Zoeken
verfijn de resultaten
Kennis van ons taalsysteem
Je kunt taal op verschillende niveaus beschouwen. Die niveaus samen vormen ons taalsysteem. We kunnen de nadruk leggen op de klank (fonologie), op de betekenis (semantiek), op de woordvorming (morfologie), op het zinsverband (syntaxis), op het gebruik (pragmatiek) en op de spelling (orthografie). Bij taalbeschouwing bestuderen we dit taalsysteem. Kennis van ons taalsysteem is nodig om taalvaardig te worden in lezen, schrijven en mondelinge taal.
Taal als doel
In het dagelijks leven is taal meestal een middel. Om te communiceren, om uitdrukking te geven aan je gevoelens en om grip te krijgen op de wereld om ons heen. In het onderwijs is het belangrijk om een onderdeel van taal ook als doel op zich te beschouwen, bijvoorbeeld het spellingsysteem. Het is namelijk belangrijk dat leerlingen leren hoe het spellingsysteem in elkaar zit. Zo leg je in je spellingonderwijs de regels uit van de werkwoordspelling, omdat het begrip daarvan niet vanzelf komt. Daar stopt het echter niet. Het is belangrijk dat leerlingen de transfer kunnen maken en letten op hun spelling in betekenisvolle situaties. Bijvoorbeeld door een tekst die ze geschreven hebben in de reviseerfase te controleren op spel- en formuleerfouten. Taal is dan weer het middel geworden, waarbij leerlingen kennis en vaardigheden inzetten die ze in spellinglessen leren. Op die manier werk je aan de spellingattitude van je leerlingen en laat je hun zien dat spelling geen doel op zichzelf is.
Metaconceptueel grammaticaonderwijs: wat betekent dat voor les en toets?
Grammaticaonderwijs is vaak hoofdzakelijk gericht op grammaticale termen, ezelsbruggetjes en controlevragen. Uit onderzoek blijkt dat een didactiek die juist achterliggende grammaticale metaconcepten centraal stelt tot veel meer grammaticaal inzicht voor leerlingen leidt. In dit artikel uit wordt aan de hand van een voorbeeld besproken hoe metaconceptueel grammaticaonderwijs eruitziet en wat dat betekent voor het toetsen van grammatica.
Hieronder vind je concrete handreikingen over de verbinding tussen taalbeschouwing en taalverzorging en lezen, schrijven en mondelinge taalvaardigheid
po
Leren schrijven met peer response en instructie in genrekennis
Wil je in je schrijflessen aandacht besteden aan taalbeschouwing? In de lessen peer response krijgen leerlingen instructie in het schrijven van verschillende soorten teksten. Daarbij leren ze over het gebruik van taalmiddelen om de doelen van een tekst te behalen. Denk bijvoorbeeld aan het gebruik van opsommingswoorden, tijd- en plaatswoorden in beschrijvende en betogende teksten.
vo
Zeven tips voor spellingonderwijs in het vo
Het lijkt of steeds meer leerlingen moeite hebben met spellen en het formuleren van goede zinnen. Hoe kun je daar als docent Nederlands iets aan doen? Naast zeven tips vind je op deze pagina ook informatie en voorbeelden om het spellen en formuleren van leerlingen in de onderbouw van het voortgezet onderwijs te verbeteren.
po/vo
Leerlijn begrippen voor taalbeschouwing
Deze leerlijn bestaat uit een set geordende begrippen waarmee we kennis over taal uitdrukken. Hiermee kun je met je leerlingen praten over taal en taalgebruik. Met deze begrippenlijst kunnen we het domein taalbeschouwing beter afstemmen op de lees-, schrijf- en mondelinge taalvaardigheid. Meer informatie vind je op de themapagina Leerlijn begrippen voor taalbeschouwing.
Taalvaardigheden versterken elkaar. De ontwikkeling van mondelinge en schriftelijke taalvaardigheid is namelijk nauw met elkaar verweven. Mondelinge taalvaardigheid vormt de basis voor schriftelijke taalvaardigheid. De lees- en schrijfvaardigheid van leerlingen vergroot je dus door ook een koppeling te maken met mondelinge taalvaardigheid.
