Zoeken
verfijn de resultaten
aantal resultaten: 999
Het KNAW-rapport Digitale geletterdheid in het voorgezet onderwijs constateert dat de digitale geletterdheid van leerlingen sterk verbeterd moet worden. SLO en het ministerie van OCW onderschrijven de noodzaak voor aandacht voor dit onderwerp in het funderend onderwijs, gezien de steeds meer ‘medialiserende’ en digitaliserende wereld waarin wij leven. De vraag is echter wat er precies wordt bedoeld met digitale geletterdheid, welke aspecten daarvan wenselijk worden gevonden voor het onderwijs en welke plaats dat zou moeten hebben in het curriculum. Digitale geletterdheid wordt vaak in verband gebracht met 21e eeuwse vaardigheden. Ook zijn er andere verwante begrippen zoals mediawijsheid, informatievaardigheden, ICT-vaardigheden, computational thinking, advanced skills, informatiekunde en informatica. De vraag is hoe deze begrippen te duiden zijn en wat overeenkomsten en verschillen zijn. Het ministerie van OCW heeft SLO gevraagd de begrippen te verhelderen en met elkaar in verband te brengen.
21 januari 2015
Het ministerie van OCW heeft SLO opdracht gegeven tot een brede verkenning van de stand van zaken van Engels in het basisonderwijs. Het betreft een vervolgonderzoek op het vakdossier Engels (SLO, 2003). Het doel van het onderzoek is om zicht te krijgen op de intensiteit en kwaliteit van Engels in het basisonderwijs. Onderzocht is hoeveel tijd aan Engels wordt besteed, hoe de lespraktijk wordt ingevuld, en in welke mate leerkrachten zijn toegerust voor het geven van Engels.
22 januari 2015
Dit vakdossier bevat een beschrijving van de stand van zaken van Engels in het basisonderwijs (Eibo).Hoofdstuk 1 geeft een overzicht van de beleidsontwikkelingen en gaat in op de verschillende generaties kerndoelen. In hoofdstuk 2 wordt de lespraktijk beschreven. Wanneer starten scholen met Engels, hoeveel tijd wordt er wekelijks aan besteed, hoe wordt Engels gegeven, met welk materiaal en welke toetsen? Hoofdstuk 3 gaat in op de opleiding en toerusting van leerkrachten, zowel wat de didactische als de linguïstische vaardigheden betreft waarover huidige en toekomstige leerkrachten bij voorkeur zouden moeten beschikken.Hoofdstuk 4 belicht de tendens om eerder dan in groep 7 met Engels te starten en wat dit betekent, onder andere met het oog op doorstroming naar het voortgezet onderwijs.Hoofdstuk 5, ten slotte, plaatst de stand van zaken wat betreft Eibo in internationaal perspectief en doet enkele aanbevelingen om de kwaliteit van de praktijk van Eibo te verbeteren.
22 januari 2015
De invoering van het Referentiekader taal en rekenen stelt het basisonderwijs voor de vraag langs welke weg de eindniveaus 1F en 1S/2F te bereiken zijn. Hoe is de opbouw van de leerstof voor de verschillende domeinen over de groepen 1 tot en met 8? Welke didactiek is geschikt om die leerstof in de verschillende groepen aan de orde te stellen? Een serie van vier publicaties, elk over één van de domeinen van het taalonderwijs, wil antwoord geven op deze vragen. Deze publicatie bevat een uitwerking van doorlopende leerlijnen voor het leesonderwijs. Na een kort schematisch overzicht van de leerstoflijnen bij het domein lezen en een beschrijving van de algemene kenmerken van de leerlijn lezen, volgt een karakteristiek van het lezen in groep 1 tot en met 8.
22 januari 2015
De minimumdoelen/fundamentele doelen rekenen-wiskunde sluiten aan bij de referentieniveaus die voor het basisonderwijs recent zijn ontwikkeld. In opdracht van het ministerie van OCW heeft de commissie Meijerink (2008) referentieniveaus geformuleerd voor taal en rekenen voor de overgangen van de verschillende schooltypes. Dit met als doel de drempels tussen verschillende schooltypes te slechten en de kwaliteit van de leeropbrengsten te verhogen. Voor einde basisonderwijs zijn voor rekenen-wiskunde twee referentieniveaus geformuleerd: 1F, het Fundamenteel niveau en 1S, het Streefniveau. 1F is het niveau dat alle kinderen in principe aan het eind van de basisschool moeten kunnen bereiken. Doorgaans betreft dit leerlingen die na de basisschool naar de basisberoepsgerichte leerweg en de kaderberoepsgerichte leerweg in het vmbo gaan. Om goed in dat vervolgonderwijs te kunnen doorstromen, moeten zij het fundamenteel niveau 1F beheersen. 1S is het niveau dat bedoeld is voor leerlingen die na de basisschool naar de gemengde leerweg of theoretische leerweg in het vmbo of naar havo en vwo doorstromen.
