Zoeken
verfijn de resultaten
aantal resultaten: 291
Achter de schermen werken het ministerie van OCW en SLO al een tijdje samen aan een systematische aanpak voor het periodiek onderhouden van het curriculum. Waarom is dit belangrijk en hoe ziet dit er in de toekomst uit? Fleur van de Gevel en Suzan van Dieren geven uitleg.
9 december 2024
In opdracht van het ministerie van OCW heeft SLO een kennisbasis ontwikkeld voor de natuurwetenschappelijke vakken en technologie in de onderbouw: natuurkunde, scheikunde, biologie, fysische geografie en technologie. De kennisbasis is bedoeld als een richtinggevend leerplankader, naast de wettelijk vastgestelde kerndoelen, met alle ruimte voor curriculaire uitwerkingen op schoolniveau. Bij de vakinhouden wordt op vier beheersingsniveaus (vmbo-b, vmbo-k/g/t, havo en vwo) aangegeven wat als basisstof verondersteld wordt (in een doorlopende leerlijn) en waar keuzemogelijkheden liggen. De werkwijzen en denkwijzen die karakteristiek zijn voor alle bètavakken, zijn per vakgebied beschreven en bieden de mogelijkheid tot samenhangend en toekomstgericht onderwijs. Ook biedt de kennisbasis vele kansen om talentontwikkeling te stimuleren: ze biedt een basis voor complexe vraagstukken die om creativiteit en denkkracht vragen, een uitdaging voor leerlingen, zowel in het vmbo als het havo/vwo.
21 januari 2015
SLO heeft in samenwerking met Cito een onderzoek uitgevoerd dat schrijfprestaties Engels, Duits en Frans van leerlingen van havo 5 en vwo 6 koppelt aan ERK-niveaus. Hiervoor zijn 1735 schrijfproducten aan een internationale standaardbepalingsprocedure onderworpen. Dit rapport beschrijft de resultaten van het onderzoek, de constructie van de bij het onderzoek gebruikte toetsen, het beoordelingsvoorschrift en de beoordelingsprocedure.
22 januari 2015
Dit vakdossier bevat een beschrijving van de stand van zaken van Engels in het basisonderwijs (Eibo).Hoofdstuk 1 geeft een overzicht van de beleidsontwikkelingen en gaat in op de verschillende generaties kerndoelen. In hoofdstuk 2 wordt de lespraktijk beschreven. Wanneer starten scholen met Engels, hoeveel tijd wordt er wekelijks aan besteed, hoe wordt Engels gegeven, met welk materiaal en welke toetsen? Hoofdstuk 3 gaat in op de opleiding en toerusting van leerkrachten, zowel wat de didactische als de linguïstische vaardigheden betreft waarover huidige en toekomstige leerkrachten bij voorkeur zouden moeten beschikken.Hoofdstuk 4 belicht de tendens om eerder dan in groep 7 met Engels te starten en wat dit betekent, onder andere met het oog op doorstroming naar het voortgezet onderwijs.Hoofdstuk 5, ten slotte, plaatst de stand van zaken wat betreft Eibo in internationaal perspectief en doet enkele aanbevelingen om de kwaliteit van de praktijk van Eibo te verbeteren.
22 januari 2015
Deze publicatie biedt praktische hulp aan talensecties die met het ERK werken. Je vindt er bijvoorbeeld hulp bij het opstellen van een meerjarentoetsplanning, het maken van een blauwdruk voor een toets die uitgaat van het ERK, het maken van een correctievoorschrift volgens ERK-richtlijnen en nog veel meer.
22 januari 2015
Sinds de invoering van het referentiekader taal en rekenen heeft SLO zich ten doel gesteld de referentieniveaus concreet te maken en ervaring op te doen met het werken ermee. Deze publicatie presenteert een concretisering van het referentiekader taal aan de hand van een specifieke taak: het boekverslag. In de SLO benadering is het boekverslag een middel om leerlingen in hun ontwikkeling te begeleiden, zowel op het gebied van literaire competentie als op het gebied van schrijven.