Ook lees- en schrijfvaardigheid versterken elkaar. Zo vergroot schrijven de leesvaardigheid van leerlingen, bijvoorbeeld door te schrijven over de teksten die je leest. Andersom vergroot lezen de schrijfvaardigheid, bijvoorbeeld door leerlingen een instructieve tekst te laten bestuderen en ze vervolgens zelf een instructie te laten schrijven.
Hieronder vind je concrete handreikingen voor samenhang tussen lezen, schrijven en mondelinge taalvaardigheid
po
Leren schrijven met peer response en instructie in genrekennis
In deze leerlijn schrijven voor de basisschool komen ook de taaldomeinen lezen en mondelinge taal aan bod. Met deze concreet uitgewerkte lessenseries voor de midden- en bovenbouw (groep 4-8) werken je leerlingen dus niet alleen aan hun schrijfvaardigheid, maar ook aan hun lees- en mondelinge taalvaardigheid.
Meer informatie over hoe je taaldomeinen expliciet met elkaar kunt verbinden in het basisonderwijs vind je hier. Taaldomeinen in samenhang
vo
Wil je weten hoe je je schrijfonderwijs betekenisvoller en uitdagender kunt maken voor je leerlingen? Zoek je voorbeelden van geïntegreerde lees- en schrijfopdrachten? Bekijk dan deze special schrijfonderwijs en toetsing bij Engels en Nederlands voor informatie, praktische handvatten en inspirerende praktijkvoorbeelden.
Een mooi voorbeeld (pdf, 356 kB) van een geïntegreerde lees- en schrijfopdracht voor de bovenbouw vmbo. De leerlingen lezen en gebruiken bronnen voor een zakelijke e-mail. Op deze pagina vind je voor de onderbouw vo meer lesideeën en uitgewerkte voorbeelden.
Taal is een essentieel leermiddel bij andere vakken. Leerlingen leren immers denken en redeneren door middel van taal. Andersom bieden andere vakken een rijke context voor taalontwikkeling. Leerlingen doen kennis op over vakinhouden door erover te lezen, te praten, te denken en te schrijven. Volop kansen dus om tijdens andere vakken ook gericht te werken aan leesvaardigheid, schrijfvaardigheid en mondelinge taalvaardigheid. Maar hoe geef je (meertalige) taalsteun aan leerlingen in je eigen vak zodat leerlingen de benodigde school- en vaktaal ontwikkelen? En hoe kun je de rijke context van andere leergebieden en vakken inzetten voor taal-Nederlands? Op deze pagina vind je concrete handvatten.
po
Webinar Samenhang taal en wereldoriëntatie
Anne-Christien Tammes en Femke Ruiter vertellen je in dit webinar over de samenhang tussen zaakvakonderwijs en taal. Aan de hand van praktijkvoorbeelden leggen zij uit hoe je die samenhang kunt aanbrengen.
Stappenplan: Kansen voor samenhang
Het stappenplan helpt je doelen uit verschillende leergebieden te combineren:
- Wereldoriëntatie & taal/rekenen-wiskunde (pdf, 495 kB)
- Kunstzinnige oriëntatie & taal/rekenen-wiskunde (pdf, 561 kB)
Hieronder vind je twee voorbeeldlessen waarin taal en wereldoriëntatie in samenhang worden aangeboden.
Bacteriën & virussen (groep 7-8)
In deze lessenserie leren leerlingen over virussen en bacteriën. Ze krijgen schrijfinstructie en schrijven op basis van voorbeelden een column over het coronavirus.
- ingevuld stappenplan (pdf, 613 kB)
- lesbeschrijving (pdf, 142 kB)
- de les van Kidsweek in de Klas - Wereld & Taal
Anne Frank (groep 7-8)
In deze lessenserie leren leerlingen over Anne Frank en de Tweede Wereldoorlog. Aan de hand van een stelling schrijven de leerlingen vervolgens een betoog. Vooraf bespreken ze voorbeelden, waardoor het doel en de opbouw van een betoog duidelijk worden. Een checklist met succescriteria helpt ze vervolgens tijdens het schrijven en na afloop bij de evaluatie.
