Zoeken
verfijn de resultaten
Nederlandse jongeren lezen steeds minder. Minder vaak, minder lang, minder lange teksten. Woordenschat en leesvaardigheid gaan achteruit. Daardoor functioneert onze jeugd minder goed op school en in de samenleving. De Onderwijsraad en de Raad voor Cultuur adviseren leesmotivatie voorop te zetten en een leesoffensief te starten om jongeren weer aan het lezen te krijgen. Stichting Lezen en SLO ontwikkelden de website Lezeninhetvmbo.nl en ondersteunde in het kader van Curriculum.nu het ontwikkelteam Nederlands, dat sterk inzet op een rijk taalcurriculum. En het Wellantcollege in Amersfoort laat zien hoeveel moois er in de praktijk al mogelijk is.
Het hoofddoel van de vakken Grieks en Latijn is het reflecteren op jezelf en de wereld waarin je leeft, aan de hand van teksten uit de oudheid. Daarom onderzocht Kokkie van Oeveren hoe taal en cultuur geïntegreerd kunnen worden in het literatuuronderwijs klassieke talen, zodat leerlingen kunnen reflecteren op het eigene via het vreemde. Ze ontwikkelde de ITHAKA-aanpak, waarmee docenten zelf hun lessen vorm kunnen geven. In deze reisgids meer over de reis van leerling en docent naar hun ‘Ithaka’.
Aan het begin van het schooljaar is het nieuwe examenprogramma informatica voor havo/vwo ingevoerd. Leerlingen zijn enthousiast, merken docenten. “Ze vinden het vooral leuk dat je bij informatica echt iets maakt én dat je je eigen interesses kunt volgen.”
Voor bijna een vijfde van de vijftienjarigen is omgaan met geld moeilijk (OESO, 2016). Dat geldt vooral voor jongeren in het praktijkonderwijs en vmbo bb-kb. Hun financiële vaardigheden zijn niet genoeg ontwikkeld. Het is een breed gedragen standpunt dat financiële geletterdheid een vaste plek krijgt in het onderwijs. SLO ontwikkelde op basis van de leerdoelen van het Nibud vier themakaarten, die gekoppeld zijn aan de executieve functies. Docenten kunnen deze kaarten gebruiken om hun lessen rond financiële geletterdheid vorm te geven.
Sommige leerlingen hebben moeite met de Nederlandse taal, maar spreken wel meerdere andere talen. Misschien vinden ze zinsopbouw lastig, omdat die in hun moedertaal anders is. Een leraar die daar oog voor heeft, kan hen beter helpen. En, minstens zo belangrijk: als de
leraar de waarde erkent van wat leerlingen wél weten en kunnen, voelen zij zich meer thuis en gaan ze beter leren.