Zoeken
verfijn de resultaten
Heen en weer tikken (slaan) van een speelvoorwerp zodat een medespeler het terug kan spelen.
Meten is vrijwel altijd een benadering van de werkelijkheid. De gekozen maat bepaalt de mate van nauwkeurigheid; vergeleken met een fijnere maat is het dan altijd een schatting. Bijvoorbeeld: Wie op reis gaat is niet geïnteresseerd in een paar meter meer of minder, maar wie een nieuwe ruit moet inzetten, moet zelfs letten op een millimeter verschil tussen boven en onder. Wie wil weten hoe lang je erover doet om naar school te lopen kijkt niet op een minuut meer of minder, maar wie doet aan topschaatsen vindt een tiende van een seconde al een grove maat.
Voor het bepalen van een oppervlakte, bijvoorbeeld van een provincie, een kamer of een schoolplein, is een schatting mogelijk door eerst de vorm in gedachten (of op papier) om te vormen naar een rechthoek, waarbij voor lengte en breedte zelfs twee afgeronde getallen gekozen kunnen worden. Een berekening met ronde getallen levert dan de geschatte oppervlakte op. Op soortgelijke wijze is de inhoud van een kamer, een klaslokaal, een gebouw te berekenen met afgeronde getallen. Bij geschatte metingen is het vaak zinvol om een minimale en een maximale schatting te maken: minstens x, maar niet meer dan y, op basis waarvan een beslissing kan worden genomen.
Vraag: 1 kg kaas kost € 12,00; hoeveel kost een stuk kaas van 350 gram?
- Schattend rekenen: 350 gram is ongeveer 1/3 kg; de prijs moet dus ongeveer 12 : 3 = € 4,- zijn.
- Precies rekenen ondersteund met een dubbele getallenlijn: 1 kg komt overeen met 1000 g; dan is de prijs van 100 g dus 12 : 10 = € 1,20, en de prijs van 50 g is € 0,60; voor 350 gram betaal je dus 1,10 + 1,20 + 1,20 + 0,60 = 3,60 + 0,60 = € 4,20
- Idem, maar direct uit het hoofd: de prijs van 100 g is € 1,20; dus 3 x € 1,20 plus € 0,60 is € 3,60 + € 0,60 is € 4,40.
Reflectie is een belangrijke fase in het creatieve proces. Naast aandacht voor het werk in het algemeen, kijkt de leraar met de kinderen gericht naar de resultaten van hun werk. Dat gebeurt in eerste instantie tegen de achtergrond van de aandachtspunten die de leraar tijdens de introductie en de instructie heeft aangereikt.
De kinderen leren met nuance kijken, luisteren, vergelijken en hun mening te geven. Ze krijgen daardoor informatie over hun gemaakte werk (feedback), die ze in een later stadium weer bij het kijken en vormgeven kunnen gebruiken. Belangrijke aandachtspunten in de nabespreking zijn: een mening geven en beargumenteren en respect kunnen opbrengen voor de ziens- en werkwijze van een ander.
Organismen zijn in te delen in vier categorieën:
- planten;
- dieren;
- schimmels;
- bacteriën.
Bij natuur in het basisonderwijs komen van deze vier categorieën de planten, dieren en paddestoelen (verschijningsvorm van schimmels) in alle groepen aan de orde, en schimmels en bacteriën alleen in de bovenbouw als er gesproken wordt over de voedselkringloop.
Van een ontdekhoek is sprake als op een bepaalde plaats in de klas een "hoek" ingericht wordt met uitdagend materiaal. De kinderen kunnen zo kennis maken met het onderwerp en kunnen ook zelf met het materiaal werken.
Een ontdekdoos bevat materialen en kaarten met opdrachten die bij één onderwerp horen. De kinderen kunnen er individueel of in groepjes mee werken.
Rijke beelden zijn beelden waar veel aan te zien is en die bij kinderen verwondering opwekken. Het kunnen afbeeldingen zijn uit een prentenboek, maar ook reproducties van kunstwerken. Belangrijk is dat de beelden regelmatig vernieuwd worden.
Sleutelvragen zijn èchte vragen. Vragen waarbij het antwoord niet bij voorbaat bekend is bij de leraar. Naar het antwoord moet worden gezocht. Er moeten afwegingen worden gemaakt om tot een antwoord te komen. Soms sta je daarbij voor een dilemma. De leraar is serieus geïnteresseerd in het antwoord van kinderen.
Wat maakt een vraag tot een goede sleutelvraag?
- er is ruimte voor meer dan één antwoord;
- er wordt een beroep gedaan op verbeeldingskracht van kinderen;
- kinderen worden erdoor uitgedaagd om ervaringen onder woorden te brengen;
- er wordt eigen, authentieke kennis opgeroepen.
Bijvoorbeeld:
- hoe ziet het huis van een zeerover er uit?;
- als je naar de vorm en de versiering van dit doosje kijkt, wat denk je dan wat er in zit?