De kern

20 januari 2022

De kern staat voor 'het kernprogramma' en is onlosmakelijk verbonden met het profielvak en de keuzevakken. De kern bestaat uit drie kerndelen:

  • Algemene kennis en vaardigheden;
  • Professionele kennis en vaardigheden;
  • Loopbaanoriëntatie en -ontwikkeling.

De inhoud uit de kern krijgt kleur door de concretisering van het profielvak en de keuzevakken. Het kernprogramma wordt niet als apart deel geëxamineerd, maar altijd in samenhang met het profielvak en de keuzevakken. Meer over het kernprogramma vindt u in de downloads.

Kerndeel A, algemene kennis en vaardigheden

Op verzoek van het veld zijn de algemene kennis en vaardigheden, die voor alle profielen hetzelfde zijn, vervangen door de algemene competenties. Dit is gedaan omdat het groene onderwijs inmiddels zeer vertrouwd is met competenties. In het groene vmbo-onderwijs zijn de proeven van bekwaamheid en is het lesmateriaal gebaseerd op deze competenties. Ook in de doorstroom van vmbo naar mbo vervullen de competenties een belangrijke functie in het onderwijsleerproces. Uit analyse is gebleken dat de algemene competenties zoals die in het groene onderwijs gehanteerd worden voor een zeer groot deel gelijk zijn aan de algemene kennis en vaardigheden in kerndeel A. Voor zover de algemene vaardigheden zich niet of onvolledig lieten vergelijken met de competenties zijn deze verwerkt in kerndeel B of terug te vinden in kerndeel C. Hoe de kern zich verhoudt tot de competenties is uitgewerkt in een conversietabel (zie downloads).

Kerndeel B: Professionele kennis en vaardigheden

Voor kerndeel B zijn de volgende 8 eindtermen benoemd. Voor duurzaamheid (eindterm B2) is een pagina ingericht. Op deze pagina wordt het begrip duurzaamheid uitgewerkt en geven we suggesties hoe duurzaamheid te integreren in profielmodulen en keuzevakken.

Kernonderdelen
B1 het economisch en maatschappelijk belang van de groene sector benoemen en de positie op de wereldmarkt aangeven
B2 de begrippen duurzaamheid en kringloop (her)kennen, benoemen en toepassen. Op basis daarvan kan de kandidaat bewuste afwegingen maken en relaties leggen tussen milieu, mensen en werkprocessen in arbeid en beroep met het oog op concepten als people, planet en profit
B3 het belang beschrijven en voorbeelden noemen van technologische en innovatieve ontwikkelingen in de groene sector
B4 gangbare technieken hanteren ten behoeve van onderhoud, reparatie, creatie en realisatie in een groene context
B5 gangbare gereedschappen, apparaten en materialen gebruiken en onderhouden in een groene context
B6 met behulp van informatiebronnen organismen of groepen van organismen op naam brengen
B7 onderzoeksactiviteiten verrichten en daarbij onder andere vergelijken, meten en wegen, resultaten verwerken en beargumenteerde keuzes maken
B8 meerdere oplossingen en variaties bedenken voor een ontwerp of een probleem en daarbij verschillende denkstrategieën gebruiken