Zoeken
verfijn de resultaten
Vraag leerlingen die vragen hebben over het huiswerk deze op te schrijven aan het begin van de les op het hulpbord of de flapover. Leerlingen die het antwoord weten, leggen het uit aan de leerling die de betreffende vraag heeft opgeschreven.
Geef aan het begin of het einde van de les de leerlingen onderstaande afbeelding met de opdracht in twee of drie minuten zoveel mogelijk op te schrijven/ tekenen wat ze weten van het onderwerp. Dat kan heel algemeen geformuleerd (Schrijf alles op wat je weet over thema/onderwerp X) of met een specifieke vraag of stelling. Benadruk dat het geschrevene leesbaar moet zijn, maar dat het niet in eerste plaats gaat om de juiste spelling en interpunctie
Verdeel leerlingen aan het begin of aan het einde van de les in willekeurige groepjes van vier. Elk groepje benoemt een schrijver. Zorg voor evenveel A1-, A2 of A3-posters als dat er groepjes zijn en leg de posters verspreid neer in het lokaal of hang ze op.
Geef elke leerling een groen, oranje en rood plastic bekertje/schijf/papier. Aan het begin van de les heeft elke leerling op de hoek van zijn tafel bijvoorbeeld de drie bekertjes in elkaar gezet: de rode onderop, daarop de oranje, bovenop de groene. Tijdens de uitleg van de docent staat in eerste instantie het groene bekertje bovenop.
Stel open vragen die aanzetten tot denken (waarom, hoe, waardoor) en waarmee je inzicht krijgt in hoeverre leerlingen iets hebben begrepen. Selecteer na elke vraag één leerling die de vraag gaat beantwoorden met een namenkiezer (zie pagina 4). Geef voldoende nadenktijd voor het selecteren van een leerling.