Zoeken - zoekresultaten
verfijn de resultaten
Een schoolleider of intern begeleider kan gerichter met professionals uit peutercentra en groep 1-2-3 in gesprek gaan over educatie en onderwijs als zij de juiste vragen stellen. We selecteerden zes kwaliteitsvragen uit het curriculaire spinnenweb (SLO).
In deze masterclass gaan we in op wat de voorwaarden zijn voor een rijk aanbod dat inspeelt op de talenten van het jonge kind. Een aanbod dat ervoor zorgt dat je alle leerlingen uitdaagt om breder en verder te denken.
Het kiezen van een nieuw kindvolgsysteem voor het jonge kind is sinds de afschaffing van schoolse toetsen voor kleuters meer en meer een fundamentele keuze geworden. Het kindvolgsysteem is de enige vorm van monitoring om de doorgaande lijn te volgen en aan de hand van verkregen gegevens een passend beredeneerd aanbod samen te stellen.
SLO heeft voor het jonge kind (fase 1) bij ieder leergebied een inhoudskaart ontwikkeld met een overzicht van het mogelijke aanbod in de vorm van aanbodsdoelen. Deze doelen geven een richting waarin kinderen onderwerpen verkennen en ermee leren omgaan.
Kinderen tussen 3 en 8 jaar met behoefte aan specifieke opvang gelet op begeleiding en instructie.
Kinderen groeien op in een wereld waarin het beeldscherm steeds meer domineert. Ook op jonge leeftijd vraagt dit om digitale vaardigheden, maar wat betekent dit voor de voor- en vroegschoolse educatie en wat betekent dit voor pm-ers en leerkrachten?
Tijdens deze masterclass stappen we in de (digitale) wereld van het jonge kind.
In peutergroepen en onderbouwgroepen is thematisch werken al jarenlang een gangbare werkwijze. Werken met een thema wordt thematiseren als de aanpak en uitvoering van onderwerpen uit het thema een gezamenlijk, actief en dynamisch samenspel tussen de professional en de kinderen is.
Vier jaar lang bouwden medewerkers van basisscholen, peutercentra (inclusief voorscholen) en kinderopvangorganisaties in Utrecht via professionalisering aan de kwaliteit van de educatie voor het jonge kind. Een jaar na de afronding kijken we met betrokkenen terug: wat is er in de praktijk van terug te zien? Wat kunnen anderen ervan leren?