Zoeken
verfijn de resultaten
Onderwijs in cultureel erfgoed gaat uit van materiële en immateriële sporen uit het verleden, op het gebied van geschiedenis en cultuur, die de moeite waard zijn om te bewaren voor de toekomst.
Cultuureducatie met Kwaliteit zet zich in om de kwaliteit van het cultuuronderwijs op basisscholen te verbeteren.
Voorafgaand aan het opstellen van een PTA voor het vak behoort het tot de verantwoordelijkheid van de vaksectie om zich goed te informeren over het formele karakter van het PTA.
Domein A Vaardigheden is voor havo en vwo vrijwel eensluidend. De subdomeinen A1 t/m A9 zijn bovendien eensluidend bij de nieuwe scheikunde, nieuwe biologie en nieuwe natuurkunde en bij Natuur, Leven en Technologie (NLT).
De vaardigheden zijn onderverdeeld in drie categorieën:
Subdomeinen A1 t/m A4: Algemene vaardigheden – profiel overstijgend niveau; Subdomeinen A5 t/m A9: Natuurwetenschappelijke, wiskundige en technische vaardigheden – bètaprofielniveau; Subdomeinen A10 t/m A15: Chemische vakvaardigheden.
De domeinen B, C en D omvatten voor het overgrote deel de robuuste vakconcepten van de chemie zoals die door havoleerlingen moeten worden gekend. De feiten en de kennis die nader in de syllabus worden benoemd mogen in het schoolexamen ruimer of juist krapper worden geïnterpreteerd. Maar duidelijk is wel dat feitenkennis onontbeerlijk is voor onderwijs en toetsing van de contexten in de domeinen E, F en G ongeacht of het daar nu gaat om eindtermen voor het CE of voor het SE.
Voordat we kijken naar de afzonderlijke domeinen en de suggesties voor programmatische invulling en toetsing ervan, is het goed om de structuur van de vakinhoudelijke domeinen toe te lichten.