Zoeken
verfijn de resultaten
aantal resultaten: 91
Sociale ongelijkheid kent een nieuwe ingrediënt: kinderen van hoger
opgeleiden krijgen thuis meer digitale vaardigheden mee. Zo nemen zij
een voorsprong op leeftijdsgenoten met lager opgeleide ouders. Besteed daarom gerichte aandacht aan deze vaardigheden
10 april 2019
De minimumdoelen/fundamentele doelen rekenen-wiskunde sluiten aan bij de referentieniveaus die voor het basisonderwijs recent zijn ontwikkeld. In opdracht van het ministerie van OCW heeft de commissie Meijerink (2008) referentieniveaus geformuleerd voor taal en rekenen voor de overgangen van de verschillende schooltypes. Dit met als doel de drempels tussen verschillende schooltypes te slechten en de kwaliteit van de leeropbrengsten te verhogen. Voor einde basisonderwijs zijn voor rekenen-wiskunde twee referentieniveaus geformuleerd: 1F, het Fundamenteel niveau en 1S, het Streefniveau. 1F is het niveau dat alle kinderen in principe aan het eind van de basisschool moeten kunnen bereiken. Doorgaans betreft dit leerlingen die na de basisschool naar de basisberoepsgerichte leerweg en de kaderberoepsgerichte leerweg in het vmbo gaan. Om goed in dat vervolgonderwijs te kunnen doorstromen, moeten zij het fundamenteel niveau 1F beheersen. 1S is het niveau dat bedoeld is voor leerlingen die na de basisschool naar de gemengde leerweg of theoretische leerweg in het vmbo of naar havo en vwo doorstromen.
22 januari 2015
In het Referentiekader taal & rekenen zijn voor het primair onderwijs twee niveaus beschreven: streefniveau 1S en fundamenteel niveau 1F. Niveau 1S voor rekenen moet door het gros van de kinderen beheerst worden aan het eind van het basisonderwijs, speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs (behalve in cluster 3). Als verantwoord wordt vastgesteld dat kinderen dit niveau niet zullen halen, kunnen leraren deze kinderen laten werken naar fundamenteel niveau 1F. Dit document beschrijft hoe de gebruikers van de rekenmethode De wereld in getallen met hun hun leerlingen kunnen werken naar het voor hen hoogst haalbare rekenniveau.
23 januari 2015
De referentieniveaus beschrijven wat leerlingen moeten kennen en kunnen op het gebied van taal en rekenen op verschillende momenten in hun onderwijsloopbaan. Voor het primair onderwijs zijn twee niveaus beschreven: streefniveau 1S en fundamenteel niveau 1F. Niveau 1S moet door het grootste gedeelte van de leerlingen bereikt worden aan het eind van het basisonderwijs. Als op een verantwoorde manier wordt vastgesteld dat het aanbod op niveau 1S te hoog is en de leerling deze doelen niet zal halen, kunnen leraren deze leerling laten werken naar niveau 1F. De voorliggende checklist helpt intern begeleiders (en leraren) om een zorgvuldige afweging te maken bij de keus om het 1S-rekenniveau los te laten en te werken naar niveau 1F.
23 januari 2012
De referentieniveaus zijn ook voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften het uitgangspunt. Er zijn echter leerlingen die, ondanks de inspanningen van de school, de referentieniveaus niet halen op het moment dat het van hen wordt verwacht. Dan kan het nodig zijn om (inhoudelijke) keuzes te maken, zodat deze leerlingen een onderwijsaanbod krijgen dat past bij hun ontwikkelingsperspectief. Het project Passende perspectieven heeft ter ondersteuning van dit proces de referentieniveaus voor taal uitgewerkt, waarbij werd uitgegaan van drie verschillende groepen met elk een specifieke beperking. De opbrengsten van de eerste fase van het project bevat de volgende onderdelen: wegwijzer, leerroutes bij de doelenlijsten, en profielschetsen van de drie doelgroepen.
26 januari 2015
Het project Passende perspectieven heeft ter ondersteuning van het kiezen van een passend onderwijsaanbod voor elke leerlinge de referentieniveaus voor taal uitgewerkt
26 januari 2015
Deze publicatie wil vso-scholen ondersteunen bij de inhoudelijke en onderwijskundige vormgeving en ontwikkeling van stages in het arbeidsmarktgerichte uitstroomprofiel. Inhoudelijk wordt daarbij aangesloten bij de handreiking “Bouwstenen voor het vso, uitstroomprofiel Arbeidsmarkt”. Deel 1 is bedoeld voor medewerkers in en rondom de school (leerkrachten, stage coördinatoren / stagedocenten, werkbegeleiders in het stagebedrijf). Dit deel gaat in op de inrichting van de stage en de afsluiting en beoordeling. Deel 2 en 3 zijn er voor de leerlingen. De delen bevatten een voorbeeldmatig uitgewerkt stageboek met stage-opdrachten. Deze opdrachten zijn gekoppeld aan kerndoelen voor het vso-uitstroomprofiel Arbeidsmarkt.
8 april 2015
In deze publicatie staan drie vormen centraal, waarmee de leerling opbrengsten van leren en ontwikkeling -ter afsluiting van het Praktijkonderwijs- in beeld kan brengen: het bewijs, het certificaat en de kwalificatie. Er wordt ingegaan op de civiele waarde ervan, de inhoud, de wijze van beoordelen en de rollen, taken en verantwoordelijkheden van de betrokken actoren. De inhoud van de bewijzen, certificaten en kwalificaties geven een kader aan leer- en ontwikkelactiviteiten van leerlingen. Aan de hand van datzelfde kader kunnen ook de opbrengsten van de school duidelijk worden gemaakt. Daarom is het van belang dat goed wordt omschreven hoe het praktijkonderwijs de drie vormen 'bewijzen', 'certificering' en ‘kwalificatie’ invult.
8 april 2015
Leerlingen moeten in hun schoolloopbaan al op vrij jonge leeftijd belangrijke keuzes maken en blijven daarmee ook in hun latere loopbaan geconfronteerd. Een goede loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB) draagt bij aan het voorkomen van schooluitval (bij de overgang naar het mbo of later in het mbo) en onnodig switchen van opleiding. De wettelijke verplichting tot het aanbieden van LOB zorgde bij vmbo-scholen tot organisatorische problemen. Daarom is in 2005 de vmbo Carrousel. ontstaan. In dit samenwerkingsverband komen leerlingen gecoördineerd in aanraking met de beroepspraktijk van de verschillende instellingen in de sector Zorg en Welzijn. Deze publicatie onderzoekt hoe de vmbo Carrousel opgenomen kan worden in een leerroute LOB voor de basis- en kadergerichte leerweg.
21 september 2009
Om talenten van vmbo-leerlingen optimaal te benutten kunnen één of meerdere vakken op een hoger niveau afgerond worden. Laten zien dat ook binnen het vmbo meer gepresteerd kan worden, is zowel voor de leerling als de school positief en draagt bij aan het zelfvertrouwen van een leerling. Het biedt ook een oplossing voor leerlingen met een specifieke interesse en kan ertoe leiden dat een leerling op een hoger mbo-niveau in kan stromen. In drie scenario's schetst deze publicatie de mogelijkheden die een vmbo-school hierbij heeft. Daarbij worden de belangrijkste implicaties voor het leerplan uitgewerkt en wordt ingegaan op wet- en regelgeving.
14 januari 2016