Zoeken
verfijn de resultaten
aantal resultaten: 12651
De experimentele examenprogramma’s wiskunde 2014, zoals ontwikkeld door cTWO, vormden de grondslag voor de examenpilots die in het schooljaar 2009-2010 van start gingen in de vierde klassen van in totaal zestien pilotscholen voor havo en vwo. Deze pilots zijn onderworpen aan een onafhankelijke, meerjarige curriculumevaluatie, uitgevoerd door SLO in opdracht van het ministerie van OCW en in afgestemd met cTWO. De evaluatie richtte zich op beantwoording van de volgende algemene hoofdvraag: In hoeverre heeft de vernieuwing geresulteerd in voor pilotdocenten en -leerlingen haalbare en uitvoerbare wiskundeprogramma's? De evaluatierapportage in zijn geheel omvat, naast een samenvattend eindrapport, zeven deelrapportages over de examenpilots wiskunde A, B en D voor havo en wiskunde A, B, C en D voor vwo
9 juli 2012
De experimentele examenprogramma’s wiskunde 2014, zoals ontwikkeld door cTWO, vormden de grondslag voor de examenpilots die in het schooljaar 2009-2010 van start gingen in de vierde klassen van in totaal zestien pilotscholen voor havo en vwo. Deze pilots zijn onderworpen aan een onafhankelijke, meerjarige curriculumevaluatie, uitgevoerd door SLO in opdracht van het ministerie van OCW en in afgestemd met cTWO. De evaluatie richtte zich op beantwoording van de volgende algemene hoofdvraag: In hoeverre heeft de vernieuwing geresulteerd in voor pilotdocenten en -leerlingen haalbare en uitvoerbare wiskundeprogramma's? De evaluatierapportage in zijn geheel omvat, naast een samenvattend eindrapport, zeven deelrapportages over de examenpilots wiskunde A, B en D voor havo en wiskunde A, B, C en D voor vwo.
9 juli 2012
De experimentele examenprogramma’s wiskunde 2014, zoals ontwikkeld door cTWO, vormden de grondslag voor de examenpilots die in het schooljaar 2009-2010 van start gingen in de vierde klassen van in totaal zestien pilotscholen voor havo en vwo. Deze pilots zijn onderworpen aan een onafhankelijke, meerjarige curriculumevaluatie, uitgevoerd door SLO in opdracht van het ministerie van OCW en in afgestemd met cTWO. De evaluatie richtte zich op beantwoording van de volgende algemene hoofdvraag: In hoeverre heeft de vernieuwing geresulteerd in voor pilotdocenten en -leerlingen haalbare en uitvoerbare wiskundeprogramma's? De evaluatierapportage in zijn geheel omvat, naast een samenvattend eindrapport, zeven deelrapportages over de examenpilots wiskunde A, B en D voor havo en wiskunde A, B, C en D voor vwo.
9 juli 2012
De invoering van het Referentiekader taal en rekenen stelt het basisonderwijs voor de vraag langs welke weg de eindniveaus 1F en 1S/2F te bereiken zijn. Hoe is de opbouw van de leerstof voor de verschillende domeinen over de groepen 1 tot en met 8? Welke didactiek is geschikt om die leerstof in de verschillende groepen aan de orde te stellen? Een serie van vier publicaties, elk over één van de domeinen van het taalonderwijs, wil antwoord geven op deze vragen. Deze publicatie bevat een uitwerking van doorlopende leerlijnen voor het domein begrippenlijst en taalverzorging. Hoofdstuk 1 geeft een schematisch overzicht van de leerstoflijnen bij het domein. Hoofdstuk 2 beschrijft algemene kenmerken van de leerstoflijn en hoofdstuk 3 bevat korte karakteristieken van de inhouden voor begrippenlijst en taalverzorging in respectievelijk groep 1/2, 3/4, 5/6 en 7/8.
9 juli 2011
In deze handreiking worden mogelijkheden gegeven om een actieve leefstijl bij jongeren van 12-15 jaar te bevorderen vanuit een integrale aanpak in de schoolse situatie. Het uitgangspunt van deze handreiking is dat een actieve leefstijl alleen kan worden bevorderd wanneer dit thema door middel van een multidisciplinaire aanpak op verschillende niveaus van de school onder de aandacht wordt gebracht bij de leerlingen. Wil een school daarin slagen dan zal zij moeten inspelen op verschillende persoonlijke, sociale en fysieke omgevingsdeterminanten van zowel binnen als buiten de school. Daarbij moet rekening worden gehouden met de individuele verschillen en behoeftes van de specifieke doelgroep. Het bevorderen van een actieve leefstijl is niet alleen een taak voor het vak lichamelijke opvoeding. Daar is de gehele school mee gemoeid. Meer hulp wordt verkregen door het inzetten van leerlingen, collega-docenten en ouders als 'sportambassadeurs'. De school dient samenwerkingsverbanden aan te gaan met partners uit de nabije sportomgeving zoals sportverenigingen, commerciële sportaanbieders, combinatiefunctionarissen, afdeling sport en welzijn van de gemeente en mogelijk andere instellingen zoals de GGD. Bij deze aanpak is het noodzakelijk dat het een en ander zowel binnen- als buitenschools wordt gecoördineerd door een coördinator actieve leefstijl.
10 juli 2008