22 januari 2015
In Lezen in het basisonderwijs wordt al het empirisch onderzoek weergegeven dat is verricht naar begrijpend lezen, leesbevordering en fictie in het basisonderwijs, in Nederland en Vlaanderen, vanaf 1969 tot 2004. Achtereenvolgens komen onderzoeken aan de orde die gericht zijn op: doelstellingen, beginsituatie van de leerling, onderwijsleermateriaal, onderwijsleeractiviteiten, instrumentatie en evaluatie. De beschrijvingen van de onderzoeken hebben vooral een signalerende functie: opzet en informatie van een onderzoek zijn snel duidelijk.
22 januari 2015
In samenwerking met de Nederlandse Taalunie en de Stichtingen lezen Nederland en Vlaanderen werkt SLO aan het inventariseren en beschrijven van al het empirische en toegepaste onderzoek naar taalonderwijs dat tussen 1969 en 2004 uitgevoerd werd. In Schrijven in het basisonderwijs doen de auteurs verslag van de resultaten van het onderzoek van één domein van het taalonderwijs: het schrijfonderwijs (het schrijven van teksten). Naast beknopte beschrijvingen die zicht geven op de vraagstellingen en conclusies van de onderzoeken, bevat de publicatie een nabeschouwing waarin het onderzoek geïnterpreteerd wordt vanuit het perspectief van leerplanontwikkeling.
22 januari 2015
De referentieniveaus zijn ook voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften het uitgangspunt. Er zijn echter leerlingen die, ondanks de inspanningen van de school, de referentieniveaus niet halen op het moment dat het van hen wordt verwacht. Dan kan het nodig zijn om (inhoudelijke) keuzes te maken, zodat deze leerlingen een onderwijsaanbod krijgen dat past bij hun ontwikkelingsperspectief. Het project Passende perspectieven heeft ter ondersteuning van dit proces de referentieniveaus voor rekenen uitgewerkt, waarbij werd uitgegaan van drie verschillende groepen met elk een specifieke beperking. De opbrengsten van de eerste fase van het project bevat de volgende onderdelen: wegwijzer, doelenlijsten, leerroutes bij de doelenlijsten en profielschetsen van de drie doelgroepen.
22 januari 2015
De referentieniveaus zijn ook voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften het uitgangspunt. Er zijn echter leerlingen die, ondanks de inspanningen van de school, de referentieniveaus niet halen op het moment dat het van hen wordt verwacht. Dan kan het nodig zijn om (inhoudelijke) keuzes te maken, zodat deze leerlingen een onderwijsaanbod krijgen dat past bij hun ontwikkelingsperspectief. Het project Passende perspectieven heeft ter ondersteuning van dit proces de referentieniveaus voor rekenen uitgewerkt, waarbij werd uitgegaan van drie verschillende groepen met elk een specifieke beperking. De opbrengsten van de eerste fase van het project bevat de volgende onderdelen: wegwijzer, doelenlijsten, leerroutes bij de doelenlijsten en profielschetsen van de drie doelgroepen.
22 januari 2015
Compilatie van 37 spelbeschrijvingen die eerder gepubliceerd zijn in het rekentijdschrift Volgens Bartjens. De rekenspellen zijn afwisselend geschikt voor de onderbouw, de middenbouw en de bovenbouw. De rekeninhouden die aan de orde komen betreffen getalbegrip, bewerkingen, meetkunde en logisch denken en redeneren. In sommige spellen ligt de nadruk op het verkennen van een rekeninhoud, bij andere spellen gaat het om het oefenen van bepaalde basisvaardigheden en weer andere spellen vragen om het toepassen van inzichten, strategieën, kennis en vaardigheden.
23 januari 2015