Zoeken

Meer structurele aandacht voor de reken-wiskundige basisvaardigheden is essentieel, maar hoe doe je dat binnen een vol programma, waarbij de methode ervan uitgaat dat de kinderen alles inmiddels begrijpen, kunnen en beheersen?

Als leerkracht wil je zo goed mogelijk omgaan met de verschillen in voorkennis, leerprestaties en interesses tussen de leerlingen in je klas, zodat leerlingen zich optimaal kunnen ontwikkelen. Met andere woorden: je moet differentiëren. Maar hoe doe je dat?

In het Protocol Ernstige RekenWiskunde-problemen en Dyscalculie, wordt het rekengesprek genoemd als instrument bij leerlingen met geringe rekenproblemen. Wat is eigenlijk een reken(werk)gesprek? Bij wie pas je het reken(werk)gesprek toe, en hoe werkt het? En . . . is het werkelijk een probaat middel voor leerlingen die vastlopen bij geringe rekenproblemen?

De rekenmethode geeft vaak suggesties voor verwerking op meerdere niveaus. Wat kun je als leerkracht zelf doen om je onderwijs nog beter af te stemmen op de behoeften van je leerlingen? Hoe kun je differentiatie in het rekenonderwijs aanpakken?

Voorbeelduitwerkingen van de gespreksleidraad voor een PTA voor geschiedenis vmbo.