- ingevuld stappenplan (pdf, 611 kB)
- checklist betoog (pdf, 144 kB)
- de les van Kidsweek in de Klas - Wereld & Taal
Artikel Taaldenkgesprekken en wereldoriëntatie
Taaldenkgesprekken zijn bij uitstek geschikt om in te zetten bij de zaakvakken. Tijdens deze gesprekken bouwen leerlingen met elkaar en de leerkracht nieuwe kennis op en ontwikkelen zo hun taalvaardigheid én hun denkvaardigheid. In dit artikel lees je hoe je taaldenkgesprekken organiseert in je klas.
Taalgericht lesgeven in de zaakvakken
Hoe kun je in andere vakken ook oog hebben voor de taalontwikkeling van je leerlingen? Dat kan door ze te activeren, uit te nodigen tot interactie, en ze taalsteun en context te bieden. Op deze pagina vind je artikelen en een video over taalgericht vakonderwijs.
vo
Handreiking en lessenseries Primaire bronnen bij geschiedenis
Aandacht voor taal in het geschiedenisonderwijs helpt leerlingen bij het omgaan met primaire bronnen en historisch redeneren. Hoe je dat kunt doen, lees je in de Handreiking Primaire bronnen bij geschiedenis. De handreiking baseert zich op de principes van taalgericht vakonderwijs en biedt handvatten om leerlingen te ondersteunen bij het lezen van en het schrijven en in gesprek gaan over primaire bronnen. De drie bijbehorende lessenseries zijn voorbeeldmatig en kant-en-klaar te gebruiken.
- Handreiking Primaire bronnen bij geschiedenis
- Lessenserie De Berlijnse Muur
- Lessenserie Persvrijheid in oorlogstijd
- Lessenserie De Holocaust
Lesvoorbeelden en materialen
Wil je met je collega’s aan de slag met de taalvaardigheden in andere vakken? Op deze pagina vind je praktische lessuggesties en een handreiking om te werken aan vaktaal. Ook vind je er een kijkwijzer om te observeren en te analyseren hoe je aandacht besteedt aan taal binnen je vak.
Mondelinge taalvaardigheid en schrijven hebben op veel scholen minder prioriteit: er wordt relatief weinig expliciete aandacht aan deze vaardigheden besteed. Het accent ligt op lezen en taalverzorging, de goed toetsbare onderdelen. Alle taalvaardigheden zijn echter essentieel voor de taalontwikkeling en de ontwikkeling van de identiteit van leerlingen.
De taalvaardigheden versterken elkaar. Zo vergroot schrijven de leesvaardigheid van leerlingen en andersom, bijvoorbeeld door te schrijven over de teksten die je leest. En door met leerlingen in gesprek te gaan over teksten werk je aan mondelinge taalvaardigheid en vergroot je de leesvaardigheid. Dit geldt voor taal-Nederlands, maar ook zeker voor de andere leergebieden of vakken. Juist in een context waarin leerlingen vakkennis verwerven en opbouwen, ontwikkelen leerlingen hun mondelinge en schriftelijke vaardigheden.
Een taalbeleidsplan is nodig om goed taalonderwijs te ontwikkelen, waarbij alle taalvaardigheden goed tot hun recht komen. Hieronder vind je enkele bronnen die je daarbij kunnen helpen.
Stappenplan versterken basisvaardigheden taal-Nederlands
Dit stappenplan (pdf, 924 kB) helpt scholen de taalvaardigheden van leerlingen te versterken. Je analyseert met elkaar het huidige taalonderwijs, stelt een plan van aanpak op en je gaat aan de slag met de uitvoering.
