De inhoud van Geüniformeerde dienstverlening en veiligheid

13 december 2019

Het keuzevak Geüniformeerde dienstverlening en veiligheid bestaat uit één taak die opgedeeld is in vijf deeltaken. De vijf deeltaken zijn weer uitgewerkt in eindtermen.

De taak:

De kandidaat kan op actieve wijze, alert en duidelijk zichtbaar activiteiten ten behoeve van veiligheid in gesimuleerde praktijksituaties uitvoeren.

Toelichting op de taak

In bovenstaande taak wordt duidelijk verwezen naar de houding van de leerling: actief en alert. Ook dient de leerling duidelijk zichtbaar te zijn. De duidelijke zichtbaarheid verwijst zowel naar de houding en de non-verbale communicatie als naar kleding of kledingvoorschriften. De veiligheidsdiensten zijn onder andere te herkennen aan hun uniform. Deze mogen alleen gedragen worden na kwalificatie/beëdiging in diensttijd. In de onderwijspraktijk kan ter oriëntatie op een uniformberoep, de zichtbaarheid van leerlingen duidelijk worden door het dragen van t-shirts met opschrift.

In de taak wordt ook verwezen naar gesimuleerde praktijksituaties. Het past niet bij de leeftijd van de leerlingen en het opleidingsniveau om leerlingen in echte praktijksituaties te brengen. Wettelijk gezien is dit niet mogelijk. Om die reden is gekozen om te verwijzen naar gesimuleerde praktijksituaties. In de onderwijspraktijk zijn veel creatieve en uitdagende oplossingen denkbaar. Meer daarover bij het onderdeel lesactiviteiten of lesmateriaal.

Deeltaken

Alle deeltaken hebben betrekking op de vier beroepsgroepen in de veiligheidsbranche. Het gaat om defensie, politie, de particuliere beveiliging en het (stads)toezicht. Soms liggen er accenten.

De deeltaken:

  1. fysieke conditionele oefeningen uitvoeren
  2. rapporteren van incidenten in een gesimuleerde omgeving
  3. zorgdragen voor toezicht van een klein evenement in de eigen schoolomgeving
  4. risicovolle situaties voorkomen
  5. regelend optreden in de school of op het eigen schoolplein

De deeltaken kunnen niet los gezien worden van de taak. De taak geeft de context en de randvoorwaarde: voor vmbo-leerlingen vinden alle deeltaken plaats in een gesimuleerde omgeving.

1. Fysieke conditionele oefeningen uitvoeren

Een goede lichamelijke en geestelijke conditie is voor beroepen in de veiligheidsbranche heel belangrijk. Afhankelijk van het beroep worden er eisen gesteld aan de fysieke vaardigheden. De politie kent bijvoorbeeld de fysieke vaardighedentest. Beroepsmilitairen moeten in topvorm zijn en trainen hun conditie onder andere op stormbanen of in een fitnessruimte. En voor alle beroepen is één of meerdere zwemdiploma's een must.

In het vmbo moet het uithoudingsvermogen en de fysieke belastbaarheid zorgvuldig en langzaam opgebouwd worden. De fysieke eisen komen in het mbo aan de orde. Exerceren is in het vmbo niet aan de orde. Bij het vmbo past wel een ordelijke verplaatsing. Leerlingen moeten samen of individueel op de juiste manier de instructies op kunnen volgen. Zij krijgen een beeld van de cultuur in de veiligheidsbranche en ervaren wat een ordelijke verplaatsing inhoud.

In deeltaak 1.6 leren leerlingen de meest voorkomende waterongevallen te benoemen, de principes van het reddend zwemmen uit te leggen en deze in een simulatie toe te passen.

Er zijn vele manieren om op of in het water in de problemen te komen. Denk bijvoorbeeld aan kinderen die per ongeluk in het water vallen, zwemmers die vermoeid worden, of schaatsers die door het ijs zakken. Op internet is veel te vinden over theorie van het zwemmend redden (zie links). Over bijvoorbeeld natte en droge reddingen, hoe mensen aan te spreken, over de grepen die gebruikt kunnen worden. Leerlingen kunnen deze in een simulatie toepassen. Dat betekent dat leerlingen oefenen in een zwembad. Dit dient te gebeuren onder verantwoordelijkheid van een LO-docent.

2. Rapporteren van incidenten in een gesimuleerde omgeving

Observeren, waarnemen en signaleren zijn essentiële vaardigheden in de toezicht en veiligheidsbranche. Over afwijkingen wordt schriftelijk gerapporteerd. Daarbij is de waarheidsgetrouwheid van belang en de chronologische volgorde van de gebeurtenissen. Het werk in de veiligheidsbranche is deels preventief, deels gericht op het verlenen van service en soms ook repressief van aard. De werkzaamheden vinden veelal op straat plaats. Ook grote bedrijven zoals de spoorwegen, ziekenhuizen en winkelcentra hebben toezichthouders en beveiligers in dienst. Deze beroepsgroep treedt steeds vaker op als gastheer en gastvrouw.

Actueel in de veiligheidsbranche is predictive profiling. Dit is er op gericht om met slimme interventies in de voorbereidingsfase criminele en terroristische activiteiten op te sporen en te stoppen.

