Zoeken

Over een evenwichtsbalk van ongeveer 3,5 meter lang en 6 cm breed schuin omhoog lopen naar een labiel punt (bijvoorbeeld aan een trapezestok van 1 meter hoog) met afstapplaats.

Over een bank lopen tussen twee ophangpunten met een kleine zwaaibeweging en twee hulpverleners.

Early English = Engels vanaf groep 1.

ERK = Europees Referentiekader voor talen:
een gemeenschappelijk raamwerk waarin op verschillende niveaus de vijf vaardigheden - luister, lezen, spreken, gesprekken voeren, schrijven - van de leerder zijn uitgewerkt.

Extensief lezen = het lezen van (grotere) teksten waarbij de lezer niet ieder woorden hoeft te weten of te begrijpen, zoals bij het lezen van een boekje of een bladzijde uit een tijdschrift.

Intensief lezen = het lezen van korte teksten waarbij de lezer (bijna) ieder woord begrijpt.

CLIL = Content and Language Integrated Learning: (bepaalde) vakken of vaardigheden leren in het Engels, ook wel bekend als tweetalig onderwijs (tto).

Concentrisch werken = er is niet zozeer een opbouw in moeilijkheidsgraad maar een uitbouw met woorden, zinnen en vaardigheden per thema.

Fluency = beheersing van de taal; vloeiendheid waarmee men spreekt.

Fillers = woorden die je gebruikt om tijd te winnen om na te denken of om het gesprek gaande te houden, bijvoorbeeld: well, really, ofcourse, let me see.

Voorover om een duikelstang op buikhoogte duikelen en landen op een mat.