Zoeken

De samenleving hecht steeds meer belang aan burgerschapsonderwijs. Dat blijkt ook uit het recente wetsvoorstel van minister Slob, bedoeld om scholen duidelijk te maken waar het om moet gaan bij burgerschapsonderwijs: ‘de ontwikkeling van respect voor en kennis van de basiswaarden van de democratische rechtsstaat en de mensenrechten en het bijbrengen van de sociale en maatschappelijke competenties die leerlingen in staat stellen om deel uit te maken van en bij te dragen aan de samenleving’.

Leerlingen actief betrekken bij besluitvorming. En dan niet alleen in de klassieke opvatting van leerlingparticipatie (inspraak via bijvoorbeeld de leerlingenraad) maar ook in een vorm waarbij alle leerlingen zelf keuzes kunnen maken ten aanzien van het eigen leerproces. Zowel wat betreft de inhoud (‘ik wil meedenken over wat relevant is om te leren’) als met betrekking tot de vorm (‘ik wil eerst de theorie uit het lesboek bestuderen en er daarna over praten met klasgenoten’).

Vier jaar lang bouwden medewerkers van basisscholen, peutercentra (inclusief voorscholen) en kinderopvangorganisaties in Utrecht via professionalisering aan de kwaliteit van de educatie voor het jonge kind. Een jaar na de afronding kijken we met betrokkenen terug: wat is er in de praktijk van terug te zien? Wat kunnen anderen ervan leren?