Stappenplan Taalbeleid
In deze handreiking lees je hoe je als school in tien stappen een taalbeleidsplan kunt opstellen en uitvoeren.
po
Schrijfonderwijs op peil
Deze praktische handreiking voor schrijfvaardigheidsonderwijs is bedoeld voor leerkrachten van de midden- en bovenbouw van het (speciaal) basisonderwijs. De handreiking wil een impuls geven aan de inbedding van het schrijfonderwijs in het taalbeleid van de school.
Reflectiewijzer Schrijfonderwijs
Deze reflectiewijzer, in de vorm van een waaier, is voor alle scholen voor (speciaal) basisonderwijs in Nederland. Het instrument helpt schoolteams om in gesprek te gaan over het schrijfonderwijs op school.
Reflectiewijzer Mondelinge taalvaardigheid
Dit instrument helpt schoolteams om in gesprek te gaan over het mondelinge taalonderwijs op school. Aspecten die aan bod komen zijn onder andere: leerstofaanbod, didactische competenties van leraren en zicht op ontwikkeling.
vo
Handreiking voor het opstellen en uitvoeren van een taal- en leesbeleidsplan | Lezen in het vmbo
In deze handreiking lees je hoe je als school een taal- en leesbeleidsplan kunt opstellen en uitvoeren.
Mondelinge taalvaardigheid: van ondergeschoven kindje naar motiverend onderdeel van het curriculum
Presenteren, debatteren, meningen uitwisselen in gesprekken: stuk voor stuk zijn het belangrijke vaardigheden om mee te kunnen komen in het onderwijs en in de samenleving. In dit artikel lees je hoe docenten van het Calvijn College in Goes inzetten op een stevige doorlopende leerlijn mondelinge taalvaardigheid in het voortgezet onderwijs.
Handboek Taalgericht vakonderwijs
Een handboek vol didactische tips voor docenten en anderen in het voortgezet onderwijs die zich bezighouden met taalbeleid.
Om leerlingen verder te helpen in hun taalontwikkeling is het belangrijk om te weten waar leerlingen staan en naar welke doelen ze toewerken. Wat moeten leerlingen kennen en kunnen aan het einde van het schooljaar? Wat hebben ze nodig bij de overgang naar het vo? En wat moeten leerlingen beheersen als ze van de onderbouw naar de bovenbouw van het vo gaan? Om daar in je lessen goed op aan te sluiten, heb je zicht nodig op de doorlopende leerlijn van lezen, schrijven, mondelinge taal, taalbeschouwing en taalverzorging. De wettelijke documenten en uitgewerkte leerlijnen die daarbij kunnen helpen, vind je hieronder.
Zicht op de doorlopende leerlijnen van po naar vo speelt ook een belangrijke rol in het schooladvies en de doorstroom van leerlingen in het vo na de brugklas. Hieronder vind je twee handreikingen die daarbij ondersteunen.
Referentiekader Taal
Wil je weten wat leerlingen moeten beheersen op verschillende momenten in hun schoolloopbaan? In het Referentiekader Taal kun je terugvinden wat leerlingen moeten kennen en kunnen op het gebied van mondelinge taal, lezen, schrijven en taalverzorging. In groep 8 moet 85 procent van de leerlingen fundamenteel niveau 1F beheersen en 65 procent streefniveau 2F. Voor de basisvaardigheden is het streven dat leerlingen minimaal 2F behalen in (de onderbouw van) het voortgezet onderwijs.
Doorgaande leerlijn basisonderwijs
Wil je op jouw school beter zicht krijgen op de doorgaande leerlijnen mondelinge taal, leesvaardigheid, schrijfvaardigheid en taalbeschouwing? De leerstoflijnen helpen je daarbij. Ze zijn een uitwerking van het Referentiekader Taal voor het onderwijs op de basisschool.
Leerdoelenkaarten 10-14 onderwijs
Werk je in de bovenbouw van het po en wil je weten wat er van je leerlingen in de onderbouw van het vo wordt gevraagd? Of werk je in het vo en wil je weten wat je van leerlingen uit het po aan kennis en vaardigheden kunt verwachten? Bekijk de leerdoelenkaarten. Deze zijn ontwikkeld voor 10-14-scholen op basis van het Referentiekader Taal en beschrijven de doorgaande leerlijn vanaf groep 5 van de basisschool tot eind havo 5.
