Zoeken
verfijn de resultaten
Dit model helpt bij het verduidelijken wat je bedoelt als je praat over het curriculum.
De kern en de negen draden van het spinnenweb verwijzen naar tien onderdelen van het curriculum die nodig zijn bij het (plannen van) leren door leerlingen. De curriculumniveaus (macro, meso en micro) verwijzen naar verschillende systeemniveaus waarop afspraken kunnen worden vastgelegd over het curriculum.
De centrale vraag bij curriculumontwikkeling is: welke doelen en inhouden hebben prioriteit in het onderwijs, en waarom? Om overladenheid te voorkomen en richting te hebben voor het ontwikkelproces, is een heldere visie op onderwijs noodzakelijk. Vanuit de visie maakt een school keuzes over doelen en inhouden, en de andere onderdelen van het curriculaire spinnenweb.
Als het begrip curriculumontwikkeling helder is, volgt de vraag: hoe pak je dit nu aan? Curriculumontwikkeling is een cyclisch proces, dat bestaat uit vijf samenhangende kernactiviteiten. De Engelstalige afkorting van deze stappen is ADDIE: analysis, design, development, implementation en evaluation.
Om curriculumontwikkeling (wat willen we?) op school te laten slagen, is het belangrijk tegelijk te werken aan professionele ontwikkeling van het team (wat kunnen we?) en schoolorganisatieontwikkeling (waar staan we?).
Een goed curriculum voldoet aan vier kwaliteitscriteria. Deze kwaliteitscriteria bouwen op elkaar voort. De effectiviteit hangt af van de bruikbaarheid (kan het worden uitgevoerd zoals bedoeld?) en van de relevantie en consistentie van het curriculum.
Dit model laat zien hoe je anderen bewust kunt betrekken bij curriculumontwikkeling. Om een groter draagvlak te krijgen voor de curriculumontwikkeling is het belangrijk om anderen al in een vroeg stadium mee te nemen in de plannen. Dit biedt tegelijkertijd input voor het ontwikkelproces.
Evaluatie heeft een centrale plek in het ontwikkelproces. Evalueren doe je om de kwaliteit van het curriculum-in-wording te achterhalen en (via een volgende cyclus) te vergroten. Er zijn vijf evaluatiemethoden tijdens een curriculumontwikkeling.
op-down, bottom-up en van opzij
Bij curriculumontwikkeling is een combinatie van bouwen van onderop, houvast van bovenaf en steun van opzij nodig.
Met deze leidraad observeer je de lesuitvoering van een collega, om vervolgens samen te bepalen in hoeverre de achterliggende visie tot uitdrukking komt in de lesuitvoering.