvaardigheid waarbij de kinderen (langere) zinnen gebruiken. Ze kunnen in een gesprek antwoorden.
De leraar die Engels geeft, voldoet aan het volgende profiel:
Bij CLIL:
- De leraar heeft een zeer goede beheersing van het Engels;
Zij is bij voorkeur een (near) native speaker of een non-native speaker met een zeer goede beheersing van het Engels (B2/C1 van het ERK). - Zij heeft kennis van en inzicht in vakdidactiek vvto/CLIL;
- Zij heeft een professionele houding;
- Zij is bereid tot bij-/nascholing taalvaardigheid en vakdidactiek;
- Zij is bereid tot samenwerking en collegiale consultatie/intervisie met collega's;
- Zij is in staat om te differentiëren.
Voor (Vervoegd) Eibo:
- De leraar is niet noodzakelijkerwijs een native speaker maar beheerst het Engels redelijk tot goed;
Zij beheerst het Engels minimaal op B2. - Zij heeft kennis van en inzicht in vakdidactiek Eibo (vierfasenmodel) vanaf groep 5 t/m groep 8;
- Zij heeft kennis van en inzicht in Engels in de voorgaande en volgende leerjaren en in de onderbouw van het voortgezet onderwijs;
- Zij heeft een professionele houding;
- Zij is bereid tot bij-/nascholing taalvaardigheid en vakdidactiek;
- Zij is bereid tot samenwerking en collegiale consultatie/intervisie met collega's;
- Zij is in staat om te differentiëren.
Vanaf een bank op een knoop in het touw gaan zitten en een paar keer heen en weer zwaaien.
Toelichting: Vvto
Vroeg vreemdetalenonderwijs (vvto) = Engels vanaf groep 1 of eerder: geen lesjes Engels maar een aantal dagelijkse activiteiten wordt in het Engels aangeboden.
Toelichting: ERK
ERK = Europees Referentiekader voor talen:
een gemeenschappelijk raamwerk waarin op verschillende niveaus de vijf vaardigheden - luister, lezen, spreken, gesprekken voeren, schrijven - van de leerder zijn uitgewerkt.
Toelichting: Vierfasenmodel
Vierfasenmodel = vakdidactisch model voor Engels in het basisonderwijs waar bij het leerproces via vier fasen verloopt om het rendement van de lessen te waarborgen:
- Introductiefase: startfase van een nieuw onderwerp waarin de leerkracht voorkennis inventariseert, de leerlingen motiveert voor het nieuwe onderwerp en aangeeft wat ze straks kunnen doen.
- Inputfase: fase waarin de leerlingen luisterfragmenten beluisteren over het onderwerp en waarin nieuwe stof wordt gepresenteerd. De input wordt verwerkt naar vorm en inhoud met behulp van richtvragen.
- Oefenfase: fase waarin de kinderen de nieuwe gepresenteerde stof oefenen in schriftelijke en mondelinge oefeningen, oplopend van receptief naar (re-)productief en van gesloten naar minder gesloten.
- Transferfase: fase waarin de leerlingen laten zien hoe ze het geleerde toepassen in verschillende situaties. Ze gebruiken ook voorkennis en buiten school geleerd Engels.
Deze fasen komen niet in één les maar in een lessenserie voor.