Zoeken
verfijn de resultaten
aantal resultaten: 12631
Het huidige onderwijsdebat richt zich onder meer op de vraag welke kennis en vaardigheden van belang zijn om leerlingen voor te bereiden op een snel veranderende maatschappij. Veel van deze vaardigheden worden samengevat onder de noemer ‘21e eeuwse vaardigheden’. Het betreft generieke vaardigheden en daaraan te koppelen kennis, inzicht en houdingen die nodig zijn om te functioneren in, en bij te dragen aan de toekomstige samenleving. Het Ministerie van OCW heeft SLO gevraagd te onderzoeken wat deze vaardigheden precies inhouden en in hoeverre ze aandacht krijgen c.q. zouden moeten krijgen in het funderend onderwijs (het basisonderwijs en de onderbouw van het voortgezet onderwijs). Daarbij is gevraagd specifiek aandacht te besteden aan digitale geletterdheid. De conclusie van het onderzoek is dat de 21e eeuwse vaardigheden weinig doelgericht en structureel aan de orde komen in het huidige curriculum voor het funderend onderwijs. Het rapport beveelt aan de positie van de vaardigheden in het beoogde en uitgevoerde curriculum te versterken en ze een meer zichtbare plek in de landelijke leerplankaders te geven.
21 januari 2015
Het KNAW-rapport Digitale geletterdheid in het voorgezet onderwijs constateert dat de digitale geletterdheid van leerlingen sterk verbeterd moet worden. SLO en het ministerie van OCW onderschrijven de noodzaak voor aandacht voor dit onderwerp in het funderend onderwijs, gezien de steeds meer ‘medialiserende’ en digitaliserende wereld waarin wij leven. De vraag is echter wat er precies wordt bedoeld met digitale geletterdheid, welke aspecten daarvan wenselijk worden gevonden voor het onderwijs en welke plaats dat zou moeten hebben in het curriculum. Digitale geletterdheid wordt vaak in verband gebracht met 21e eeuwse vaardigheden. Ook zijn er andere verwante begrippen zoals mediawijsheid, informatievaardigheden, ICT-vaardigheden, computational thinking, advanced skills, informatiekunde en informatica. De vraag is hoe deze begrippen te duiden zijn en wat overeenkomsten en verschillen zijn. Het ministerie van OCW heeft SLO gevraagd de begrippen te verhelderen en met elkaar in verband te brengen.
21 januari 2015
In opdracht van het ministerie van OCW heeft SLO een kennisbasis ontwikkeld voor de natuurwetenschappelijke vakken en technologie in de onderbouw: natuurkunde, scheikunde, biologie, fysische geografie en technologie. De kennisbasis is bedoeld als een richtinggevend leerplankader, naast de wettelijk vastgestelde kerndoelen, met alle ruimte voor curriculaire uitwerkingen op schoolniveau. Bij de vakinhouden wordt op vier beheersingsniveaus (vmbo-b, vmbo-k/g/t, havo en vwo) aangegeven wat als basisstof verondersteld wordt (in een doorlopende leerlijn) en waar keuzemogelijkheden liggen. De werkwijzen en denkwijzen die karakteristiek zijn voor alle bètavakken, zijn per vakgebied beschreven en bieden de mogelijkheid tot samenhangend en toekomstgericht onderwijs. Ook biedt de kennisbasis vele kansen om talentontwikkeling te stimuleren: ze biedt een basis voor complexe vraagstukken die om creativiteit en denkkracht vragen, een uitdaging voor leerlingen, zowel in het vmbo als het havo/vwo.
21 januari 2015
Vanaf 2004 zijn er in samenwerking met de overheid begaafdheidsprofielscholen gerealiseerd. Deze scholen bieden structureel een programma aan aan meerbegaafde leerlingen. De veronderstelling is dat wanneer het curriculum beneden het niveau van de leerling ligt, het brein niet geneigd is actief te reageren. Het leerplan moet dan ook aangepast worden aan de behoeften van deze groep leerlingen. Dit kan bijvoorbeeld door een breder en meer verdiepend aanbod vanuit de bètavakken, waarbij aandacht is voor een uitdagende inhoud en voor natuurwetenschappelijke vaardigheden als onderzoeken, ontwerpen en waarderen en oordelen. Dit aanbod kan worden vormgegeven onder de paraplu van Life & Science en kan ook onder deze naam ingeroosterd worden. Het voorliggende leerplankader is bedoeld is om coördinatoren en docenten te helpen met het inrichten van de lessen Life & Science in de onderbouw.
21 januari 2015
SLO heeft in samenwerking met Cito een onderzoek uitgevoerd dat schrijfprestaties Engels, Duits en Frans van leerlingen van havo 5 en vwo 6 koppelt aan ERK-niveaus. Hiervoor zijn 1735 schrijfproducten aan een internationale standaardbepalingsprocedure onderworpen. Dit rapport beschrijft de resultaten van het onderzoek, de constructie van de bij het onderzoek gebruikte toetsen, het beoordelingsvoorschrift en de beoordelingsprocedure.
22 januari 2015