Zoeken
verfijn de resultaten
Het vak bedrijfseconomie is de afkorting van het vak bedrijfseconomie, ondernemerschap en financiële zelfredzaamheid. Ondernemerschap is binnen bedrijfseconomie zowel inhoudelijk als didactisch en pedagogisch een belangrijk aspect.
Het schoolvak economie werd voor 1968 alleen onderwezen op de hbs. De Mammoetwet introduceerde het vak in de bovenbouw van havo/vwo. De doelstelling was leerlingen in te wijden in het vak economie, zoals dat op de universiteit werd onderwezen.
Voor 1968 werd op de HBS A economieonderwijs verzorgd als scholing voor de middenstand. De inhoud spitste zich toe op boekhouden, handelsrekenen en handelskennis, handelsrecht en handelscorrespondentie in het Engels, Frans en Duits (Vernooij, 2015).
Economie heeft van oudsher filosofische wortels. Pas met als 20e-eeuwse economen als Walras kwam een einde aan deze traditie en werd de economie meer en meer algebraïsch en mechanisch benaderd.
Binnen de economie krijgt een bredere kijk op waarden steeds meer handvatten. Zowel positieve als negatieve externe waarden worden steeds vaker systematisch betrokken in de keuzen vooraf als in de verslaglegging van die keuzen achteraf.
Mag een leerling die lang ziek is geweest of nog is en daardoor het schoolexamen (SE) niet heeft kunnen afronden, wel deelnemen aan het centraal examen (CE) en ook eventueel op een later moment (2e en 3e tijdvak) CE doen?
Het programma is erop gericht dat de leerlingen zich – als vervolg op leerjaar 1 en 2, de onderbouw – verder kunnen oriënteren (zowel in de breedte als in de diepte) op deelname aan bewegingscultuur en de daartoe relevante vaardigheden, kennis en houding kunnen verwerven.