De oriëntatie op het vmbo is gericht op waarnemen, observeren, signalen en rapporteren in een gesimuleerde omgeving. Drie vragen kunnen in het onderwijs centraal staan:

  1. Wat valt op?
  2. Wat is raar?
  3. Wat is ongewoon?

Alle lesactivteiten vinden plaats in een simulatie. Leerlingen kunnen bijvoorbeeld in en om de school verdachte situaties gaan observeren. Bijvoorbeeld: een raam dat open staat, een ladder tegen een gevel, een kliko onder een balkon.

3. Zorgdragen voor toezicht van een klein evenement in de eigen schoolomgeving

Een toezichthouder bij evenementen zorgt ervoor dat evenementen prettig en veilig verlopen. Een evenement is bijvoorbeeld een beurs, een concert of een wedstrijd. De werkzaamheden bestaan uit contact maken met bezoekers en hen de weg wijzen, vragen beantwoorden, verbindend handelen en de-escalerend optreden. Een toezichthouder is ook echt een gastheer of gastvrouw, hij/zij ziet de mensen en zorgt dat hij/zij gezien wordt. Een toezichthouder bij evenementen komt steeds in een andere situatie terecht en werkt in wisselende teams.

Deze deeltaak is er op gericht leerlingen in het vmbo een beeld te geven van de werkzaamheden. Zij leren bezoekers vriendelijk te ontvangen en de weg te wijzen. Leerlingen houden toezicht en leren observeren, signaleren, luisteren en doelgericht met bezoekers te communiceren. Tegelijkertijd leren leerlingen omgaan met emoties van anderen en daarbij de juiste omgangsvormen te kiezen. Zij leren calamiteiten te herkennen en te benoemen en zij maken kennis met de dilemma's in de veiligheidsbranche.

Een evenement in de eigen schoolomgeving kan bijvoorbeeld een ouderavond, een sportdag of een culturele avond zijn. Sociaal communicatieve vaardigheden, omgaan met emoties van anderen en daarbij de juiste omgangsvormen kiezen kunnen geoefend worden via rollenspelen.

4. Risicovolle situaties voorkomen

In deze deeltaak krijgen leerlingen onder andere een beeld van de taken en bevoegdheden van de vier beroepsgroepen in de veiligheidsbranche. Het gaat hier om politie, defensie, particuliere beveiliging en toezicht. Al het werk vindt veelal plaats in teamverband. Belangrijke vaardigheden in deze branche zijn (non-verbale) communicatie, observeren, waarnemen, signaleren, de-escaleren en rapporteren. Daarnaast is flexibiliteit, stressbestendigheid en representativiteit belangrijk.

Geweldsspectrum

Het geweldsspectrum waarmee beroepsbeoefenaren te maken krijgen kan variëren. De term 'geweldsspectrum' wordt gebruikt om de intensiteit van geweld aan te duiden. Toezicht en beveiliging zitten laag in het geweldsspectrum. Gewapende conflicten bevinden zich hoog in het geweldsspectrum. Die kunnen voorkomen bij politie en defensie.

Vragen die bijvoorbeeld in de klas besproken kunnen worden:

  • Wat zijn de voor- en nadelen van werken in de veiligheidsbranche?
  • Welke pet zou een leerling kiezen en waarom?
  • Hoe reageer je als politie, militair, beveiliger en toezichthouder op een winkeldiefstal bijvoorbeeld?
  • Hoe denken leerlingen over gebruik van geweld?

In de deeltaak komen ook technologische ontwikkelingen in de branche aan de orde. Leerlingen dienen voor verschillende doeleinden technologische hulpmiddelen te selecteren. Om dat te kunnen doen moet de leerling kennis hebben over het doel, de functie en het gebruik van technologische hulpmiddelen.

De meest bekende hulpmiddelen zijn de camerabewaking, detectiepoorten, sensoren en drones. Er zijn inmiddels ook diverse apps waarmee eigendommen bewaakt kunnen worden.
Welke spullen vinden vmbo-leerlingen het beveiligen waard en waarom?

In het praktische deel van de deeltaak gaan leerlingen het huis waar zij wonen beoordelen op inbraakgevoeligheid. Daarna geven zij een advies over inbraakbeveiliging.

5. Regelend optreden in de school of op het eigen schoolplein

In de veiligheidsbranche komen veel regelende werkzaamheden voor. Leerlingen oriënteren zich op deze activiteiten door op het eigen schoolplein het fietsverkeer in goede banen te leiden.

Let op: er is bewust gekozen voor de eigen school of het eigen schoolplein. Leerlingen zijn niet bevoegd deze taken uit te voeren op de openbare weg.

De overige activiteiten in deze deeltaak zijn gericht op het controleren van toegangskaarten, het inrichten van een garderobe en het verrichten van garderobewerkzaamheden. Hiermee kunnen leerlingen een servicegerichte houding oefenen. Dit zijn echter geen taken voor personeel bij de politie, defensie, beveiliging of toezicht. Let er hier op dat leerlingen er op toezien dat waardevolle bezittingen door de bezoekers meegenomen worden.