Zoeken
verfijn de resultaten
aantal resultaten: 382
Het KNAW-rapport Digitale geletterdheid in het voorgezet onderwijs constateert dat de digitale geletterdheid van leerlingen sterk verbeterd moet worden. SLO en het ministerie van OCW onderschrijven de noodzaak voor aandacht voor dit onderwerp in het funderend onderwijs, gezien de steeds meer ‘medialiserende’ en digitaliserende wereld waarin wij leven. De vraag is echter wat er precies wordt bedoeld met digitale geletterdheid, welke aspecten daarvan wenselijk worden gevonden voor het onderwijs en welke plaats dat zou moeten hebben in het curriculum. Digitale geletterdheid wordt vaak in verband gebracht met 21e eeuwse vaardigheden. Ook zijn er andere verwante begrippen zoals mediawijsheid, informatievaardigheden, ICT-vaardigheden, computational thinking, advanced skills, informatiekunde en informatica. De vraag is hoe deze begrippen te duiden zijn en wat overeenkomsten en verschillen zijn. Het ministerie van OCW heeft SLO gevraagd de begrippen te verhelderen en met elkaar in verband te brengen.
21 januari 2015
De referentieniveaus zijn ook voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften het uitgangspunt. Er zijn echter leerlingen die, ondanks de inspanningen van de school, de referentieniveaus niet halen op het moment dat het van hen wordt verwacht. Dan kan het nodig zijn om (inhoudelijke) keuzes te maken, zodat deze leerlingen een onderwijsaanbod krijgen dat past bij hun ontwikkelingsperspectief. Het project Passende perspectieven heeft ter ondersteuning van dit proces de referentieniveaus voor rekenen uitgewerkt, waarbij werd uitgegaan van drie verschillende groepen met elk een specifieke beperking. De opbrengsten van de eerste fase van het project bevat de volgende onderdelen: wegwijzer, doelenlijsten, leerroutes bij de doelenlijsten en profielschetsen van de drie doelgroepen.
22 januari 2015
De referentieniveaus zijn ook voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften het uitgangspunt. Er zijn echter leerlingen die, ondanks de inspanningen van de school, de referentieniveaus niet halen op het moment dat het van hen wordt verwacht. Dan kan het nodig zijn om (inhoudelijke) keuzes te maken, zodat deze leerlingen een onderwijsaanbod krijgen dat past bij hun ontwikkelingsperspectief. Het project Passende perspectieven heeft ter ondersteuning van dit proces de referentieniveaus voor rekenen uitgewerkt, waarbij werd uitgegaan van drie verschillende groepen met elk een specifieke beperking. De opbrengsten van de eerste fase van het project bevat de volgende onderdelen: wegwijzer, doelenlijsten, leerroutes bij de doelenlijsten en profielschetsen van de drie doelgroepen.
22 januari 2015
In het Referentiekader taal & rekenen zijn voor het primair onderwijs twee niveaus beschreven: streefniveau 1S en fundamenteel niveau 1F. Niveau 1S voor rekenen moet door het gros van de kinderen beheerst worden aan het eind van het basisonderwijs, speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs (behalve in cluster 3). Als verantwoord wordt vastgesteld dat kinderen dit niveau niet zullen halen, kunnen leraren deze kinderen laten werken naar fundamenteel niveau 1F. Dit document beschrijft hoe de gebruikers van de rekenmethode De wereld in getallen met hun hun leerlingen kunnen werken naar het voor hen hoogst haalbare rekenniveau.
23 januari 2015
De referentieniveaus beschrijven wat leerlingen moeten kennen en kunnen op het gebied van taal en rekenen op verschillende momenten in hun onderwijsloopbaan. Voor het primair onderwijs zijn twee niveaus beschreven: streefniveau 1S en fundamenteel niveau 1F. Niveau 1S moet door het grootste gedeelte van de leerlingen bereikt worden aan het eind van het basisonderwijs. Als op een verantwoorde manier wordt vastgesteld dat het aanbod op niveau 1S te hoog is en de leerling deze doelen niet zal halen, kunnen leraren deze leerling laten werken naar niveau 1F. De voorliggende checklist helpt intern begeleiders (en leraren) om een zorgvuldige afweging te maken bij de keus om het 1S-rekenniveau los te laten en te werken naar niveau 1F.
23 januari 2012
Genres in schoolvakken : verslag van de landelijke werkconferentie Platform Taalgericht Vakonderwijs
Deze landelijke werkconferentie is het vervolg op het Symposium Genredidactiek/Genre Pedagogy, gehouden in 2010. Bij de afsluiting van dit symposium is afgesproken de mogelijkheden tot verdieping van taalgerichtvakonderwijs met behulp van Systemic Functional Linguistics (SFL) en genredidactiek verder uit te werken in diverse 'proeftuintjes'. In het voorliggende verslag worden de ervaringen met die proeftuintjes gepresenteerd.
26 januari 2015
De referentieniveaus zijn ook voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften het uitgangspunt. Er zijn echter leerlingen die, ondanks de inspanningen van de school, de referentieniveaus niet halen op het moment dat het van hen wordt verwacht. Dan kan het nodig zijn om (inhoudelijke) keuzes te maken, zodat deze leerlingen een onderwijsaanbod krijgen dat past bij hun ontwikkelingsperspectief. Het project Passende perspectieven heeft ter ondersteuning van dit proces de referentieniveaus voor taal uitgewerkt, waarbij werd uitgegaan van drie verschillende groepen met elk een specifieke beperking. De opbrengsten van de eerste fase van het project bevat de volgende onderdelen: wegwijzer, leerroutes bij de doelenlijsten, en profielschetsen van de drie doelgroepen.
26 januari 2015
Het project Passende perspectieven heeft ter ondersteuning van het kiezen van een passend onderwijsaanbod voor elke leerlinge de referentieniveaus voor taal uitgewerkt
26 januari 2015
Deze publicatie is bestemd voor beleidsmakers, curriculum- en materiaalontwikkelaars, schoolleiders, leerkrachten, vakdocenten bewegingsonderwijs en lerarenopleiders. De belangrijkste dingen die kinderen moeten leren om actief deel te nemen aan de samenleving zijn vastgelegd in de zogenaamde kerndoelen. De leergebied-specifieke kerndoelen zijn ingedeeld in Nederlandse taal; Engels; Friese taal; rekenen/wiskunde; oriëntatie op jezelf en de wereld; kunstzinnige oriëntatie en bewegingsonderwijs.
26 januari 2015
Het wetsvoorstel kwaliteit (voortgezet) speciaal onderwijs legt de taak van scholen voor voortgezet speciaal onderwijs (vso-scholen) wettelijk vast: het onderwijs inrichten in één of meer uitstroomprofielen, te weten Vervolgonderwijs, Arbeidsmarkt en Dagbesteding. In opdracht van het ministerie van OCW heeft SLO, in nauwe samenwerking met vele betrokkenen uit het veld, kerndoelen ontwikkeld bij de in te voeren uitstroomprofielen in het vso. Met kerndoelen die per uitstroomprofiel zijn geformuleerd, wordt geregeld aan welke eisen het globale onderwijsaanbod van het vso moet voldoen. Drie losse deelnotities bieden vanuit een onderwijsinhoudelijk en leerplankundig perspectief een kader, op basis waarvan scholen het onderwijs in de verschillende uitstroomprofielen kunnen inrichten.
26 januari 2015