Passende perspectieven
Heb je leerlingen in de klas die om een bepaalde reden niveau 1F aan het einde van groep 8 niet halen? Voor deze leerlingen zijn drie leerroutes ontwikkeld die inzicht geven in welke doelen leerlingen wel/niet moeten beheersen en welke keuzes in het aanbod je kunt maken. Zo houd je ook voor deze leerlingen zicht op de doorlopende leerlijn. Meer informatie.
Werk je in het vo en heb je leerlingen in de klas die moeite hebben met taal en binnenkomen met een niveau onder 1F? De leerroutes voor vmbo bb en kb helpen bij het samenstellen van een passend onderwijsaanbod en het inzicht in welke doelen leerlingen wel of niet moeten behalen.
De leerroutes voor het praktijkonderwijs helpen bij een passend onderwijsaanbod voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Ze geven je ook inzicht in relevante en haalbare doelen voor deze leerlingen.
Leerplan in beeld
Wil je de wettelijke curriculumdocumenten en de uitwerkingen graag digitaal bekijken? Je vindt de kerndoelen, het referentiekader en de uitwerkingen in leerlijnen en leerdoelenkaarten op Leerplan in beeld.
Handreiking schooladvisering
Hoe kom je tot een schooladvies dat recht doet aan de capaciteiten, talenten en ontwikkeling van een leerling? Hoe maak je samen die brede ontwikkeling van leerlingen inzichtelijk? Je vindt het terug in de handreiking schooladvisering: een praktisch document voor leerkrachten, intern begeleiders en schoolleiders.
Handreiking kansrijke doorstroom na de brugklas
Iedere leraar, mentor en schoolleider wil leerlingen na de brugklas op hun niveau verder laten leren. Hoe bied je leerlingen alle kansen? Welke rol spelen achtergrondkenmerken en verwachtingen? Het antwoord op deze en andere vragen lees je terug in deze handreiking.
Inspirerende praktijken
Op zoek naar voorbeelden van leraren, team- en schoolleiders en mentoren die hun ervaringen en expertise delen als het gaat om kansrijke schooladvisering en kansrijke doorstroom in het vo? Lees dan deze schoolportretten.
Niet elke leerling leert op dezelfde manier of in hetzelfde tempo. Iedere leerkracht zal de verschillende niveaus in zijn eigen klas herkennen. Om leerlingen zo optimaal mogelijk te laten leren, is het nodig om een passend reken-wiskundeaanbod te bieden.
Hieronder gaan we in op twee doelgroepen aan verschillende kanten van het spectrum: de zwakke rekenaars en de (potentieel) hoogpresterende leerlingen.
Zwakke rekenaars
Zwakke rekenaars hebben vaak op onderdelen nog extra of langduriger oefening nodig. Ook zijn er vaak onderdelen van het rekenen waar ze nog niet het gewenste niveau hebben bereikt.
Voor sommige scholen zijn de ambities voor de te behalen referentieniveaus 1F (85%) en 1S (65%) einde basisschool te hoog. Om voor jouw school ambitieuze en realistische schooldoelen te bepalen, kun je de handreiking van de PO-Raad raadplegen. Het stappenplan in de handreiking helpt je bij het formuleren van schooleigen doelen.
Passende perspectieven
Passende perspectieven biedt leerlijnoverzichten, doelenlijsten en suggesties voor leerlingen die in het po of s(b)o het referentieniveau 1F bij rekenen niet dreigen te gaan halen. Ook voor het praktijkonderwijs en vmbo bb/kb zijn leerlijnoverzichten en doelenlijsten ontwikkeld richting referentieniveau 1F/2F. De materialen helpen de leerkrachten bij het maken van keuzes in het aanbod, zodat leerlingen de onderwijstijd optimaal benutten om te werken aan de basisvaardigheden van rekenen-wiskunde.