22 januari 2015
De invoering van het Referentiekader taal en rekenen stelt het basisonderwijs voor de vraag langs welke weg de eindniveaus 1F en 1S/2F te bereiken zijn. Hoe is de opbouw van de leerstof voor de verschillende domeinen over de groepen 1 tot en met 8? Welke didactiek is geschikt om die leerstof in de verschillende groepen aan de orde te stellen? Een serie van vier publicaties, elk over één van de domeinen van het taalonderwijs, wil antwoord geven op deze vragen. Deze publicatie bevat een uitwerking van doorlopende leerlijnen voor het leesonderwijs. Na een kort schematisch overzicht van de leerstoflijnen bij het domein lezen en een beschrijving van de algemene kenmerken van de leerlijn lezen, volgt een karakteristiek van het lezen in groep 1 tot en met 8.
22 januari 2015
De minimumdoelen/fundamentele doelen rekenen-wiskunde sluiten aan bij de referentieniveaus die voor het basisonderwijs recent zijn ontwikkeld. In opdracht van het ministerie van OCW heeft de commissie Meijerink (2008) referentieniveaus geformuleerd voor taal en rekenen voor de overgangen van de verschillende schooltypes. Dit met als doel de drempels tussen verschillende schooltypes te slechten en de kwaliteit van de leeropbrengsten te verhogen. Voor einde basisonderwijs zijn voor rekenen-wiskunde twee referentieniveaus geformuleerd: 1F, het Fundamenteel niveau en 1S, het Streefniveau. 1F is het niveau dat alle kinderen in principe aan het eind van de basisschool moeten kunnen bereiken. Doorgaans betreft dit leerlingen die na de basisschool naar de basisberoepsgerichte leerweg en de kaderberoepsgerichte leerweg in het vmbo gaan. Om goed in dat vervolgonderwijs te kunnen doorstromen, moeten zij het fundamenteel niveau 1F beheersen. 1S is het niveau dat bedoeld is voor leerlingen die na de basisschool naar de gemengde leerweg of theoretische leerweg in het vmbo of naar havo en vwo doorstromen.
22 januari 2015
De referentieniveaus zijn ook voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften het uitgangspunt. Er zijn echter leerlingen die, ondanks de inspanningen van de school, de referentieniveaus niet halen op het moment dat het van hen wordt verwacht. Dan kan het nodig zijn om (inhoudelijke) keuzes te maken, zodat deze leerlingen een onderwijsaanbod krijgen dat past bij hun ontwikkelingsperspectief. Het project Passende perspectieven heeft ter ondersteuning van dit proces de referentieniveaus voor rekenen uitgewerkt, waarbij werd uitgegaan van drie verschillende groepen met elk een specifieke beperking. De opbrengsten van de eerste fase van het project bevat de volgende onderdelen: wegwijzer, doelenlijsten, leerroutes bij de doelenlijsten en profielschetsen van de drie doelgroepen.
22 januari 2015
De referentieniveaus zijn ook voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften het uitgangspunt. Er zijn echter leerlingen die, ondanks de inspanningen van de school, de referentieniveaus niet halen op het moment dat het van hen wordt verwacht. Dan kan het nodig zijn om (inhoudelijke) keuzes te maken, zodat deze leerlingen een onderwijsaanbod krijgen dat past bij hun ontwikkelingsperspectief. Het project Passende perspectieven heeft ter ondersteuning van dit proces de referentieniveaus voor rekenen uitgewerkt, waarbij werd uitgegaan van drie verschillende groepen met elk een specifieke beperking. De opbrengsten van de eerste fase van het project bevat de volgende onderdelen: wegwijzer, doelenlijsten, leerroutes bij de doelenlijsten en profielschetsen van de drie doelgroepen.
22 januari 2015