(Potentieel) hoogpresterende leerlingen bij rekenen-wiskunde
Een zorg bij basisvaardigheden is dat er vaak te weinig uitdaging is voor leerlingen die meer aankunnen. Veel leerlingen halen het basisniveau, maar blijven daar hangen. Er wordt (te) weinig gestreefd naar hogere prestaties.
Informatie hierover is te vinden in deze artikelen:
- De sterke rekenaar zit dikwijls op de gang. Aandacht voor de zwakke rekenaar gaat voor.
- Reken-wiskundeonderwijs voor (potentieel) hoogpresterende basisschoolleerlingen.
Meer concrete tips voor onderwijs aan hoogpresterende leerlingen vind je in de volgende artikelen:
Op de meeste scholen staat rekenen-wiskunde elke dag op het programma. Het gaat ten slotte over een basisvaardigheid waar veel aandacht voor nodig is in het onderwijs. Emoties kunnen daarbij veel invloed hebben op het leren van leerlingen. Waar rekenangst een serieus en belemmerend probleem kan zijn bij het leren rekenen, kan rekenplezier juist enorm helpen. Twee uitersten dus, om heel serieus te nemen bij het leren van basisvaardigheden rekenen-wiskunde.
Rekenangst en wiskundeangst
Er is en wordt veel onderzoek gedaan naar rekenangst en wiskundeangst. Inzichten daaruit laten zien dat angst de prestaties beïnvloedt, én andersom. Het werkgeheugen speelt hierin een grote rol. Om de cirkel te doorbreken zijn succeservaringen heel belangrijk. Als leerkracht kun je daarin een centrale rol spelen.
Rekenangst: je kan er wat tegen doen!
Lukt het jou om je rekenles steeds weer zo in te richten dat ook je rekenangstige leerlingen gemotiveerd en actief leren? Hoe creëer je perspectief zodat juist deze onzekere leerlingen open en onbevangen aan een rekenopdracht beginnen, hun rekenvaardigheden uitbreiden en weer plezier beleven? Hoe vermijd je rekenangst en op welke manier kun je deze angst reduceren of zelfs wegnemen? Lees het artikel Rekenangst: je kan er wat tegen doen! (pdf, 11 MB).
Reken- en wiskundeplezier
Als je ergens plezier in hebt, leer je makkelijker. Rekenen en wiskunde kennen veel verschillende onderdelen die geleerd moeten worden, die op het eerste gezicht niet allemaal even 'plezierig’ lijken. Oefenen is daarbij een belangrijk onderdeel waar veel tijd in gaat zitten. Toch zijn er veel mogelijkheden om rekenen en wiskunde op een leuke manier aan te bieden. We doen hieronder twee suggesties:
Grote Rekendag
Elk jaar wordt De Grote Rekendag georganiseerd, waarvoor speciaal thematisch materiaal wordt ontwikkeld. Rekenen-wiskunde wordt daarbij op een andere manier aangeboden. Onderzoekend en speels leren staan centraal. Uit ervaring blijkt dat leerlingen zo'n dag veel plezier hebben en vaak niet beseffen dat dit ook rekenen is. Vaker die koppeling leggen, kan leiden tot meer rekenplezier. Meer over De Grote Rekendag:
Met plezier oefenen via rekenspelletjes
Veel leerlingen beleven plezier aan het spelen van spelletjes. Spellen bieden de mogelijkheid om te werken aan basisvaardigheden van rekenen-wiskunde. Op verschillende manieren, niveaus en onderwerpen. Zo werk je met leerlingen zowel aan kennis, inzicht als vaardigheden.
Op onderstaande websites vind je informatie over hoe je rekenspelletjes kunt inzetten:
- Spel in de rekenles: beschrijving van spellen ter ondersteuning van het rekenen in het basisonderwijs
- Rondjerekenspel: inspiratie om rekenspellen in de lessen te gebruiken
Bij rekenen-wiskunde zijn zowel vaardigheden, kennis als inzichten belangrijk. De vaardigheid van het kunnen uitvoeren van bewerkingen als optellen en aftrekken zijn heel belangrijk, maar daar ligt ook weer basiskennis aan ten grondslag. Beiden zijn nodig om rekenen-wiskunde op de basisschool te kunnen leren én te kunnen gebruiken ook in andere vakken, in het vervolgonderwijs en in de maatschappij. Bij het werken aan de basisvaardigheden rekenen-wiskunde is het noodzakelijk om dit niet smal op te vatten en vooral ook aandacht te hebben voor essentiële inzichten. In een artikel over basisvaardigheden rekenen-wiskunde in Volgens Bartjens illustreren de auteurs wat er allemaal bij basisvaardigheden rekenen-wiskunde hoort.
Leerlingen ervaren vaak een drempel bij de overgang van po naar vo, van rekenen naar wiskunde. Voor een soepele doorstroom van po naar vo is het belangrijk om aandacht te hebben voor overeenkomsten en verschillen. Leerlingen hebben in groep 7 en 8 van het po inhouden aangeboden gekregen die in de onderbouw van het vo net anders en daarom soms niet herkenbaar zijn.
In onderstaande publicaties worden voorbeelden gegeven van de verschillen tussen po en vo.
Door in andere vakken zichtbaar gebruik te maken van rekenen en wiskunde, wordt voor leerlingen duidelijker hoe je met rekenen-wiskunde bezig kunt zijn en hoe breed de mogelijkheden zijn. Bij vrijwel alle vakken zijn er mogelijkheden om rekenen-wiskunde (expliciet) te gebruiken.
Rekenen in andere vakken
Wat komt er bij kijken om binnen de school het rekenonderwijs bij verschillende vakken onder te brengen? Wat zijn de aandachtspunten? Met Rekenen in andere vakken bieden we een overzicht van werkwijzen en voorbeelden om met dit thema aan de slag gaan. De informatie is bedoeld voor (reken)coördinatoren, schoolleiding en betrokken docenten die zich inzetten om rekenen en wiskunde te verbinden met andere vakken.
Samenhang rekenen-wiskunde met ander leergebieden
Andere leergebieden bieden vaak realistische en authentieke contexten om rekenen en wiskunde toe te passen. Hoe meer contexten betekenis hebben voor leerlingen, des te meer betekenis krijgen rekenen en wiskunde voor hen. De SLO-webpagina’s over samenhang met andere leergebieden geven bredere informatie en achtergronden over verschillende aspecten van het verbinden van rekenen en wiskunde met andere onderwijsactiviteiten.
Vakoverstijgend rekenen in 3 havo-vwo (vo)
Veel leerlingen in leerjaar 3 hebben moeite met basisrekenenvaardigheden, zoals rekenen met procenten en verhoudingen. Het project Vakoverstijgend Rekenen biedt gratis lesmateriaal voor de vakken wiskunde, natuurkunde, economie en scheikunde. De aanpak van dit project is erg overzichtelijk (gebaseerd op de verhoudingstabel), waardoor leerlingen snappen wat ze aan het berekenen zijn. Die aanpak blijkt in veel situaties goed te werken, en als meerdere vakken dezelfde aanpak gebruiken krijgen leerlingen in 3 havo-vwo meer plezier in rekenen, en worden de resultaten beter. Het doel van het project is dat alle leerlingen rekenniveau 3F halen.
Toelichting: leerroutes basisonderwijs
Is de verwachte uitstroombestemming van de leerling vmbo-t of hoger? En heeft hij moeite met het behalen van referentieniveau 1F? Laat de leerling dan leerroute 1 volgen. Verwacht je dat je leerling naar vmbo bb/kb uitstroomt, dan kan leerroute 2 goed ingezet worden voor de leerling. En is de verwachte uitstroombestemming praktijkonderwijs of vso, dan biedt het plaatsen van de leerling in leerroute 3 een goed kader om te komen tot een passend taalaanbod.
Deze leerroutes zijn er ook voor lezen, luisteren, spreken en gesprekken.